VARKENSVLEESByKOOKGEK
|
500 gr varkensnieren
2 eetlepels olijfolie
zout, versgemalen zwarte peper
1 kleingesneden ui
1 uitgeknepen teentje knoflook
2 eetlepels bloem
2 dl kippenbouillon
2 dl droge sherry
citroenschil
1 laurierblad
1 eetlepel fijngesneden peterselie
Blancheer de nieren als volgt:
Zet ze op met koud water, laat ze aan de kook komen en spoel ze daarna met
koud water af.
Snijd ze open en verwijder met een scherp mesje alle vetdeeltjes.
Verhit de olijfolie en bak de in plakjes gesneden nieren rondom bruin.
Bestrooi ze met zout en peper, doe er de ui en de knoflook bij en fruit
die 5 minuten mee.
Bestrooi het vlees en de ui met de bloem, laat die even kleuren en giet er
al roerend de bouillon en de sherry bij.
Doe het laurierblad en de citroenschil in de saus.
Laat het vlees 30 minuten zachtjes stoven.
Verwijder vlak voor het opdienen de citroenschil en het laurierblad en
roer er de peterselie door.
Geef er saffraanrijst bij.
4 varkenslappen van 75-100 gr of 4 varkensniertjes
2 gr zout
100 gr boter
(knoflook)
2 uien
2-3 paprika's
3 tomaten of 2 lepels tomatenketchup
4 eetlepels water
2 gr zout
(peterselie)
Zout het vlees en bak het in de boter bruin of blancheer de niertjes,
snijd
ze en bak ze bruin.
Wrijf desgewenst een vuurvaste schaal in met knoflook en beboter hem.
Neem het vlees uit e pan en leg het in de schaal.
Snijd de paprika's in reepjes.
Fruit de schoongemaakte en gesnipperde ui en de paprika in de boter.
Voeg de gehalveerde, ontvelde tomaten of de tomatenketchup met het water
aan de ui toe.
Bestrooi het mengsel met het zout, laat ± 5 minuten smoren en leg
het op het vlees of de nier.
Laat het gerecht, afgedekt met aluminiumfolie, midden in een vrij hete
oven (± 200°C) in 1/2 uur gaar worden.
Bestrooi het desgewenst met kleingesneden peterselie.
Bestrooi plakjes varkenslever met zout en peper.
Wentel ze door bloem, daarna door losgeklopt ei en dan door
paneermeel.
Bak ze niet te hard in ruim vet of olie.
400 gr varkens-, runder- of kalfslever
100 gr mager gerookt spek in blokjes of ontbijtspek
1 grote ui
30 gr boter
1 eetlepel bloem
1/4 liter water of bouillon
zout, peper
2 eetlepels zure room
Snijd de lever in blokjes.
Verhit de boter, bak het spek en de uien erin aan, voeg de lever toe en
bak die mee.
Strooi er de bloem over en laat die lichtbruin worden.
Doe er het water of de bouillon bij en laat het geheel 3-4 minuten
stoven.
Breng op smaak met zout, peper en zure room.
100 gr varkenslever
200 gr varkenshaas
3 rode uien
2 teentjes knoflook
2 kemirienoten
1 rode peper of 1 mespunt sambal oelek
(1/4 theelepel trassie)
1/2 theelepel ketoembar
1/2 theelepel koenjit
1 mespunt laos
zout
1 eetlepel olie
1 eetlepel water
1/4 cm santen
citroensap of asemwater
1 theelepel suiker
Snijd de lever en de varkenshaas in niet te kleine dobbelsteentjes.
Snipper op een houten snijplank de rode uien (of 1/2 gewone ui), de
teentjes knoflook en de kemirienoten heel fijn.
Leg er de kleingesneden rode peper (of de sambal oelek), eventueel de
trassie, de ketoembar, de koenjit, de laos en wat zout bij en wrijf alles
met een houten lepel goed fijn tot u een kruidenpapje heeft.
Verhit de olie warm fruit hierin het kruidenpapje ± 2 minuten.
Doe er dan het water bij en los de santen in het sausje op.
Doe er verder nog wat citroensap (of asemwater) en 1 theelepel suiker
bij.
Laat het sausje nog even goed koken en neem het dan van het vuur.
Doe de saus, als die is afgekoeld, bij de dobbelsteentjes vlees en meng
alles goed door elkaar.
Voeg naar smaak zout toe en laat het vlees minstens 2 uur in de
marinade
staan, voor u het aan de stokjes rijgt en gaat roosteren.
Rijg om en om stukjes lever en varkensvlees aan de stokjes.
Serveer de saté Warm.
1 ui
150 gr champignons
75 gr boter
2 1/2 eetlepel bloem (25 gr)
1 1/2 dl melk
50 gr geraspte belegen kaas
1 eetlepel citroensap
zout, peper
6 eetlepels paneermeel
1 ei
4 magere varkenslapjes á 100 gr
Pel de ui en snipper hem fijn.
Maak de champignons met keukenpapier schoon en snijd ze in plakjes.
Verhit in een steelpan 2 1/2 eetlepel boter en bak de ui 3 minuten
zachtjes.
Voeg de champignons toe en bak ze 4 minuten mee.
Roer er de bloem door en voeg al roerend de melk en 1 dl water toe.
Blijf roeren tot een gebonden saus ontstaat.
Laat deze 5 minuten zachtjes koken, onder af en toe roeren.
Voeg de kaas en het citroensap toe en laat de kaas smelten.
Breng de saus op smaak met peper en zout.
Strooi in een diep bord het paneermeel.
Roer in een ander diep bord het ei los.
Wrijf het vlees in met zout en peper.
Haal het vlees eerst door het ei en wentel het dan door de paneermeel.
Verhit in een koekenpan de rest van de boter en bak het vlees in 10
minuten goudbruin en gaar; keer het af en toe.
Verwarm intussen de grill op de hoogste stand voor.
Verwarm al roerend de saus.
Leg het vlees in een ovenschaal en schenk de saus over.
Laat de saus op het rooster vlak onder de grill in 1 minuut lichtbruin
kleuren.
4 magere varkenslapjes van circa 120 gr per stuk
2 eetlepels honing
1 eetlepel mosterd
het sap van 1 citroen
1 eetlepel sojasaus of ketjap
boter en/of olie om te braden
zout, versgemalen peper
Laat het vlees op kamertemperatuur komen.
Roer de honing, de mosterd, het citroensap en de sojasaus of de ketjap met
een scheutje water door elkaar.
Verhit de braadboter en/of olie in een koekenpan en bak de
varkenslapjes
aan beide kanten aan.
Bestrooi met wat zout en peper.
Schep de saus over het vlees in de pan, draai het vuur laag en laat het
vlees, met een deksel op de pan, op laag vuur ± 15 minuten
stoven.
Keer het in die tijd een paar keer om en voeg desgewenst een extra
scheutje water toe.
Snijd de lapjes klein en serveer met pasta.
(2 personen)
300 gr varkenslapjes
1 ei
zout, peper
1/2 theelepel serehpoeder
paneermeel
2 eetlepels yoghurt
1 eetlepel citroensap
1/2 theelepel citroenrasp
1 eetlepel gembersiroop
2 eetlepels mayonaise
25 gr boter
3 eetlepels slaolie
Snijd het vlees in lange reepjes van 2 cm dik.
Klop het ei los met zout, peper en het serehpoeder.
Strooi wat paneermeel op een bord.
Haal de reepjes vlees eerst door het ei en vervolgens door het
paneermeel.
Meng de yoghurt met het citroensap, de citroenrasp, de gembersiroop en de
mayonaise.
Verhit de boter met de slaolie en bak de reepjes varkensvlees hierin in
± 10 minuten rondom bruin en gaar.
Leg de reepjes varkensvlees op warme borden en geef het sausje erbij.
Lekker met andijvie met rozijnen en appel en aardappelpuree.
400 gr schouderlappen
satémarinade
1 ui
1 teentje knoflook
1 blik ananasblokjes
Engelse saus
tomatenketchup
(1 eetlepel kruidenazijn)
Snijd de lappen desgewenst in repen, marineer die 1/2 uur in een
saté-marinade en dep ze droog.
Bak het vlees in de hete boter bruin.
Neem het uit de pan en houd het warm.
Bak de schoongemaakte gesnipperde ui, het geperste teentje knoflook en de
uitgelekte ananasblokjes in de bruine boter en maak de jus af met 1 dl
ananassap.
Breng op smaak met Engelse saus, tomatenketchup en 1 lepel marinadevocht
of kruidenazijn.
Stoof het vlees hierin ± 15 minuten.
500 gr magere varkenslapjes
peper, zout
1 eetlepel bloem
3 kleine preien
300 gr champignons
2 eetlepels olie
1 teentje knoflook
2 dl warme vleesbouillon
2 eetlepels sojasaus
1 theelepel kerrie
Spoel het vlees onder de koude kraan af, dep het met keukenpapier droog en
snijd het in reepjes.
Bestrooi het met peper en bestuif het licht met bloem.
Maak de preien schoon en snijd ze in ringen.
Veeg de champignons met een vochtige doek schoon en snijd ze in dunne
plakjes.
Verhit de olie in een grote koekenpan, voeg de vleesreepjes toe en bak ze
even op een hoog vuur.
Voeg de preiringen en de champignonplakjes toe en bak die al roerend 3
minuten mee.
Pel het knoflookteentje en pers het boven de pan uit.
Schenk de bouillon en de sojasaus erbij en laat het vlees op laag vuur
± 15 minuten zachtjes sudderen.
Breng het gerecht met zout, peper en kerrie pikant op smaak.
Geef er rijst, pasta of aardappelpuree en een salade bij.
Variatie:
Als u voor dit recept varkensfilet neemt, wordt het gerecht heel mager en
fijn. Het vlees hoeft dan nog maar 10 minuten te sudderen, omdat het
anders droog en taai wordt.
tips
Het vlees wordt heel zacht als u het voor de bereiding 1 uur in een
marinade legt van sojasaus, 1 eetlepel bloem, uitgeperste knoflook, peper
en 1 eetlepel olie.
Een Aziatisch tintje krijgt bijna elk vleesgerecht als u in plaats van de
knoflook een stukje geraspte gemberwortel aan het gerecht toevoegt.
(2 personen)
20 gr boter
2 magere varkenslapjes (± 100 gr elk)
2 eetlepels honing
1 theelepel gedroogde tijm
versgemalen peper, zout
l dl sinaasappel- en/of grapefruitsap
1 1/2 dl runderbouillon (van tablet)
2 eetlepels crème fraîche
Verhit de boter in een koekenpan en bak de varkenslapjes hierin aan beide
zijden bruin.
Voeg de honing en de tijm toe en laat de honing op matig vuur smelten.
Voeg een snufje peper en het sap toe.
Breng het geheel aan de kook en laat de saus op hoog vuur in ± 3
minuten tot de helft inkoken.
Keer het vlees tussentijds geregeld.
Voeg de bouillon toe, breng de saus weer aan de kook en laat hem koken
tot
de helft van het vocht over is.
Meng de crème fraîche met een beetje van de saus en roer het
mengsel door
de saus in de pan.
Laat al roerend nog 2 minuten koken.
Voeg eventueel nog wat peper en zout toe.
Lekker met pittig gekruide worteltjes en gekookte rijst.
(2 personen)
1 citroen
1 rode paprika
200 gr hamlappen
175 gr pandanrijst (Oryza)
zout, peper
1 mespunt kaneel
15 gr boter
1/2 theelepel ketoembar
1 dl kokosmelk (blik)
1 eetlepel fijngeknipte verse basilicum of munt
Boen de citroen schoon, snijd een stukje gele schil van ± 4 cm af
en snijd dat in dunne reepjes.
Pers de citroen uit.
Maak de paprika schoon en snijd hem in ruitjes.
Snijd de hamlappen in blokjes.
Kook de pandanrijst volgens de gebruiksaanwijzing gaar.
Bestrooi het vlees met zout, peper en kaneel.
Verhit de boter in een braadpan en bak het vlees rondom bruin.
Bak de paprika en de citroenschilletjes ± 1 minuut mee.
Voeg 1 1/2 eetlepel citroensap en de ketoembar toe en laat het vlees met
het deksel schuin op de pan ± 5 minuten sudderen.
Voeg de kokosmelk toe en laat het vlees nog ± 5 minuten zachtjes
sudderen.
Doe de helft van de rijst in een eenpersoonsrijstrand.
Druk de rijst goed aan en keer de rand boven een bord.
Vul de rijstrand met de rest van de rijst en keer deze boven het
andere
bord.
Schep het vlees in het midden.
500 gr hamlappen
wat bloem
peper, zout
25 gr boter
1 flinke ui
4 eetlepels ketjap
4 eetlepels azijn
1 teen knoflook
1 mespuntje sambal
Snijd de hamlappen in reepjes.
Bestrooi ze met peper en zout en wentel ze dan door de bloem.
Braad ze in de boter bruin.
Snipper de ui en fruit deze mee.
Voeg dan wat water, de ketjap, de azijn, de knoflook en de sambal toe, zet
het vuur laag en laat het geheel ± 20 minuten stoven.
(3-4 personen)
300-400 gr hamlappen
1 ui
1 prei
1 rode paprika
250 gr champignons
peper, zout
60 gr boter
1 theelepel sambal
1 eetlepel sherry
1 eetlepel ketjap
100 gr taugé
Snijd de hamlappen in blokjes.
Snipper de ui.
Snijd de prei in ringen, de paprika fijn en de champignons in plakjes.
Bestrooi het vlees met peper en zout en bak het vlees in ± 10
minuten in de boter bruin.
Voeg daarna de ui en de sambal toe en fruit ze even mee.
Doe de prei, de paprika, de champignons, de ketjap en de sherry bij het
vlees en smoor dit in ± 10 minuten gaar.
Was intussen de taugé in een kom en verwijder de groene
velletjes.
Voeg de uitgelekte taugé de laatste minuut toe.
Breng op smaak met peper en ketjap.
Lekker met rijst en een rauwkostsalade.
400 gr varkenslappen
50 gr boter
1 ui
1 teentje knoflook
1 rode paprika
zout, peper
1 theelepel paprikapoeder
1 eetlepel bloem
50 gr rozijnen
2 dl bouillon
azijn
2 theelepels majoraan
2 bananen
Snijd de varkenslapjes in mooie reepjes en bak die in de hete boter snel
goudbruin.
Fruit de gesnipperde ui, de knoflook uit de pers en de gesnipperde rode
paprika mee.
Strooi er wat zout en peper, het paprikapoeder en de bloem over.
Roer er de rozijnen, de bouillon, de azijn en de majoraan bij en laat het
gerecht 30 minuten stoven.
Warm de in plakjes gesneden banaan even mee.
250 gr magere varkenslappen
3 eetlepels sojasaus
1 eetlepel droge sherry
1/2 eetlepel maïzena
1 prei
100 gr taugé
3 eetlepels olie
peper, zout
2 eetlepels bakgember
Snijd het vlees in smalle repen.
Roer in een kom 1 eetlepel sojasaus, de sherry en de maïzena door
elkaar, Meng er het vlees door en laat het 15 minuten marineren.
Verwijder intussen de worteltjes en het lelijke blad van de prei, snijd
hem schuin in smalle ringen, was die in een zeef en laat ze goed
uitlekken.
Was de taugé in een vergiet en laat ook die goed uitlekken.
Neem het vlees uit de marinade en dep het met keukenpapier droog.
Verhit in een wadjan 1 1/2 eetlepel olie en roerbak het vlees hierin 2
minuten.
Neem het uit de pan, schep het op een bord en bestrooi het met zout en
peper.
Verhit de rest van de olie in de wadjan en roerbak de prei 1 minuut.
Voeg de taugé en de gember toe en roerbak 1 minuut.
Voeg het vlees weer toe.
Voeg 2 eetlepels sojasaus toe en roer die erdoor.
Serveer het vlees hierna direct, bijvoorbeeld met rijst.
1 kg hamlappen
1 pak rijst
4 grote uien
1 teentje knoflook
1 groot blik ananasstukjes (op lichte siroop, uitgelekt 340 gr)
1 groot blik perziken (op lichte siroop, uitgelekt 500 gr) (bewaar 1/4
liter sap van de perziken)
1 rode paprika
1 groot blik tomatenpuree (140 gr)
2 theelepels sambal (badjak extra heet)
1 kopje (1/8 liter) ketjap manis
Snijd het vlees in blokjes van ± 2 cm dik.
Smelt in een braadpan een klontje boter en bak het vlees hierin zachtjes
bruin.
Snijd intussen de uien, de paprika en de perziken in stukjes.
Laat de ananasstukjes uitlekken.
Haal het vlees uit de pan.
Kook de rijst volgens de gebruiksaanwijzing op het pak.
Fruit de uien, de paprika en het uitgeperste teentje knoflook.
Voeg, als de uien glazig zijn, de sambal, de tomatenpuree en de stukjes
ananas toe en roer alles goed door elkaar.
Voeg daarna de stukjes perzik en het sap toe.
Doe er als laatste de ketjap en het vlees bij en laat alles nog 10 minuten
sudderen.
Serveer de pilav zo heet mogelijk.
De pilav is het lekkerst als u hem één dag van te voren
klaarmaakt.
Verwarm de pilav dan afgedekt met aluminiumfolie een half uur in de oven
op 225°C.
3 sjalotjes
2 teentjes knoflook
1 rode Spaanse peper
3 perssinaasappelen
1 eetlepel citroensap
1 theelepel tijm
zout, peper
600 gr magere varkenslappen
2 theelepels kruidenbouillonpoeder
3 eetlepels olie
keukenpapier
Pel en snipper de sjalotjes en de knoflook.
Maak het pepertje schoon, verwijder de zaadjes en hak het vruchtvlees
fijn.
Pers de Sinaasappels uit.
Roer in een schaal de sjalot, de knoflook, de peper, het sinaasappelsap,
het citroensap, de tijm en zout en peper door elkaar (= marinade).
Snijd het vlees in blokjes en schep die door de marinade.
Zet het afgedekt ± 2 uur in koelkast.
Doe het vlees met de marinade en het bouillonpoeder over in een pan.
Voeg zoveel water toe dat het vlees net onder staat.
Breng het vlees aan de kook en kook het afgedekt in ± 30 minuten
heel zachtjes gaar.
Laat het vlees in een vergiet goed uitlekken en dep het met keukenpapier
droog.
Verhit de olie in een koekenpan en bak de blokjes vlees rondom bruin.
500 gr varkenslappen
zout, peper, gemberpoeder
20 gr boter
2 eetlepels slaolie
1 ui
1 prei
1 groene paprika
2 teentjes knoflook
1 zure handappel
5 nootjes gember
2 dl bouillon
1 eetlepel gembersiroop
2 eetlepels ketjap
Snijd het vlees in repen, bestrooi het met zout, peper en gemberpoeder en
bak het in de boter in 5 minuten lichtbruin.
Fruit de schoongemaakte en gesnipperde ui, de in ringen gesneden prei, de
in stukjes gesneden paprika en de geperste knoflook in de hete olie
lichtbruin.
Maak de appel schoon en snijd hem in blokjes.
Snijd de nootjes gember klein.
Voeg alle ingrediënten bij het vlees en laat het gerecht op laag vuur
(of in een vuurvaste schaal, afgedekt met aluminiumfolie, midden in een op
200°C voorverwarmde oven) in 15 minuten gaar worden.
Snijd 400 gr varkenslapjes in stukjes, zout ze en braad ze in 75 gr boter
bruin.
Voeg dan achtereenvolgens 1 gesnipperde ui, de stukjes ananas uit een
klein blikje, 1 eetlepel bloem, 1 klein blikje tomatenpuree, een scheutje
azijn, 1/2 eetlepel bruine suiker, 2 eetlepels zoete ketjap, 2 gesnipperde
appels en tenslotte het ananassap toe.
Laat alles even pruttelen en serveer met rijst en een frisse salade.
Maak een marinade van 1 grote geraspte ui, 2 eetlepels tomatenketchup, 2
eetlepels olie, 2 eetlepels mosterd, 1 eetlepel worcestershiresaus, 1
theelepel kerrie, 1 fijngesneden teentje knoflook, 2 kruidnagels,1
laurierblad en wat marjolein en marineer hierin op een koele plaats 4
magere varkenslapjes.
Neem het vlees uit de marinade, schrap het goed schoon en droog het met
keukenpapier af.
Braad het vlees in de boter aan beide kanten 7-10 minuten.
Neem het uit de pan en braad in het vet 1 grote in ringen gesneden ui
bruin.
Voeg de marinade toe en laat de saus,zonder het vlees, een half uur
sudderen.
Zeef de saus en giet haar over het vlees.
Geef bij dit gerecht geen aardappelen, maar rijst, een pasta of bruine
bonen.
400 gr varkenslappen
200-300 gr magere speklappen
1 grote ui
400-500 gr bruine bonen
1 laurierblad
peper
2 eetlepels tomatenpuree
1 eetlepel fijngehakte bladselderij
Laat de bonen 12 uur weken en kook ze in het weekwater halfgaar.
Laat ze uitlekken, maar vang het kookvocht op.
Snijd de lappen in smalle repen en de speklappen in kleine
dobbelsteentjes.
Laat de dobbelsteentjes in een droge koekenpan boven een niet
te hoog vuur uitbakken.
Schep de spekjes uit de pan en houd ze apart.
Bak de repen vlees in het resterende vet aan alle kanten bruin.
Voeg de ui toe en fruit die ook even mee tot ze glazig ziet.
Doe de inhoud van de koekenpan over in een grote stoofpan.
Voeg de spekjes, de bruine bonen en het laurierblad toe.
Roer de tomatenpuree en de bladselderij door het opgevangen
kookvocht van de bruine bonen.
Voeg peper naar smaak toe.
Schenk het mengsel in de stoofpan, alles moet net onder staan.
Breng de inhoud aan de kook, temper de warmtebron en laat alles met
gesloten pan nog 1 uur zachtjes stoven.
3 eetlepels olie
400 gr varkenshaas in plakjes
2 grofgesneden uien
3 theelepels paprikapoeder
1/4-1/2 theelepel cayennepeper
1 eetlepel tomatenpuree
450 gr voorgekookte krieltjes in blokjes
1 eetlepel fijngesneden bonenkruid
1 theelepel fijngesneden marjolein
300 gr snijbonen in stukjes
1 rode paprika in reepjes
Verhit de olie in een braadpan.
Bak de plakjes vlees 5 minuten en schep het vlees uit de pan.
Bak de ui 5 minuten in de achtergebleven olie.
Voeg het paprikapoeder, de cayennepeper en de tomatenpuree toe en bak ze 1
minuut mee.
Voeg de krieltjes, het bonenkruid, de marjolein, de snijbonen, de paprika
en 2 dl water toe en laat 10-15 minuten stoven.
Doe het vlees in de pan terug en warm het nog 5 minuten mee.
Maak een mengsel van 1 dl (= ± 6 eetlepels) ketjap manis en 2
theelepels sambal oelek en marineer de speklappen hier enkele uren in (in
de koelkast).
Leg de speklappen in een ingevette ovenschaal, schenk er wat van de
marinade over en bak ze in een op 150°C voorverwarmde oven in 15-20
minuten gaar.
Bak krielaardappeltjes in een mengsel van olijfolie en roomboter en bestrooi ze na het bakken met een beetje basilicum.
Geef er waldorfsalade met een dressing op yoghurtbasis bij.
4 varkenslappen á 100 gr of 4 varkenskarbonades á 125 gr
3 gr zout
100 gr boter
(knoflook)
250 gr abrikozen of 3 zure handappels
2 uien
± 1 dl bouillon
1 eetlepel ketjap
2 eetlepels tomatenketchup
(maïzena)
Zout het vlees en bak het in de hete boter bruin.
Week de abrikozen of maak de appels schoon en snijd ze in plakken.
Bak de schoongemaakte gesnipperde uien glazig.
Leg het gebakken vlees in een beboterde, eventueel met knoflook ingewreven
vuurvaste schaal, bedek het met de ui en met de abrikozen of de appel en
overgiet met een mengsel van de bouillon, de ketjap en de
tomatenketchup.
Laat het gerecht, afgedekt met aluminiumfolie, midden in een vrij hete
oven (200°C) in 1/2 uur gaar worden.
Bind de saus desgewenst met aangemengde maïzena bij.
1 1/2-2 kg aardappelen
500 gr speklappen
2 uien
2 theelepels majoraan
2 theelepels bonenkruid
2 theelepels nootmuskaat
2 theelepels zout
1 theelepel peper
100 gr gerookt spek
Schil de aardappelen, snijd ze klein en draai ze door de gehaktmolen of
pureer ze in een keukenmachine.
Kook het vlees 20 minuten in bouillon.
Draai het dan met de kleingesnipperde uien door de gehaktmolen en schep
dit mengsel door de aardappelmassa.
Voeg de kruiden toe, meng alles goed door elkaar en voeg wat van de
vleesbouillon toe.
Snijd de speklapjes in reepjes en braad die in een koekenpan aan.
Voeg dan de aardappelmassa toe en laat alles langzaam garen.
Als de massa glad is, is ze gaar.
Lekker met zuurkool.
(2 personen)
2 magere speklapjes
zout, peper
15 gr boter
2 sinaasappels
1 eetlepel ketjap manis
1 theelepel allesbinder
sambal of tabasco
Bestrooi de speklapjes met zout en peper.
Verhit de boter in een koekenpan en bak de speklapjes in ± 20
minuten bruin en knapperig; keer ze regelmatig.
Pers intussen 1 sinaasappel uit.
Schil de andere sinaasappel zo dik dat de witte schilletjes worden
meegeschild en snijd hem in plakjes.
Neem de speklapjes uit de pan.
Voeg het sinaasappelsap, 1/2 dl water en de ketjap aan het bakvet toe,
breng het aan de kook en bind de saus met allesbinder.
Breng de saus eventueel op smaak met sambal of tabasco.
Leg de speklapjes op 2 borden en schenk er een deel van de saus over.
Garneer ze met plakken sinaasappel.
Lekker met rijst, de rest van de saus en Chinese kool.
1 kg tomaten
een dikke plak gekookte ham á 200 gr
2 mozzarellakaasjes
250 gr (oud) brood
olijfolie
zout, versgemalen peper
enkele takjes verse basilicum
1 teentje knoflook uit de pers
Ontvel de tomaten door ze in water dat net van de kook af is te leggen en
daarna de velletjes er met een scherp mesje af te halen.
Halveer de tomaten.
Snijd de ham in dobbelsteentjes en de mozzarella in plakken.
Ontkorst eventueel het brood.
Vet een ovenschaal dun met olijfolie in en beleg de bodem met het
brood.
Leg daar de ham en de tomaten op en dek af met de mozzarella.
Bestrooi de schotel met zout en royaal met peper en leg hier en daar een
takje basilicum.
Vermeng nog 2 eetlepels olijfolie met de knoflook uit de pers en druppel
dit erover.
Zet de schotel in een vrij hete oven: de eerste 10 minuten op 200°C,
daarna nog 10 minuten op 150°C.
Lekker bij gegrild vlees.
500 gr boeren achterham in iets dikkere plakken
4 eetlepels bosvruchtenjam
1 eetlepel vloeibare honing
4 eetlepels rode port
2 eetlepels vleesfond
1 theelepel Provençaalse kruiden
zout, peper
Vet een ovenschaal dun in.
Vouw de plakken ham dubbel en leg ze dakpansgewijs in de schaal; laat
steeds ± 2 cm van de bovenkant van de plakken vrij.
Roer de jam, de honing, de port, de vleesfond en de Provençaalse
kruiden
door elkaar.
Voeg naar smaak zout en peper toe.
Bestrijk de ham met dit mengsel.
Verwarm de oven voor op 200°C.
Laat de ham in het midden van de oven in ± 25 minuten warm worden
en een knapperig korstje krijgen.
Verdeel de plakken ham over 4 borden.
Lekker met aardappel-preigratin.
(2 personen)
6 grote champignons
2 eetlepels citroensap
50 gr zwarte olijven zonder pit
2 ansjovisfilets (uit blik)
2 theelepels kappertjes
2 eetlepels olijfolie
versgemalen peper
50 gr achterham
50 gr geitenkaas
2 takjes peterselie
Veeg de champignons schoon en snijd de steeltjes eruit.
Kook de hoedjes ± 2 minuten in ruim water met 1 eetlepel
citroensap.
Pureer de steeltjes met de olijven, de ansjovisfilets en de kappertjes
en
meng er de olie, peper en 1 eetlepel citroensap door.
Snijd de ham in kleine stukjes en verkruimel de geitenkaas.
Verwarm de grill voor op de hoogste stand.
Vul de champignonhoedjes met het olijvenmengsel en strooi er eerst de ham
en dan de geitenkaas over.
Schuif de champignons ± 10 cm onder de hete grill en laat ze in
± 5 minuten heet en lichtbruin worden.
Garneer met kleine toefjes peterselie.
(2 personen)
8 plakken ham van ± 60 gr elk
30 gr boter
1 uitje
250 gr champignons
300 gr tomaten
2 dl droge witte wijn
zout, peper
31/2 dl slagroom
50 geraspte kaas
Vouw de plakken ham dubbel en leg ze in een beboterde ovenschaal.
Dek af met aluminiumfolie en zet de schaal in de op 150°C
voorverwarmde oven.
Snipper de ui.
Was de champignons en snijd ze fijn.
Ontvel de tomaten.
Breng de wijn met de ui aan de kook en laat ± 6 minuten koken.
Voeg dan de champignons, de tomaten, zout, peper en de room toe en laat
dit nog eens 3 minuten inkoken.
Haal de ovenschotel uit de oven.
Keer de plakken ham om en schenk de saus erover.
Bestrooi alles met de kaas en schuif het geheel ± 10 minuten in de
op 220°C verwarmde oven om een mooi kleurtje te krijgen.
(2 personen)
1 pak diepvriesspinazie van 300 gr
1 grote ui
3 eetlepels olie
1 kopje rijst
100 gr ham
100 gr geraspte kaas
zout, peper
Laat de spinazie ontdooien.
Pel en snipper de ui.
Doe de olie in een braad- of hapjespan en laat hem op hoog vuur goed heet
worden.
Zet het vuur dan wat lager, doe de ui in de pan en bak hem 3 minuten.
Doe de rijst erbij, bak hem 1 minuut mee en roer dan de spinazie en 2
kopjes water door de rijst.
Leg het deksel op de pan en laat de spinazierijst op matig vuur, onder af
en toe roeren, in 25 minuten zachtjes gaar worden.
Snijd de ham in reepjes en roer die met de geraspte kaas door de gare
rijst.
Warm alles goed door, zodat de kaas kan smelten en proef even.
Breng de groene rijst op smaak met zout en peper.
16 plakjes ham
1/8 liter slagroom
1 blikje tomatenpuree (70 gr)
zout, versgemalen zwarte peper
vloeibaar aroma
Verwarm de oven voor op 200°C en vet een ovenschaal in.
Rol de ham op en leg ze in de ovenschaal.
Roer de slagroom en de tomatenpuree in een kom door elkaar en breng op
smaak met zout, peper en vloeibaar aroma.
Schenk dit over de ham en laat alles in het midden van de oven in ±
15 minuten heet worden.
Lekker met aardappelpuree en doperwten.
1 witte kool
1 rode en 1 groene paprika
1 ui
2 tomaten
200 gr rijst
200 gr gekookte ham aan één stuk
boter
prikkertjes
peper, zout
peterselie
Kook de rijst volgens de aanwijzingen op de verpakking gaar.
Maak de groenten goed schoon.
Hak de peterselie fijn en snijd de paprika's, de ui en de tomaat in kleine
stukjes.
Meng deze groenten.
Snijd de ham in kleine blokjes en voeg ze bij het groentemengsel.
Haal de hele bladeren van de kool en blancheer deze ± 1 minuut in
kokend water.
Doe wat boter in de pan en fruit het groente-hammengsel hierin.
Doe de gekookte rijst bij het gebakken mengsel en breng het op smaak met
peper en zout.
Leg een koolblad plat, vul het met het mengsel, vouw de uiteinden naar
elkaar toe en zet deze met een prikkertje vast.
Zet de gevulde bladeren nog even terug in de pan en warm ze goed door.
1 witte kool
400 gr aardappelen
100 gr Parmezaanse kaas
1 middelgrote ui
250 gr gekookte ham in blokjes
olie
oregano
peper, zout
Verwarm de oven voor op 200°C.
Haal de hele koolbladeren van de kool, maak ze schoon en blancheer ze 1
minuut in kokend water.
Schil de aardappelen, snijd ze in zeer kleine blokjes, spoel ze af en kook
ze ± 15.
Pel de ui, snijd hem fijn en fruit hem, samen met de ham in wat olie.
Voeg de aardappelen bij het ui-hammengsel en breng het geheel op smaak met
oregano, peper en zout.
Vet een ovenschaal in met een beetje olie.
Leg een koolblad plat op een bord, leg in het midden een schepje van het
mengsel, bestrooi het geheel met de kaas en vouw het koolblad als een
pakketje dicht.
Zet de pakketjes zo in de ovenschaal dat ze niet meer openspringen (dus
met de vouwnaadjes aan de onderkant) en laat ze ± 10 minuten in de
oven.
Serveer met varkenshaas en gebakken aardappelen.
(Hoofdgerecht voor 2 personen of lunchgerecht voor 4 personen)
Tortilla is een dikke Spaanse omelet met groenten en aardappelen. de Italiaanse versie heet 'Frittata' en wordt meestal koud of lauwwarm en in punten gesneden geserveerd.
2 aardappelen
1 rode paprika
1 ui
1 dikke plak gekookte ham van ± 100 gr
3 eieren
3 eetlepels slagroom of koffieroom
zout, peper
100 gr doperwtjes (diepvries)
3 eetlepels olijfolie
Kook de aardappelen in de schil in ± minuten halfgaar, laat ze
afkoelen, pel ze en snijd ze in blokjes.
Snijd de schoongemaakte paprika in blokjes.
Snipper de ui.
Snijd de ham zonder het vet in blokjes.
Klop de eieren in een kom met de room en zout en peper los.
Laat de doperwtjes ontdooien.
Verhit de olie in een koekenpan met een anti-aanbaklaag en bak de
aardappelblokjes omscheppend tot ze beginnen te kleuren.
Bak de paprika, de ui en de ham kort mee.
Doe de doperwtjes in de pan en schep goed om.
Giet er het eimengsel over, leg een deksel op de pan en laat de tortilla
op niet te hoog vuur 10-15 minuten bakken tot de onderkant gekleurd en de
bovenkant gestold is.
Geef er desgewenst een salade van geraspte winterwortel bij.
tip: De tortilla kan tevoren worden gebakken en kort in de magnetron worden opgewarmd.
Variaties:
* vervang de gekookte ham voor een pittigere versie door blokjes
knoflookworst
* vervang voor een vegetarische versie de ham door blokjes komijnekaas die
halverwege de baktijd over de omelet worden gestrooid
* vervang de doperwtjes door champignons, snijd deze in plakjes en bak
deze met de aardappelblokjes mee
(6-8 personen)
Week 500 gr witte bonen 5-6 uur in koud water.
Voeg daarna 200 gr ontbijtspek aan één stukje, 1 ui waarin 3
kruidnagels zijn geprikt, 2 knoflooktenen, 1 groot bouquet garni (met
tijm) en 1 hard knoflookworstje van ± 200 gr toe en kook dit alles
op zacht vuur en in zoveel weekwater dat de bonen net onder staan, in 1
1/2 uur gaar.
Bak intussen 500 gr varkensvlees in 125 gr boter bruin.
Voeg 2 eetlepels tomatenpuree en een scheut witte wijn of water toe en
braad het vlees, onder nu en dan bedruipen, in 45 minuten gaar.
Giet de bonen af en roer iets van het kookvocht door de jus.
Haal de ui en het bouquet garni uit de bonen en snijd het spek, de
knoflookworst en het vlees in plakken.
Leg de bonen in een schaal en leg het spek, de knoflookworst en het vlees
hierop.
Giet de jus erover.
(8-10 personen)
U kunt dit gerecht ruim van tevoren klaar maken. U hoeft het dan alleen maar in de oven te zetten als de gasten zijn gearriveerd.
750 gr grote witte bonen
500 gr licht gepekeld buikspek
250 gr vers zwoerd, het vet afgesneden
500 gr verse worst
1 ongerookte kookworst
8 tenen knoflook
verse tijm
zout, versgemalen peper
750 gr ontbeend varkensfilet, beenderen bewaren
bouquet garni van 1 laurierblad, 1 takje tijm en 6 takjes peterselie
400 gr rijpe tomaten
250 gr uien
2 kruidnagels
het wit van 2 preien
200 gr ganzenvet
3 eetlepels gedroogd broodkruim
Doe de bonen in een pan, zet ze in ruim koud water en laat ze 4 uur
weken.
Zet het zwoerd in ruim kokend water op en kook het 5 minuten.
Spoel het daarna koud af en laat het uitlekken.
Snijd het zwoerd in 3 cm brede reepjes, rol de reepjes op en bind ze met
keukengaren vast.
Prik de worsten met een vork in om knappen te voorkomen.
Pel 2 knoflooktenen, snijd ze in 6 plakjes en vermeng die met de tijm en
wat zout en peper.
Maak her en der over de varkensfilet 12 inkepingen en stop daar een plakje
knoflook in.
Maak een bosje van het bouquet garni.
Leg de tomaten 10 seconden in kokend water, koel ze direct in ijswater,
pel ze en snijd ze in blokken.
Pel de uien, besteek er één met de kruidnagels en hak de
rest fijn.
Pel 4 tenen knoflook en hak ze fijn.
Giet de bonen af en bedek ze met 3 liter koud water.
Voeg het buikspek, de prei, de bestoken ui, het bouquet garni en de botten
van de varkensfilets toe en breng het geheel op zacht vuur aan de
kook.
Laat het 1 1/2 uur zachtjes koken.
Smelt intussen 100 gr ganzenvet in een stoofpan waarin de filet past
en
schroei het vlees hierin aan.
Haal het vlees uit de pan en leg het weg.
Doe de gehakte uien in de pan en fruit ze aan tot ze goudbruin zijn.
Fruit daarna de gehakte knoflook al roerend mee.
Voeg de tomaten toe en bak ze 3 minuten mee.
Strooi er naar smaak zout en peper bij.
Doe het vlees terug in de pan, leg er een deksel op en laat de inhoud
vervolgens op laag vuur 1 uur stoven.
Haal het vlees uit de pan en doe het met het stoofvocht bij de bonen.
Leg er de worst bij en laat de pan nog 30 minuten op het vuur staan.
Verwarm de oven voor op 190°C.
Haal het vlees uit de pan en snijd het in 1/2 cm dikke plakken.
Verwijder het garen van de zwoerdrolletjes en snijd ze in repen van 3 x
1/2 cm.
Gooi de ui, het bouquet garni en de botten weg.
Halveer de resterende 2 tenen knoflook en wrijf er het inwendige van
een
grote vuurvaste schotel mee in.
Strijk een laag bonen over de bodem uit, leg hier een laag gemengd vlees
op; ga zo door en laat de bovenste laag uit bonen bestaan.
Smelt de rest van het ganzenvet en sprenkel dit over het oppervlak.
Strooi er het broodkruim over en zet de schotel 90 minuten in de oven.
Dien gloeiend heet op.
Een ambachtelijk gebrouwen biertje of een ijskoude jenever smaken het
lekkerst bij dit gerecht!!
500 gr in smalle reepjes gesneden varkensfilet
1 eetlepel kerrie
1/2 eetlepel kaneel
1/2 eetlepel paprikapoeder
1 theelepel zwarte peper
1/2 theelepel kruidnagelpoeder
1/2 theelepel gemberpoeder
wat nootmuskaat
1 theelepel majoraan
2 eetlepels olie
zout
Schep de kruiden, de olie en wat zout door het vlees en zet het een nacht
koel weg.
Schep het vlees de volgende dag in een ingevette ovenschaal en schuif die
op een rooster 10 cm onder de grill.
Laat het vlees 3 minuten grilleren, schud het om en laat het nog eens 3
minuten grilleren.
Herhaal dit nog tweemaal.
(snel eenpansgerecht)
Wrijf 400 gr varkensfilet in met 1 eetlepel paprikapoeder en snijd de
filet in reepjes.
Verhit 2 eetlepels olie in een pan en fruit hierin 1 gesnipperde ui
± 2 minuten.
Voeg het vlees en 1 gele paprika in reepjes toe en bak alles ± 2
minuten.
Voeg 400 gr gehalveerde spruitjes, 2 eetlepels scherpe mosterd en wat
peper en zout toe en stoof alles afgedekt nog ± 10 minuten.
Lekker met rijst of eiermie.
2 grote vastkokende aardappelen
400 gr varkensfilet
zout, peper
4 teentjes knoflook
10 takjes peterselie
1 potje rode bieten
1 dl bakolie (fles á 250 ml, Sense)
100 gr magere spekblokjes
1 potje tuinbonen
Borstel de aardappelen onder stromend water schoon.
Snijd ze in de lengte doormidden en dan in dunne schijfjes.
Snijd de varkensfilet in repen en bestrooi die met zout en peper.
Pel de knoflook en halveer ze in de lengte.
Was de peterselie en hak hem fijn.
Laat de bieten uitlekken en snijd ze in reepjes.
Verhit de bakolie in een wok en fruit de knoflook hierin ± 1
minuut.
Verwijder de knoflook en houd ze apart.
Roerbak de aardappelschijfjes ± 3 minuten en haal ze uit de
wok.
Voeg de reepjes vlees en het spek aan de bakolie toe en roerbak ze
± 4 minuten.
Laat de tuinbonen uitlekken.
Voeg de tuinbonen, de bieten, de peterselie en de aardappelen aan het
vleesmengsel toe en warm het geheel goed door.
Garneer de roerbakschotel met de halve teentjes knoflook.
250 gr varkensvlees in blokjes
peper, zout
marjolein
10 sjalotjes
1/2 bakje champignons
2 appels
een klein klontje boter
Voor de saus:
1 dl appelsap
1 eetlepel rode saus (bijvoorbeeld ketchup)
3 eetlepels halvanaise of yogonaise
peper
Bak het vlees in ± 5 minuten gaar en bruin en kruid het met peper,
zout en marjolein.
Snijd de ui in grove stukken.
Maak de champignons schoon en snijd ze in plakjes.
Was de appels, haal het klokhuis eruit en snijd de appels in partjes van
± 1 cm dik.
Fruit, als het vlees gaar is, de ui en de champignons mee en fruit als
laatste de appelpartjes mee, maar vooral niet te lang.
Haal dan alles uit de pan.
Roer een saus van het appelsap, de rode saus, de halvanaise en peper.
Zet het vuur onder de pan laag en laat de saus voorzichtig warm worden,
maar laat niet koken, want dan schift het.
Voeg dan het vlees en de groenten weer toe en maak het gerecht af met wat
peper.
Lekker met aardappelpuree en rode kool.
600 gr varkensfilet
2 eetlepels bloem
1 eetlepel paprikapoeder
peper, zout
100 gr boter
2 eetlepels koffieroom
2 eetlepels mosterd
bouillon of water
Maak een mengsel van de bloem, het paprikapoeder, peper en zout.
Wrijf dit mengsel in het gehele stuk varkensfilet en laat het vlees zo 15
minuten staan.
Laat de boter in een diepe braadpan bruin worden en schroei het vlees
hierin rondom aan.
Zet het vuur laag, leg het deksel schuin op de pan en braad de filet onder
af en toe keren in 40-.45 minuten af.
Giet het meeste van de boter uit de pan.
Giet de koffieroom in de pan en roer het aanbaksel van de bodem los.
Doe de mosterd erbij, roer goed terwijl de massa pruttelt en giet er een
beetje bouillon of water bij.
Snijd de filet in 8 plakken en leg die dakpansgewijs op een voorverwarmde
schaal.
Giet wat van de saus over het vlees en geef de rest er apart bij.
Serveer hier aardappelpuree en een verse groente bij.
Dit recept geeft niet zoveel saus. Wilt u meer saus, laat de boter dan in
de pan en roer er een eetlepel bloem door alvorens de saus als boven
beschreven af te maken.
Om tot een gladde saus te komen, is hierbij iets meer bouillon of water
nodig en voor de smaak waarschijnlijk ook wat meer mosterd, maar dat
proeft u wel.
Snijd 10 cm van 1 dunne prei in de lengte in reepjes.
Snijd 10 cm winterwortel in dunne reepjes en kook die 3 minuten in kokend
water met wat zout.
Blancheer de laatste minuut de preireepjes mee en laat de groenten
uitlekken.
Verdeel de groenten overdwars over 4 ongepaneerde schnitzels, druppel er
wat sesamolie over, vouw de schnitzels dubbel en steek ze met een
cocktailprikker vast.
Klop 1 klein ei los met 1 theelepel sojasaus, 1 theelepel gemberpoeder,
peper en zout.
Schep 4 eetlepels paneermeel en 2 eetlepels geraspte kokos door elkaar en
wentel de schnitzelpakketjes eerst door het ei en dan door het
paneermeel.
Verhit 40 gr boter, zet het vuur direct lager en bak de schnitzelpakketjes
op halfhoog vuur in ± 20 minuten aan beide kanten gaar.
Lekker met gebakken aardappeltjes en stoofpeertjes.
1 kg varkensschnitzels
1/2 liter slagroom
1 zakje Franse uiensoep
250 gr champignons
Kruid de schnitzels met het soeppoeder, leg ze in een ovenschaal en giet
er de slagroom over.
Meng er de schoongeveegde en in plakjes gesneden champignons door en sluit
de schaal met een deksel af, anders verdampt de saus.
Bak het gerecht ± 1 1/2 uur in een op 175-200°C voorverwarmde
oven.
U kunt voor dit gerecht ook reepjes vlees gebruiken.
Geef er Klösse en/of noedelsalade bij.
(2 personen)
2 varkensschnitzels
zout, peper
2 plakjes rauwe ham
4 verse blaadjes salie
25 gr boter
2 eetlepels medium sherry
Sla de schnitzels zo nodig platter en bestrooi ze met zout en peper.
Leg de plakjes rauwe ham op de schnitzels en klap ze dubbel.
Leg de blaadjes salie erop en steek ze met een cocktailprikker vast.
Verhit de boter in een koekenpan en bak de schnitzels in 20 minuten gaar
en bruin.
Neem ze uit de pan en verwijder de cocktailprikkers.
Leg de schnitzels op 2 borden.
Voeg aan het bakvet 1 dl water en de sherry toe en breng het aan de
kook.
Roer de aanbaksels los.
Schenk de jus in een juskom.
Serveer met gekookte aardappelen en bleekselderijsalade.
(2 personen)
1 eetlepel ketjap manis
1/2 theelepel gemberpoeder
1/2 theelepel sambal oelek
2 varkensfiletlapjes
2 eetlepels olie
2 schijven ananas
1 kiwi
4 eetlepels atjar tjampoer
2 dl tomatensap
Roer de ketjap, het gemberpoeder en de sambal in een kopje door elkaar en
bestrijk de varkenslapjes hiermee.
Verhit de olie in een koekenpan en bak de varkenslapjes in ± 8
minuten
bruin en gaar.
Snijd intussen de ananas in kleine stukjes.
Schil de kiwi en snijd hem in kleine blokjes.
Neem de varkenslapjes uit de pan en houd ze onder aluminiumfolie warm.
Schep de ananas, de kiwi en de atjar tjampoer door het bakvet en
schenk
het tomatensap erbij.
Leg de varkenslapjes in de saus en laat het geheel nog ± 2 minuten
zachtjes sudderen.
Lekker met rijst en broccoli.
(2 personen)
2 varkensfiletlapjes
2 theelepels Mexicaanse kruiden
25 gr boter
1 appel
250 gr wijnzuurkool
1/2 dl appelsap
Wrijf de varkensfiletlapjes in met Mexicaanse kruiden.
Verhit de boter in een hapjespan en bak de filetlapjes in ± 4
minuten aan
beide kanten bruin.
Schil intussen de appel en snijd deze in kleine stukjes.
Laat de zuurkool in een zeef uitlekken.
Leg de filetlapjes op een bord.
Schep de zuurkool, de appel en het appelsap door het bakvet en leg de
filetlapjes erop.
Laat het geheel met een deksel op de pan nog ± 15 minuten zachtjes
sudderen.
(2 personen)
1 ui
1 blikje ananasstukjes (nettogewicht ± 225 gr)
2 varkensfiletlapjes
zout, peper
1 eetlepel kerriepoeder
25 gr boter
150 gr Umer
1 theelepel bouillonpoeder
1/2 eetlepel maïzena
Pel de ui en snijd hem in kleine stukjes.
Laat de ananas in een zeef boven een kom uitlekken.
Wrijf het vlees in met zout, peper en 1 theelepel kerriepoeder.
Houd 1 eetlepel boter achter.
Verhit de rest van de boter in een koekenpan en bak de varkensfilets in
8
minuten bruin en gaar, keer ze regelmatig.
Verhit 1 eetlepel boter in een steelpan en fruit de ui en de rest van het
kerriepoeder hierin ± 3 minuten.
Voeg het ananassap, de Umer en het bouillonpoeder toe en breng het aan de
kook.
Roer de maïzena met 2 eetlepels water glad en voeg dit maïzena
al roerend aan de kerriesaus toe.
Blijf roeren tot de saus is gebonden.
Roer de stukjes ananas erdoor en breng op smaak met zout en peper.
Leg het vlees op 2 borden en schenk er een beetje saus over.
Lekker met rijst en sperzieboontjes.
750 gr varkenspoelet
500 gr kleingesneden uien
2 kleingesneden teentjes knoflook
3 eetlepels boter
2 eetlepels paprikapoeder
1/2 liter bouillon van tablet
2 in reepjes gesneden groene paprika's
zout, peper
Laat in een braadpan de boter lichtbruin worden en bak het vlees hierin op
hoog vuur rondom bruin.
Zet het vuur laag en bak dan de uien en de knoflook mee.
Neem de pan van het vuur, voeg het paprikapoeder toe en roer die goed door
de vlees-uienmassa.
Blus met een kopje bouillon.
Zet de pan weer op het vuur, breng alles aan de kook en schenk er al
roerend telkens bij kopjes tegelijk de bouillon bij.
Laat het gerecht 1 1/2 uur sudderen.
Verdampt er teveel vocht, voeg dan nog wat bouillon toe.
Voeg 4 minuten voor de kooktijd om is, de paprikareepjes met wat zout en
peper bij de goulash en laat ze meekoken.
Maak deze varkensgoulash tot slot op smaak met paprikapoeder.
500 gr uien
100 gr boter of vet
1 eetlepel paprikapoeder
± 1/4 liter water
250 gr tomaten of 2 eetlepels tomatenpuree
± 10 gr zout
500 gr blokjes rund-, kalfs- of varkensvlees, of gemengd
kummel, majoraan
1/2 eetlepel azijn
Maak de uien schoon, snijd ze in plakken en bak die in de boter of het vet
goudgeel en gaar.
Voeg wat koud water toe en roer dan het paprikapoeder door de uien.
Voeg de geschilde en in stukken gesneden tomaten of de tomatenpuree, de
rest van het water, het zout, het vlees, de kummel, de majoraan en de
azijn toe en laat alles samen stoven tot het vlees gaar en mals is (3/4-1
uur voor mals vlees, ± 2 1/2 uur voor taai vlees).
De saus is gebonden door de uien.
Geef er gekookte aardappelen of rijst en sla of gekookte groenten bij.
De 3 genoemde kruiden kunt u door goulashkruiden vervangen.
(2 personen)
50 gr magere spekblokjes
200 gr hamlappen
1 eetlepel goulashkruiden
1 eetlepel olijfolie
1 ui
1 rode paprika
250 gr wijnzuurkool
1 dl droge witte wijn
2 eetlepels crème fraîche
zout, peper
Bak de spekblokjes in een braadpan zachtjes uit.
Snijd intussen de hamlappen in kleine blokjes en strooi er de
goulashkruiden over.
Voeg de olie aan het spekvet toe en schep het vlees erdoor.
Bak het vlees in ± 4 minuten bruin.
Snipper intussen de ui en de paprika en bak deze ± 2 minuten met
het vlees mee.
Schep de zuurkool en de wijn door het vlees en stoof de goulash in
± 15
minuten zachtjes gaar.
Roer de crème fraîche erdoor en breng op smaak met zout en
peper.
Lekker met aardappelpuree.
2 eetlepels olie
500 gr mager varkensvlees in blokjes
2 grote uien in ringen
zout
1 eetlepel paprikapoeder
3 eetlepels tomatenpuree
3 dl vleesbouillon (van 1/2 tablet)
2 stengels bleekselderij in stukjes
2 wortels in blokjes
1 prei in ringen
2 theelepels fijngesneden tijm
1 blaadje laurier
2 kruidnagels
Verhit de olie in een pan met anti-aanbaklaag en bak het vlees al
omscheppend snel bruin.
Voeg de ui, zout en het paprikapoeder toe en bak ze ± 3 minuten
mee.
Schep er de tomatenpuree, bouillon, selderij, wortel, prei, tijm, laurier
en kruidnagels door.
Breng het geheel aan de kook en laat 30-35 minuten stoven.
Voeg, als het vocht teveel inkookt, extra water toe.
Verwijder de laurier en de kruidnagel.
Lekker met broccoli en gekookte tagliatelle.
250 gr varkenspoelet
250 gr lamspoelet
250 gr runderpoelet
2 uien
1 teentje knoflook
peterselie
500 gr aardappelen
25 gr boter
zout, zwarte peper
1/2 liter droge witte wijn
1 laurierblad
Pel de uien en snijd ze in schijven of grof in blokjes.
Pel de knoflook en hak hem fijn.
Snijd de peterselie klein.
Schil de aardappelen en snijd ze in schijfjes.
Verhit de boter in een grote pan en bak de uien lichtgeel.
Leg de aardappelen, het vlees en de uien in lagen in een ovenschaal en
strooi op iedere laag zout en peper, wat knoflook en de peterselie.
Verwarm de oven voor op 180°C.
Giet de wijn voorzichtig over het gerecht en leg er de laurier op.
Sluit de schaal goed af, schuif hem in de oven en bak het gerecht in 2 1/2
uur rustig gaar.
(4-5 personen)
2 eetlepels olie
150 gr bakbacon in reepjes
750-850 gr rund-, varkens- en/of lamsvlees in mooie stukken
10 gehalveerde sjalotjes
2-3 teentjes knoflook
60 gr groene olijven zonder pit
60 gr zwarte olijven zonder pit
2-3 eetlepels kappertjes
2 takjes tijm
1 klein takje rozemarijn
3 dl rode wijn
Verhit de olie.
bak de bacon in 10 minuten krokant en schep hem uit de pan.
Bak het vlees in het achtergebleven vet in gedeelten rondom bruin en schep
het uit pan.
Bak de sjalotjes en de knoflook in het achtergebleven vet zachtjes 5
minuten.
Schep de bacon en het vlees in de pan terug.
Voeg de groene en zwarte olijven, de kappertjes, de tijm, de rozemarijn,
de wijn en zoveel water toe dat het vlees onder staat.
Dek de pan af en stoof het vlees in 2 uur op zacht vuur (of in de oven van
170°C) zachtjes gaar.
500 gr hamlappen
3 uien
50 gr boter
1/2 eetlepel milde paprikapoeder
2 dl pittige vleesbouillon
zout, peper
750 gr (wijn)zuurkool
1/2 eetlepel bloem
1 bekertje zure room
Snijd het vlees in dobbelstenen.
Pel en snipper de uien.
Smelt de boter in een braadpan, fruit de ui in ± 3 minuten zachtjes
glazig en roer het paprikapoeder erdoor.
Schep het vlees door de ui en schenk er direct de bouillon bij.
Voeg naar smaak zout en peper toe.
Smoor het vlees afgedekt ± 20 minuten.
Schep de zuurkool erdoor en smoor het gerecht in nog ± 20 minuten
zachtjes gaar.
Roer de bloem door de zure room en voeg dit mengsel al roerend aan het
zuurkool-vleesmengsel toe.
Laat het gerecht onafgedekt nog ± 5 minuten sudderen.
Lekker met aardappelpuree.
50 gr boter
150 gr doorregen varkenslappen
150 gr doorregen malse runderlappen
150 gr doorregen malse lamslappen of kipfilet
2 eetlepel (kruiden)azijn
1 winterwortel
1 prei
1 koolrabi
1/2 knolselderij
2 grote uien
ruim 1/2 kg aardappelen
1 bouillontablet
1 bosje peterselie
peper, zout
Verhit de boter op matig vuur in een stoofpot.
Snijd de 3 vleeslappen in blokjes, braad ze onder af en toe omscheppen in
± 10 minuten rondom goudbruin en voeg dan de azijn en 2 eetlepels
water toe.
Schrap intussen de wortel, was hem en snijd hem in blokjes.
Snijd de bovenste lelijke bladeren en de wortelkanten van de koolrabi en
de prei.
Snijd ze overdwars in plakken van ± 3/4 cm dik, was ze en laat ze
uitlekken.
Was de knolselderij, schil hem dik en snijd hem in blokjes.
Pel de uien en snipper ze grof.
Schil de aardappelen, was ze en snijd ze in plakjes van 3/4 cm dik.
Voeg 1/4 liter water, het bouillontablet en peper en zout aan het vlees
toe en roer er de voorbereide groenten en aardappelen door.
Zet het vuur hoog en breng alles aan de kook.
Schep het mengsel af en toe om.
Zet het vuur laag (zo nodig met een vlamverdeler onder de pan), sluit de
stoofpot en laat de inhoud ± 1 1/2 uur stoven.
Schep alles af en toe door en voeg zo nodig nog wat water toe.
Was intussen de peterselie, sla deze uit en knip de blaadjes boven een
kopje fijn.
Controleer na de stooftijd of het vlees gaar is en breng de drie-vlezenpot
op smaak.
Strooi er vlak voor bet serveren de peterselie over.
(2 personen)
300 gr hamlapjes
peper, zout
50 gr boter of olijfolie
2 eetlepels gesneden prei
2 gesnipperde sjalotjes
3 theelepels kerriepoeder
1 kop bouillon (van tablet)
2 theelepels aardappelmeel of allesbinder
een scheut koffieroom
Snijd het vlees in dobbelsteentjes en strooi er peper en zout over.
Verhit de olie of de boter en schroei het vlees al omscheppend aan.
Zet het vuur laag, leg het deksel schuin op de pan en laat het vlees in
± 15 minuten verder garen.
Doe de prei en de sjalotjes in de pan, zet het vuur hoger en schep alles
goed om.
Roer er het kerriepoeder door, voeg de bouillon toe en breng het geheel
aan de kook.
Bind de saus met aardappelmeel of allesbinder.
Proef de saus en roer er een scheut koffieroom door.
Serveer met schelpjesmacaroni.
Tip: Een soortgelijk gerecht kunt u maken met paprikapoeder in plaats van kerriepoeder. Gebruik in dat geval reepjes verse paprika in plaats van prei.
500 gr hamlappen
1 ui
25 gr boter
1 eetlepel kerriepoeder
750 gr krielaardappeltjes
450 gr doperwten
1 klein blikje ananasstukjes
1 zakje kerriesaus
1/2 liter koffieroom
eventueel:
2 eetlepels bouillonpoeder
4 eetlepels zilveruitjes
Snijd het vlees in blokjes.
Pel en snipper de ui.
Verhit de boter in een braadpan en fruit hierin de ui met de kerrie
± 2 minuten.
Voeg het vlees toe en bak het in ± 5 minuten rondom bruin.
Schep er de krielaardappeltjes, de doperwten (en evt. het bouillonpoeder)
door en smoor alles met het deksel op de pan in ± 10 minuten gaar;
schep af en toe om.
Giet de ananasstukjes boven een maatbeker af.
Vul het ananassap met water tot 1 1/2 dl aan.
Klop er met een garde de kerriesaus door en voeg het kerriemengsel al
roerend bij het vlees-doperwten-aardappelmengsel.
Schep de ananasstukjes, de koffieroom (en evt. de zilveruitjes) erdoor en
verwarm het gerecht ± 3 minuten tot de saus mooi gebonden is.
Serveer het met een gemengde salade.
(2 personen)
± 250 gr hamlappen
1 stukje gemberwortel
1 teentje knoflook
1 theelepel sambal oelek
2 theelepels honing
2 eetlepels sojasaus
3 eetlepels sherry
1 eetlepel citroensap of azijn
1 kleine prei
1 kleine courgette
100 gr peultjes
2 eetlepels olie
allesbinder of maïzena
Snijd het vlees in repen van ± 2 cm breed.
Snipper de gemberwortel en de knoflook en roer ze in een schaaltje met de
sambal, de honing, de sojasaus, de sherry en het citroensap of de azijn
door elkaar.
Laat het vlees hierin afgedekt minstens 1 uur marineren.
Snijd de schoongemaakte prei in smalle ringetjes, de courgette in dunne
plakjes en de afgehaalde peultjes schuin doormidden.
Verhit de olie in een wok of grote koekenpan en roerbak het vlees met de
marinade tot het begint te kleuren.
Bak de groenten kort mee, zet een deksel op de pan en laat enkele minuten
stoven tot de groenten beetgaar zijn.
Bind de saus met allesbinder of aangeroerde maïzena.
Lekker met rijst of mihoen en kroepoek.
400 gr varkensvlees
citroensap
100 gr boter
2 uien
2 paprika's
zout, peper, kerriepoeder
bloem
room
2 bouillontabletten
Snijd het vlees in reepjes van 1 cm breed en druppel er citroensap
over.
Pel de uien en hak ze in niet al te kleine stukken.
Maak de paprika's schoon en snijd ze klein.
Verhit de boter en bak het vlees hierin tot het bruin, maar nog niet gaar
is.
Voeg de paprika en de ui, wat zout en peper en 1 theelepel kerrie toe en
laat alles samen op een niet te hoog vuur bakken.
Strooi er na 45 minuten wat bloem op en voeg al roerend de in water
opgeloste bouillonblokjes toe.
Schenk er al roerend 2 eetlepels room bij en maak het geheel op smaak af
met wat zout en peper.
Geef er droge rijst en zoetzuur bij.
500 gr hamlappen
2 uien
4 eetlepels olie
1 teentje knoflook
4 eetlepels witte wijnazijn
1 blik tomatenpuree (70 gr)
4 eetlepels honing
2 eetlepels worcestershiresaus
1 theelepel mosterd
1 theelepel basilicum
peper, zout
Snijd het vlees in blokjes.
Pel de ui en snipper hem fijn.
Verhit in een braadpan de olie en bak het vlees in 5 minuten rondom
bruin.
Neem het vlees dan met een schuimspaan uit de pan.
Voeg de ui aan het bakvet toe, pers de knoflook erboven uit en laat 3
minuten bakken; schep af en toe om.
Voeg de azijn, tomatenpuree, honing, 2 dl warm water, worcestershiresaus,
mosterd, basilicum en het vlees toe en maal de peper erboven.
Roer alles goed door elkaar en stoof het vlees met het deksel op de pan in
45 minuten zachtjes gaar.
Roer af en toe door en breng op smaak met zout.
(2 personen)
1 struik paksoi
1 kleine rijpe mango
1 ui
250 gr varkensschnitzels
zout, peper
1 theelepel gemberpoeder
2 eetlepels bloem
25 gr boter
1 teentje knoflook
3 eetlepels gembersiroop
2 eetlepels (appel)azijn
1 theelepel sambal oelek
Maak de paksoi schoon en snijd hem in reepjes.
Schil de mango, snijd het vruchtvlees van de pit en in stukjes.
Pel en snipper de ui.
Snijd het vlees in stukjes en bestrooi ze met zout, peper en
gemberpoeder.
Haal ze door de bloem.
Verhit de boter in een braadpan of hapjespan, bak het vlees snel rondom
bruin en schep het uit de pan.
Bak de ui en de uitgeperste knoflook ± 2 minuten in het bakvet.
Schep de paksoi erdoor en bak nog ± 2 minuten.
Voeg het vlees, de mango, de gembersiroop, de azijn en de sambal toe
en
laat het gerecht afgedekt in ± 5 minuten gaar worden.
Schep het af en toe om.
Breng het op smaak met zout en peper.
Lekker met rijst.
1 kg varkensfilet
peper, zout
8 eetlepels olie
50 gr boter
2 theelepels uienpoeder
1 theelepel knoflookzout
1 theelepel laos
2 theelepels sambal
4 eetlepels pikante tomatenpuree
2 eetlepels aardappelmeel
ketjap benteng manis
Droog het vlees met keukenpapier en bestrooi het met peper en zout.
Dep het vlees na 10 minuten opnieuw droog en verhit de olie.
Doe het vlees in de pan en laat het onder geregeld keren rondom mooi van
kleur worden.
Voeg dan de boter toe en draai de warmtebron laag.
Maak een papje van uien- en knoflookpoeder, laos, sambal en tomatenpuree,
verdun dit mengsel met 2 1/2 dl water en giet het in de pan.
Laat de vloeistof aan de kook komen, doe de deksel op de pan en laat het
vlees op de laag gedraaide vlam een klein uur sudderen.
Keer het af en toe en voeg wat water toe als een deel van de vloeistof is
verdampt.
Controleer na ongeveer 1 uur of het vlees gaar is, prik met een vork in
het vlees en vang het sap op in een lepel.
Is het vleessap roze, dan is het vlees bijna gaar.
Neem het vlees uit de pan als het vleessap grijs van kleur is.
Roer het aardappelmeel met wat water tot een glad papje en bind daarmee de
saus, proef deze en voeg naar smaak ketjap, peper of zout toe.
Snijd het vlees, na 5-10 minuten afkoelen, in plakken en giet de saus
erover.
450 gr varkensvlees in blokjes
11/2 dl appelwijn of appelsap
4 eetlepels wijnazijn of appelazijn
1 fijngehakt sjalotje
1 theelepel tijm
wat zout en peper
3 kleine uien
600 gr koolraap
600 gr geschrapte krieltjes
2 appels
50 gr bakboter
1 teentje knoflook
1/2 theelepel tijm
1 eetlepel honing
Marineer de varkensvleesblokjes 1 nacht in appelwijn of appelsap,
wijnazijn of appelazijn, sjalotje, tijm, zout en peper.
Snijd de uien in partjes en de koolraap in blokjes of reepjes.
Schrap zonodig de krieltjes en snijd de appels in partjes.
Verhit in de roerbakpan de bakboter en bak het (drooggedepte) vlees hierin
al omscheppend bruin.
Bak de uien mee, pers de knoflook erboven uit, strooi er 1/2 theelepel
tijm over, voeg de koolraap en aardappelen toe en bak alles op hoog vuur
al omscheppend 5 minuten.
Zeef de marinade en voeg de honing toe.
Laat het gerecht 15 minuten zachtjes koken met het deksel op de pan.
Schep af en toe om.
Warm tot slot de appelpartjes mee.
Breng op smaak met zout en peper.
400 gr in smalle repen gesneden hamlappen
4 eetlepels soja
2 eetlepels droge sherry
1 eetlepel suiker
1 panklare middelgrote bloemkool
8 els olie
1 teentje knoflook uit de knijper
peper
Leg het vlees in een schaaltje; vermeng de helft van de soja met de sherry
en de suiker en giet dit op het vlees.
Schep het vlees om en zet het 1 uur afgedekt op een koele plaats.
Snijd de dikke stronk van de bloemkool en verdeel deze in stukjes van
1/3-1/2 cm dikte.
Verwarm de helft van de olie en bak daarin, onder geregeld omscheppen de
bloemkool in 10-12 minuten bijna gaar.
Schep de groente uit de pan, maak daarin de rest van de olie warm en laat
het gemarineerde vlees langzaam gaar en mooi van kleur worden.
Schep het vlees af en toe om, voeg de rest van de soja en de knoflook toe
en eventueel wat water, om te voorkomen dat het vlees zich op de bodem van
de pan vastzet.
Controleer of het vlees gaar is en doe er de bloemkool bij, voeg wat peper
toe en laat het gerecht door en door warm worden.
Proef en doe er naar smaak soja, peper of zout bij.
500-600 gr varkensfilet
1 1/2 eetlepel mosterd
1/2 theelepel fijngewreven tijm
125 gr boter
3 eetlepels room
Vermeng 1 eetlepel mosterd met tijm en een mespuntje zout.
Wrijf het vlees stevig in met dit mengsel.
Verhit 100 gr boter.
Braad het vlees 5 minuten bij een vrij hoge temperatuur rondom flink
aan.
Temper de warmtebron en laat het vlees onder regelmatig bedruipen in 30-40
minuten (bijna) gaar braden.
Neem het vlees uit de pan en laat het 10 minuten rusten.
Maak intussen de jus door er eerst de room door te roeren.
Laat de room onder voortdurend roeren op een hoog vuur verdampen.
Voeg er vervolgens een flinke scheut water (of bouillon) bij en laat alles
even flink doorkoken.
Zeef de jus voor het serveren.
4 varkensfiletlapjes van ± 125 gr per stuk
zout, peper
nootmuskaat
30 gr bakboter
* 2 eetlepels (olijf)olie
50 gr bacon
1 eetlepel gedroogde salie of ± 10 blaadjes verse salie
2 Italiaanse of vleestomaten
1/2 dl witte vermout
1 dl slankroom
witte sauspoeder (variatiesaus)
Wrijf de varkensfiletlapjes in met wat zout, peper en nootmuskaat en bak
ze in een verhit mengsel van bakboter en olie aan beide kanten 4
minuten.
Snijd de bacon in reepjes.
Neem de filetlapjes uit het bakvet en houd ze warm.
Bak de baconreepjes en de salie (snijd verse blaadjes in reepjes) kort in
het bakvet.
Snijd de tomaten in plakken, bak ze om en om, leg ze op de filetlapjes en
verdeel er de bacon en salie over.
Roer de vermout en room bij het bakvet en breng dit aan de kook.
Laat inkoken tot sausdikte of bind bij met 1-2 eetlepels sauspoeder.
Serveer met lintmacaroni en sperziebonen.
Vervang voor de variaties de ingrediënten na *.
Met ananas en gember:
Wrijf de filetlapjes in met zout, peper en gemalen koriander, bak ze
goudbruin en gaar (met arachide-olie) en houd ze warm. Bak in het bakvet 4
schijven ananas om en om en leg ze op de filets. Roer bij het bakvet 1 dl
sojasaus, 1 dl ananasvocht, 2 eetlepels geraspte verse gember, 1 teentje
knoflook uit de pers en 1 in ringen gesneden dunne prei en laat alles kort
koken. Bind met een papje van 2 eetlepels maïzena.
Serveer met (basmati)rijst en spinazie.
Met noten en roomkaas:
Wrijf de filetlapjes in met zout, peper en 1 teentje knoflook, bak ze
goudbruin en gaar (met zonnebloemolie) en houd ze warm. Bak in het bakvet
2 gesnipperde sjalotjes, vermeng die met 100 gr gehakte walnoten, 1
theelepel citroenrasp, 1 eetlepel geknipte citroenmelisse, zout, peper uit
de molen en 100 gr roomkaas in blokjes. Verdeel dit over de filetlapjes en
schuif ze 3-5 minuten onder de grill. Serveer met aardappelkroketjes en
een salade.
1 kg kophaas
voor de marinade:
een flinke scheut ketjap asin
1 fijngesneden uitje
wat slaolie
een scheutje citroensap
3-4 teentjes knoflook
3-6 theelepels ketoembar
een beetje suiker
peper en zout naar smaak
2-3 theelepels djinten
1 plakje djahé (gember)
1/3 pakje santen
Vermeng de ingrediënten voor de marinade.
Snijd het vlees in stukjes en laat het minstens 8 uur marineren.
Rijg het vlees aan voorgeweekte satéstokjes en rooster het op een
tafelgrill.
Verhit voor de satésaus wat olie in een wadjan (of diepe koekenpan)
en fruit hierin 1 fijngesneden uitje, 2-3 geperste teentjes knoflook en
3-4 rawits (kleine Spaanse pepertjes).
Voeg wat salamblad, djeroek poeroet, suiker en azijn toe.
Wacht enkele minuten en voeg dan een paar flinke eetlepels pindakaas en
± 1/2 kopje water toe.
Voeg naar smaak wat tomatenketchup, ketjap, eventueel wat gemberstroop en
zout toe.
Meng het geheel tot een gladde massa en voeg water toe tot de saus de
gewenste dikte heeft.
Los aan het eind 1/3 blok santen in de saus op.
600 gr varkensvlees in blokjes
1 ui
2 teentjes knoflook
2 schijven gemberwortel (djahé)
2 dl ketjap manis
2 bolletjes geraspte gember in siroop
sambal oelek naar smaak
1 groene en 1 rode peper
een scheut water
zout
Doe wat olie in een braadpan en schroei het vlees hierin.
Rasp de ui en de knoflook en voeg dit bij het vlees.
Roer tot het meeste vocht is verdampt en smoor tegelijkertijd de
djahé en de sambal mee.
Voeg, als het geheel wat droger begint te worden, de ketjap, het water en
de geraspte gember en eventueel een scheutje gembersiroop toe.
Voeg naar smaak zout toe en laat het gerecht sudderen tot het vlees gaar
is.
Snijd naar behoefte de groene en rode pepers in schuine stukjes en voeg
die op het laatst aan het gerecht toe.
500 gr hamlappen
3 uien
500 gr (wijn)zuurkool
50 gr boter
2 teentjes knoflook
1 1/2 eetlepel paprikapoeder
zout, cayennepeper
1 laurierblad
1 blikje ananasstukjes
4 eetlepels zure room
Snijd het vlees in blokjes van 2 1/2 cm.
Pel en snipper de uien.
Laat de zuurkool uitlekken.
Verhit in een braadpan de boter en bak het vlees in 5 minuten rondom
bruin.
Voeg de ui toe, pers de knoflook erboven uit en bak die 5 minuten mee.
Roer er de paprikapoeder, zout en een mespuntje cayennepeper door.
Voeg de zuurkool en het laurierblad toe.
Stoof het vlees met het deksel op de pan in 30 minuten zachtjes gaar.
Giet intussen boven een kommetje de ananas af en roer die met 2 eetlepels
sap door het vleesmengsel.
Stoof het vlees in nog eens 15 minuten zachtjes gaar.
Breng de saus met zout op smaak en roer er van het vuur af de zure room
door.
4 varkenskoteletten
1 plak gekookte ham van 1 cm dik
1/2 eetlepel groene peperbolletjes
1 borrelglas jenever
2 dl room
2 grote tomaten
peterselie
een klontje boter
peper, zout
Braad de koteletten in een pan met wat boter aan beide kanten zachtjes
aan.
Kruid ze met peper en zout en houd ze warm.
Ontvet de braadpan, maak de peperbolletjes in dezelfde pan warm en blus
met de jenever.
Snijd de ham in stukjes, doe die met de room in de pan en laat verder
inkoken.
pel en ontpit de tomaten, snijd ze in blokjes en voeg die bij de saus.
Meng er gehakte peterselie door en kruid de saus zo nodig nog bij.
Verdeel het vlees over 4 borden en schenk de saus erover.
Geef er frietjes of aardappelpuree en een groene groente bij.
1 kg varkensfricandeau
zout, peper
125 gr boter
4 eetlepels cognac
2 eetlepels mosterd
1 1/2 dl slagroom
Wrijf het vlees in met zout en peper.
Verhit in een braadpan 75 gr boter.
Bak het vlees in 10 minuten rondom bruin.
Braad het vlees met het deksel schuin op de pan in 40 minuten bijna gaar;
keer het af en toe.
Verwarm intussen een schaal voor.
Verdeel 50 gr boter in klontjes.
Leg het vlees op een plank en laat het 5 minuten rusten.
Giet de helft van het bakvet af en voeg aan de rest de cognac en 1/4 liter
water toe.
Breng de saus aan de kook en roer de aanbaksels los.
Neem de pan van het vuur en roer er de mosterd en slagroom door.
Roer de klontjes boter één voor één door de
saus.
Breng de saus op smaak met peper en zout.
Snijd het vlees in dunne plakken en leg die op de warme schaal.
Schenk er een gedeelte van de saus bij en doe de rest in een sauskom.
Wrijf 600 gr varkensfricandeau in met peper en zout.
Verwarm 150 gr boter in een braadpan en bak het vlees aan beide kanten
lichtbruin.
Pel 3 grote tomaten, snijd ze in stukjes en doe ze bij het vlees met 2-3
geperste knoflooktenen en 3 eetlepels tomatenketchup.
Laat het vlees ± 40 minuten braden.
Maak 3 eetlepels maïzena aan met 2 eetlepels ketjap manis en roer dit
met 1 eetlepel geconfijte, in stukjes gesneden gember en 1 eetlepel
gembernat door de jus van het vlees.
Snijd 2 uien in ringen, voeg deze bij de saus en laat alles nog a/2 uur op
een laag vuur stoven.
Laat intussen 4 ananasschijven uitlekken.
Snijd het vlees in plakken, schik deze op een schaal en garneer met de
uiringen en de ananas.
Serveer de saus apart.
250 gr varkensfricandeau (of -haas)
2 teentjes knoflook
1 eetlepel ketjap
1 eetlepel suiker
2 kemirienoten
het sap van 1/2 citroen
zout, peper
2 eetlepels kokend water
1/2 cm santen
Snijd het in niet te kleine dobbelsteentjes.
Snipper de knoflook en de kemirienoten heel fijn en wrijf ze met wat zout
fijn.
Wrijf het vlees met het knoflookpapje in en leg het in een passend
schaaltje of pannetje met deksel.
Doe er het citroensap, de ketjap, de suiker en naar smaak zout en peper
bij.
Giet het hete water in een kopje en los de santen hierin op (de santen
moet goed dik zijn).
Giet de santen bij het vlees, vermeng alles goed met elkaar en laat het
± 2 uur in de marinade staan.
Rijg het dan aan stokjes en rooster het.
Serveer direct.
500 gr varkensfricandeau
2 tenen knoflook uit de knijper
6 eetlepels ketjap manis
1 eetlepel Javaanse suiker of 2 eetlepels bruine suiker
1/2 theelepel sambal manis
het sap van 1/2 citroen
Vermeng de knoflook met wat zout.
Snijd het vlees in niet te kleine dobbelstenen.
Smeer het vlees in met de knoflookpulp en laat dit een half uur
intrekken.
Maak een marinade van de ketjap, de suiker, de sambal en het citroensap en
klop deze energiek door elkaar, zodat de suiker goed oplost.
Giet de marinade over het vlees en laat het vlees zo 3 uur staan.
Laat het dan uitlekken, maar vang de marinade op.
Dep het vlees droog en rijg het aan pennen of stokjes.
Rooster de saté's op de barbecue of grill en bestrijk ze daarbij
regelmatig met de achtergebleven marinade.
750 gr varkensfricandeau
zout, peper
3 eetlepels (olijf)olie
1 ui
enkele takjes verse tijm
150 gr katenspek (iets dikker gesneden plakjes)
2 1/2 dl droge cider (Chevalier Blanc)
1 bekertje crème fraîche (125 ml)
1 takje peterselie
een ovenschaal ± 20 x 30 cm
aluminiumfolie
Verwarm de oven voor op 200°C of gasovenstand 4.
Bestrooi de fricandeau met zout en peper.
Pel de ui en snijd hem in 8 partjes.
Verhit de olie In een braadpan en bak de fricandeau in ± 10 minuten
rondom bruin.
Voeg halverwege de ui toe en bak die ± 5 minuten mee.
Leg de ui op de bodem van een ovenschaal, leg de fricandeau erop, leg de
tijmtakjes op de fricandeau en leg de plakjes katenspek dakpansgewijs op
de fricandeau.
Braad het vlees in het midden van de oven onafgedekt in ± 1 uur
gaar.
Neem de schotel uit de oven en wikkel het vlees in aluminiumfolie.
Schenk het vleesvocht boven een pan door een zeef, voeg de cider toe en
laat de saus op hoog vuur in ± 10 minuten tot ± 1 1/2 dl
inkoken.
Roer de crème fraîche erdoor en laat nog ± 2 minuten
inkoken tot een mooi gebonden saus ontstaat.
Snijd het vlees in dunne plakjes.
Schep 4 eetlepels saus over het vlees en knip de peterselie erboven
fijn.
Geef de rest van de saus er apart bij.
Serveer met gepofte appels en aardappelpuree.
Wrijf 750 gr varkensfilet in met zout en peper en braad het in 3 eetlepels
(bak)boter in 40 minuten bruin en net gaar.
Neem het vlees uit de pan en laat het in aluminiumfolie gewikkeld
rusten.
Kook de aanbaksels met 2 1/2 dl sterke runderbouillon los en laat het
bruisend tot de helft inkoken en roer dan 1 eetlepel witte wijn door de
saus.
Warm 250 gr ontvelde witte druiven (blik) en 100 gr blanke amandelen in de
saus mee en giet het vleessap uit het folie bij de saus.
Breng op smaak met zout en peper en serveer de saus bij het in plakken
gesneden vlees op de schaal.
± 1 kg varkensfricandeau
zout, (versgemalen) peper
1/2 theelepel chilipoeder
1/2 theelepel kaneel
1 theelepel gemalen komijn (djinten)
50 gr boter
2 eetlepels olijfolie
2 uien
2 tenen knoflook
1 kg rijpe tomaten
1 dl vleesfond of bouillon
3 eetlepels honing
2 eetlepels fijngehakte verse koriander of peterselie
Laat het vlees uit de koelkast eerst op kamertemperatuur komen.
Roer zout, peper, het chilipoeder, de kaneel en de komijn in een kommetje
door elkaar en wrijf de varkensfricandeau in met 3/4 van dit mengsel.
Verhit de boter en de olie in een braadpan en bak de fricandeau rondom
bruin.
Braad de fricandeau op matig vuur ± 35 minuten met het deksel
schuin op de pan.
Keer de fricandeau regelmatig en schep er dan wat braadvocht over.
Voeg, als het te hard gaat, de fond toe.
Pel en snipper de uien en de tenen knoflook.
Was de tomaten en snijd ze in stukken.
Bak de uien en de knoflook en voeg dan de tomaten (met de fond) toe en
braad het vlees in nog ± 15 minuten net aan gaar.
Leg het vlees op een plank en houd het in een lauwe oven warm.
Wrijf het tomatenmengsel boven een andere pan door een zeef en kook het op
hoog vuur in tot een lichtgebonden saus.
Roer er de rest van de kruiden en de honing door en laat de saus nog
± 4 minuten zachtjes pruttelen.
Roer de koriander erdoor en voeg naar smaak zout en peper toe.
Snijd het vlees in plakken, leg die dakpansgewijs op een schaal en schep
er wat van de saus over.
Geef de rest van de saus er apart bij.
Lekker met (basmati)rijst.
(varkensvlees met schelpdieren uit Portugal))
4 eetlepels reuzel of olijfolie
750 gr varkensfricandeau in stukken
100 gr ontbijtspek in blokjes
4 geperste teentjes knoflook
1 fijngesneden rode peper, zaadjes verwijderd
2 gesnipperde uien
zout, peper
3 eetlepels fijngehakte peterselie
1 kg mosselen
Verhit de reuzel of olie in een grote braadpan en bak het vlees en het
spek hierin rondom bruin.
Voeg de knoflook, de rode peper, de ui, zout, peper en de peterselie toe
en bak dit 15-20 minuten.
Was de mosselen goed schoon (verwijder de slechte exemplaren) en doe ze
bij het vlees.
Bak ze op hoog vuur, onder regelmatig schudden, tot de mosselen open
gaan.
Serveer het gerecht Direct.
Lekker met frites en partjes citroen.
800-1000 gr fricandeau (kalfs- of varkens)
grofgemalen peper
125 gr boter
1 gesnipperde ui
1 ragfijn gehakt teentje knoflook
6 ontvelde tomaten in stukken
6 eetlepels rode port
6 eetlepels bouillon
1 theelepel maïzena
2 eetlepels grofgehakte peterselie
1/2 theelepel suiker
Snijd de vetranden van het vlees iets in en wrijf het vlees flink in met
peper.
Verhit de boter en braad het vlees er 8 minuten rondom in.
Zet het vuur laag en braad het vlees in 40 minuten heel zachtjes gaar.
Neem het vlees uit de pan en laat het 10 minuten rusten.
Fruit de ui in de achtergebleven boter glazig.
Voeg de knoflook toe en schep alles goed om.
Doe er vervolgens de stukjes tomaat, de rode port en de bouillon bij en
laat alles flink doorkoken.
Zeef de saus en druk alle vaste bestanddelen door een zeef.
Leng de maïzena aan met 1 eetlepel water en bind de saus hiermee.
Laat de saus nog even flink pruttelen.
Roer de peterselie en de suiker erdoor en voeg naar smaak zout toe.
Leg het in plakken gesneden vlees op een schaal en schenk er een deel van
de saus over.
Geef de rest van de saus er apart bij.
400 gr hamlappen
peper, zout
40 gr boter
2 uien in ringen
1 theelepel kerrie
3 tomaten
1 paprika
1 stokje kaneel
1 stukje foelie (of eventueel gemalen foelie)
50 gr rozijnen
1 appel
1 peer
1 perzik
4 pruimen
maïzena
350 gr macaroni
Schil het fruit, verwijder het klokhuis en pitten en snijd het in
stukjes.
Bestrooi het vlees met peper en zout.
Smelt de boter in een braadpan en bak het vlees snel rondom bruin.
Voeg de ui en de kerrie toe en fruit die tot de ui glazig wordt.
Dompel de tomaten in heet water, ontvel ze en snijd ze in vieren.
Verdeel de gewassen paprika in tweeën, verwijder de zaadlijsten en de
zaadjes en snijd de paprika in dunne reepjes.
Voeg de paprika, de tomaat, de rozijnen, het stokje kaneel en de foelie
aan het vlees toe en laat het 10 minuten smoren.
Roer er nu de andere vruchten door en laat het geheel in 20 minuten
zachtjes gaar worden.
Verwijder vlak voor het serveren het stokje kaneel en de foelie en bind de
saus eventueel met wat water aangemaakte maïzena.
Bereid intussen de macaroni volgens de gebruiksaanwijzing op het pak.
Serveer beide gerechten apart in voorverwarmde schalen.
500 gr macaroni
400 gr varkenspoelet
50 gr ontbijtspek
1 gele, 1 rode en 1 groene paprika
1 ui
1 stukje prei
50 gr boter
1 kopje water
zout, peper, aroma
Bak het gesnipperde spek uit, voeg de boter toe en laat deze bruinen.
Voeg het vlees toe en laat dit op hoog vuur dichtschroeien.
Was de groenten en snijd ze in niet te kleine stukjes.
Doe ze in de pan en laat alles met gesloten deksel een klein uur
stoven.
Giet 3/4 van het water in de pan, los de maïzena in de rest op en
voeg dit, als het vocht in de pan kookt, al roerend toe.
Breng op smaak met zout, peper en kruiderij.
Vermeng dit alles met de intussen gaar gekookte en goed uitgelekte
macaroni.
Serveer met een frisse salade.
2 grote uien
3 teentjes knoflook
2 rode en 1 groene peper
2 eetlepels olie
750 gr mager varkensvlees in smalle reepjes
zout
1 eetlepel bloem
1 theelepel oregano
1 eetlepel citroensap
1/2 theelepel gemalen komijn (djinten)
Pel de uien en snijd ze in ringen.
Pel en snipper de knoflook.
Verwijder de zaadjes uit de pepertjes en hak de pepertjes fijn.
Verhit de olie en bak het vlees met de uien, de knoflook en wat zout
goudbruin.
Braad het vlees ± 20 minuten zachtjes.
Voeg de pepertjes toe en bestrooi het vlees met de bloem.
Schenk 2 1/2 dl kokend water in de pan en voeg de oregano, het
citroensap
en de komijn toe en laat het gerecht nog 10 minuten zachtjes sudderen.
(5-6 personen)
1500 gr varkensfricandeau
1 1/2 kg grote kastanjes
1 ui in stukjes
1 eetlepel tomatenpuree
olie
zout, peper
Kook de kastanjes op en verwijder de harde schil.
Snijd het vlees in stukjes, was het en laat het uitlekken.
Verwarm de olie, bak het vlees goudbruin en voeg de ui, zout en peper
toe.
Los de tomatenpuree in een glas water op, giet dit over het vlees en laat
het vlees langzaam gaar sudderen.
Doe, als het vlees gaar is, de kastanjes erbij, laat nog 3-4 minuten koken
en dien het vlees op.
1 gesnipperd uitje
1 uitgeperst teentje knoflook
1 theelepel kerrie
1 eetlepel boter
100 gr varkensvlees
1 eetlepel rozijnen
3 dl water en 1/2 bouillontablet
1/8 liter zure room
1 eetlepel bloem
1/2 schijf ananas
3 bolletjes fijngesneden gember
1 eetlepel gehakte ongezouten pinda's
Smoor de gesnipperde ui met knoflook en kerrie in de boter.
Voeg daaraan het in dobbelsteentjes gesneden varkensvlees toe en bak dit
op een niet te hoog vuur tot het bruin getint is.
Voeg de rozijnen met de bouillon toe.
Laat dit ongeveer 20 minuten zachtjes koken.
Doe de sour cream in een kommetje, strooi hierop de bloem en klop deze er
met een vork door tot een glad mengsel.
Doe iets van de hete bouillon bij de sour cream en schenk dit al roerend
terug inde pan.
Laat dit alles even goed doorkoken en roer van het vuur af de gesneden
ananas, gember en gehakte pinda's erdoor.
Serveer er drooggekookte rijst bij.
500 gr uien
500 gr varkensvlees
1 fles hot ketchup
1 blik perziken
sambal
knoflook
maïzena
Bak het vlees bruin, voeg de uien toe en laat dit ± 15 minuten
sudderen tot het gaar is.
Voeg dan de gesneden perziken met het vocht, de ketchup, sambal en
knoflook (naar smaak) toe en laat dit langzaam warm worden (de perziken
mogen niet zacht worden).
Maak de saus dikker met maïzena.
Serveer met witte rijst.
(2-3 personen)
2 grote gesnipperde uien
1 blik perziken op sap
1 blikje tomatenpuree
± 300 gr hamlappen
1/2 theelepel piri piri (of naar smaak meer)
olie
een scheutje citroensap
peper, zout
tomatenketchup
1 mespuntje sambal
Snijd het vlees in blokjes en marineer die minstens 30 minuten in een
mengsel van de olie, de piri piri, het citroensap en zout en peper.
Bak het vlees voorzichtig aan, anders verbranden de kruiden.
Voeg de uien en de sambal toe en laat ze ± 5 minuten garen.
Snijd de perziken in stukjes en voeg ze toe, evenals de tomatenpuree en de
ketchup.
Laat alles even pruttelen tot het goed is doorgewarmd.
Voeg, als u de saus nog wat bleek vindt, nog wat tomatenpuree toe.
Geef er rijst en een frisse salade bij.
2 varkenshaasjes á ± 250 gr
100 gr pâté aux noix
1 (pers)sinaasappel
2 eetlepels amandelschaafsel (Baukje)
peper, zout
50 gr boter
4 eetlepels cranberrycompote (Ocean Spray)
Snijd de varkenshaasjes in de lengte open tot ± 1/2 cm van de
zijkant en vul ze vervolgens met de pâté.
Klap ze dicht en steek ze met cocktailprikkers vast.
Boen de sinaasappel met koud water goed schoon en rasp de schil.
Pers hem uit en roer daarna de geraspte schil door het sap.
Rooster het amandelschaafsel in een droge pan goudbruin en laat het op een
bord afkoelen.
Bestrooi de haasjes met peper en zout en bak ze in een braadpan in
± 8 minuten bruin; keer ze halverwege.
Bak ze vervolgens met het deksel schuin op de pan in ± 12 minuten
bruin en van binnen rosé.
Neem de haasjes dan uit de pan en houd ze warm.
Voeg het sinaasappelsap aan het bakvet toe, breng het aan de kook en roer
de aanbaksels los.
Voeg daarna de cranberrycompote toe en laat de saus al roerend iets
inkoken.
Breng op smaak met peper en zout.
Schenk de saus over de (eventueel in plakken gesneden) varkenshaasjes en
strooi er het amandelschaafsel over.
Serveer met witlof en aardappelkroketjes.
750 gr varkenshaas
4 teentjes knoflook
1/2 theelepel cayennepeper
3 eetlepels rode paprikapasta
1/2 dl olijfolie
50 gr boter
zout
1 eetlepel fijngehakte peterselie
2 citroenen
1 kg mosselen
1 dl witte wijn
1 ui
1 takje peterselie
1 takje selderij
1 laurierblad
1 teentje knoflook
Snijd de varkenshaas in blokjes van 5 cm en bestrijk ze met de uitgeperste
knoflook.
Roer de cayennepeper door de paprikapasta, besmeer de blokjes vlees
hiermee en laat ze minstens 24 uur marineren.
Was de mosselen onder stromend water goed schoon en laat ze uitlekken.
Laat de mosselschelpen zich openen in de witte wijn met de ui, de
peterselie, het laurierblad en 1 teentje knoflook; verwarm dit geheel 2
minuten op hoog vuur.
Neem de mosselen uit de pan en haal ze uit de schelpen.
Zeef het kookvocht.
Verwarm de olie met de boter in een braadpan met dikke bodem en bak de
stukjes varkensvlees rondom bruin.
Strooi er zout over en doe de mosselen erbij.
Blus het geheel met het mosselkookvocht en laat dit iets inkoken.
Bestrooi het gerecht met de peterselie en geef er partjes citroen bij.
Serveer direct met stokbrood of pommes frites en een salade.
(2 personen)
25 gr gedroogde paddestoelen (cêpes, shii-takes of morilles)
2 sjalotjes
250 gr varkenshaas
1/2 eetlepel kruidenmosterd
25 gr boter
zout, versgemalen peper
2 eetlepels cognac
1/8 liter crème fraîche
Week de paddestoelen 20-30 minuten in ruim warm water, spoel ze onder
stromend water af en bewaar het weekvocht.
Verwijder taaie steeltjes.
Pel en snipper de sjalotjes.
Snijd de varkenshaas in plakjes van ± 2 cm dik en bestrijk ze dun
met de mosterd.
Verhit de boter in een koekenpan en bak het vlees in 4-5 minuten bruin en
gaar.
Strooi er zout en peper over en houd het vlees onder aluminiumfolie
warm.
Bak de sjalot en de paddestoelen ± 2 minuten in het bakvet.
Voeg de cognac en de crème fraîche toe en laat in 2-3 minuten
zoveel vocht verdampen, dat de paddestoelen alleen nog met room zijn
omhuld.
Breng op smaak met zout, peper en eventueel wat mosterd-roomsaus.
2 eetlepels olie
1 ui
1 teentje knoflook
1 1/2 dl tomatensap
1 sinaasappel
1 bekertje crème fraîche
1 theelepel mosterd
zout, peper, cayennepeper
2 varkenshaasjes
25 gr boter
Snijd de ui in ringen en pers de sinaasappel uit.
Verhit de olie, fruit de ui 5 minuten en pers de knoflook erboven uit.
Roer de overige ingrediënten, behalve de boter en het vlees, erdoor
en laat het mengsel in 25 minuten gaar pruttelen.
Bak de varkenshaasjes in de boter in 15 minuten rosé en serveer ze
met de saus.
Lekker met een groene groente en rijst of gebakken krieltjes.
(2 personen)
100 gr (kastanje)champignons
1 sjalotje
1 sneetje witbrood
5 takjes peterselie
20 blaadjes verse basilicum
2 ansjovisfilets
1 1/2 eetlepel wijnazijn
3 eetlepels olijfolie
zout, peper
1 varkenshaasje
25 gr boter
Veeg de champignons schoon en snijd ze in plakjes.
Pel en snipper het sjalotje.
Snijd de korstjes van het brood, week het in wat koud water en knijp het
goed uit.
Doe het brood, de sjalot, de peterselie, de basilicum, de ansjovis en de
azijn in de keukenmachine en hak alles fijn.
Voeg de olie in een dun straaltje toe en blijf kloppen tot een vrij
dikke
saus ontstaat.
Breng de saus op smaak met zout.
Bestrooi het varkenshaasje met zout en peper.
verhit de boter in een koekenpan en bak het varkenshaasje in ± 10
minuten
rondom bruin en rosé.
Bak de laatste 5 minuten de champignons mee.
Snijd het vlees in plakjes en verdeel die met de champignons over 2
borden.
Schep de saus er gedeeltelijk op.
Geef er gebakken krielaardappeltjes en spitskool bij.
(2 personen)
1 varkenshaasje
zout, peper
1 theelepel oregano
25 gr boter
2 takjes peterselie
2 eetlepels verse groene peperkorrels (potje)
1/8 liter slagroom
Wrijf het vlees in met zout, peper en oregano.
Verhit de boter in een braadpan en bak het varkenshaasje rondom bruin.
Braad het met het deksel schuin op de pan in nog ± 15 minuten
rosé.
Knip de peterselie fijn.
Neem het vlees uit de pan.
Voeg de peperkorrels aan het braadvet toe en bak ze ± 1 minuut.
Roer er de slagroom en de peterselie door en breng de saus aan de
kook.
Snijd het varkenshaasje in plakjes, verdeel die over 2 borden en schenk de
saus erover.
Serveer er gebakken krieltjes en Chinese koolsalade met sinaasappel bij.
400 gr varkenshaas
2 sjalotjes
30 gr grove mosterd
1 theelepel rozemarijn
7 groene peperkorrels
100 gr boter
1 eetlepel olijfolie
1 dl witte wijn
1 teentje knoflook
zout, peper
Wrijf het vlees in met knoflook, mosterd, zout, peper en rozemarijn en
laat dit 15 minuten intrekken.
Verhit 75 gr van de boter samen met de olijfolie in een koekenpan en fruit
de sjalotjes op matig vuur 3 minuten.
Haal de sjalotjes uit de pan en houd ze apart.
Zet het vuur hoger en bak de varkenshaasjes rondom goudbruin.
Braad ze op matig vuur gaar.
Haal de haasjes uit de pan en houd ze warm.
Doe de wijn en de sjalotjes in de pan, roer de aanbaksels los en kook het
snel tot de helft in.
Klop de rest van de koude boter door het braadvocht en voeg de
peperkorrels en eventueel een beetje mosterd toe.
Snijd de haasjes in plakken en serveer die met de saus.
6 gedroogde pruimen zonder pit
75 gr achterham (dikke plak)
1 eetlepel slagroom
2 theelepels bloem
40 gr geraspte Fougerond kaas
peper, zout
2 varkenshaasjes á 225 gr
8 plakjes ontbijtspek
25 gr boter
1 eetlepel paneermeel
Hak de pruimen en de ham heel fijn en doe ze bij elkaar.
Schep er de slagroom, de bloem, 2 eetlepels geraspte kaas en wat peper en
zout door.
Snijd de varkenshaasjes in en vul ze met het pruimenmengsel.
Omwikkel ze met het ontbijtspek en steek er cocktailprikkers doorheen.
Verhit de boter in een koekenpan en bak het vlees in ± 8 minuten
rondom bruin en gaar.
Vermeng intussen de rest van de kaas met het paneermeel.
Doe het vlees met het bakvet over in ovenvaste schaal en bestrooi de
varkenshaasjes met het kaasmengsel.
Laat het vlees onder de hete grill in ± 4 minuten gratineren.
Lekker met gebakken aardappelen en zuurkool met bosuitjes.
(2 personen)
300 gr varkenshaas
3 lente-uitjes
2 eetlepels abrikozenjam
1 theelepel sojasaus
1 plak achterham
25 gr boter
2 eetlepels medium sherry
1 dl slagroom
zout, peper
Maak de lente-uitjes schoon en snijd het losse groen eraf.
Snijd het varkenshaasje in de lengte tot op 1 cm in en klap het open.
Vermeng de jam met de sojasaus en bestrijk de binnenkant van het
varkenshaasje ermee.
Halveer het plakje ham en leg de helften in elkaars verlengde op het
varkenshaasje; snijd overhangende randjes weg.
Leg de lente-uitjes erop.
Klap het varkenshaasje weer dicht en steek het met cocktailprikkers
vast.
Wrijf het varkenshaasje in met zout en peper.
Verhit de boter in een braadpan en bak het varkenshaasje rondom bruin.
Braad het vlees met het deksel op de pan in ± 15 minuten zachtjes
gaar.
Neem het uit de pan en houd het onder aluminiumfolie warm.
Roer de sherry en de room door het braadvocht en kook dit ± 2
minuten tot een licht gebonden saus in.
Snijd het vlees schuin in dunne plakjes en rangschik die dakpansgewijs op
2 warme borden.
Schenk de saus erlangs.
Lekker met gebakken krielaardappeltjes en een frisse salade.
1 dl slaolie
3 theelepels droge sherry
2 theelepels zout
witte peper
4 theelepels aardappelmeel
400 gr varkenshaas
1 kleine ui
1 groene paprika
1 rode Spaanse peper
100 gr winterwortel
4 kastanjechampignons
1 kippenbouillontablet
1 eetlepel oestersaus (Chinese Emperor)
1 theelepel sesamolie (Chinese Emperor)
1 theelepel Chinese sojasaus (Chinese Emperor)
1/2 theelepel suiker
300 gr langkorrelrijst
50 gr ongezouten cashewnoten
Roer in een kom 1 eetlepel slaolie, 1 theelepel sherry, 1 theelepel zout,
1 mespunt peper en 2 theelepels aardappelmeel door elkaar.
Snijd het vlees in blokjes, schep die door de marinade en laat ± 10
minuten marineren.
Pel de ui en snijd hem in vierkantje stukjes.
Was de paprika, maak hem schoon en snijd hem in blokjes.
Was de peper, snijd de kapjes eraf, verwijder de zaadjes en snijd hem in
dunne ringetjes.
Maak de winterwortel schoon, was hem en snijd hem in blokjes.
Veeg de champignons met keukenpapier schoon en snijd ze in vierkante
stukjes.
Breng in een pan ruim water aan de kook en kook de wortel ± 3
minuten.
Schep hem met een schuimspaan in een zeef, spoel hem onder koud stromend
water af en laat uitlekken.
Kook in hetzelfde water de champignons ± 1 minuut.
Spoel ze in een zeef onder koud stromend water af en laat uitlekken.
Schep de ui, paprika, peperringetjes, wortel en champignons in kom door
elkaar.
Los in een andere kom 1/4 bouillontablet in 1 dl kokend water op (de rest
van het kokende water wordt niet gebruikt).
Roer de oestersaus, de sesamolie, de sojasaus, de suiker, de rest van de
sherry, de rest van het zout en 1 mespunt peper tot een sausje.
Hang een zeef in een steelpan en zet hem in de buurt van de wok.
Breng in een pan 1/2 liter water met de rest van het bouillontablet aan de
kook.
Voeg de rijst toe en kook die in ± 20 minuten gaar.
Verwarm 4 borden voor.
Verhit de wok op hoog vuur.
Schenk de rest van de slaolie in de wok en verhit die.
Laat intussen het vlees op keukenpapier uitlekken.
Draai, zodra van olie een lichte walm komt, vuur lager.
Voeg het vlees toe en bak het al omscheppend 2-3 minuten.
Schep het vlees met de olie in de zeef boven de steelpan.
Maak de wok schoon en verhit hem opnieuw.
Voeg 2 eetlepels van warme olie (uit de steelpan) toe en verhit ze.
Voeg de groenten toe en roerbak ± 2 minuten.
Schep het vlees erdoor en bak het ± 1 minuut mee.
Schenk het sausje erbij en laat het al omscheppend in ± 3 minuten
iets inkoken.
Roer de rest van het aardappelmeel in een kopje met 1/2 eetlepel koud
water tot een papje.
Schenk dit papje al roerend in de wok en laat de saus al roerend licht
binden.
Giet de rijst af, schep hem in timbaaltjes en druk goed aan.
Keer de timbaaltjes boven de warme borden en laat de rijst op de borden
glijden.
Schep het vlees-groentegerecht ernaast en strooi er de cashewnoten over.
(Varkenshaas gevuld met pruimen)
(Denemarken)
600 gr varkenshaas
peper, zout, gemberpoeder
2 goudrenetten
8 gedroogde pruimen
40 gr boter
koffieroom
2 eetlepels rode bessengelei
Vraag of de slager het vlees insnijdt, zodat een zak ontstaat.
Wrijf het vlees van binnen in met peper,zout en gemberpoeder.
Leg de pruimen op een bord, schenk er kokend water over en laat ze een
half uur zo staan.
Giet ze af en haal de pitten eruit.
Schil de appels, snijd ze doormidden, verwijder het klokhuis en snijd ze
in blokjes.
Vul het vlees gelijkmatig met de appelblokjes en de pruimen.
Verhit de boter in de braadpan tot lichtbruin en braad het vlees rondom
bruin.
Leg een deksel schuin op de pan, zet het vuur laag en laat het vlees,
onder regelmatig keren, 20-25 minuten zachtjes braden.
Neem het vlees dan uit de pan en houd het warm.
Roer de braadboter los met de room, roer de bessengelei door de saus en
maak hem desgewenst af met port.
Snijd het vlees in dikke plakken en geef de saus er apart bij.
Snijd van een varkenshaasje schijfjes (medaillons) van ± 60 gr en
bestrooi die stuk voor stuk met peper, zout en wat paprikapoeder.
Neem per medaillon twee dunne lapjes katenspek en wikkel die kruislings om
het vlees.
Laat boter in de koekenpan bruin worden, leg het vlees met de
"sluiting" naar onder in de pan en plaats er een deksel
schuin op.
Draai na 6 of 7 minuten braden het vlees om en braad ook de andere kant zo
op matig vuur.
Leg het vlees, als het uit de pan komt, op een voorverwarmde schaal met de
heetste zijde naar boven.
Leg er een blokje jong belegen kaas op en laat dat smelten.
Serveer de medaillons met rijst en stroganoffsaus.
U kunt de varkensmedaillons ook op een andere verrassende manier klaar maken: Leg op de gekruide medaillons een even groot plakje kaas en pak het pakje in met gekookte ham. Zet ze eventueel vast met garen en bak ze in ± 10 minuten op een matig vuur gaar.
4 varkensmedaillons
1 eetlepel rozijnen
2 sneetjes witbrood
2 eetlepels vloeibare honing
2 grote sinaasappelen
1 eidooier
1 glas rode wijn
peper, zout
Laat de rozijnen een kwartiertje wellen in heet water, laat ze
uitlekken
en vermeng ze met het broodkruim en de honing.
Rasp de schil van beide sinaasappelen en meng deze, samen met de
losgeklopte eidooier door het broodkruim.
Roer tot u een gladde massa heeft.
Bestrijk het vlees met de massa en bak het daarna 20 minuten in een op
200°C voorverwarmde oven (is het vrijkomende vocht helder als u in het
vlees prikt, dan is het gaar).
Houd de medaillons warm.
Giet het braadvocht in een pannetje, breng het op smaak met peper en zout,
voeg de wijn toe en laat het tot een smeuïge saus inkoken.
Serveer de medaillons met gestoomde aardappelen, gestoofde zilveruitjes en
de saus.
1 varkenshaasje van 250 gr
80 gr boter
80 gr bloem
1/4 liter bouillon
wat room
1/2 eetlepel paprikapoeder
1 klein gesnipperd uitje
peper, zout
Wrijf het haasje in met peper en zout.
Smelt de boter in de pan en bak het haasje gaar.
Haal het haasje uit de pan en fruit in de boter de ui en het
paprikapoeder.
Voeg er de bloem aan toe en laat het geheel even gaar worden.
Voeg hierna de bouillon toe.
Doe het haasje terug in de pan en laat het ± 5 minuten staan.
Verwijder het haasje vlak voor het serveren en voeg wat room toe; laat het
nu niet meer koken.
250 gr varkenshaas
3 rode uien of 1/2 gewone ui
2 kemirienoten
2 rode pepers of 1 theelepel sambal oelek
1 mespunt laos
1/4 theelepel trassie
zout
asemwater of citroensap
1 eetlepel heet water
1/4 cm santen
Snijd het vlees in niet te kleine dobbelsteentjes en zout die.
Snipper op een houten snijplank de rode uien (of de gewone ui) heel
fijn.
Leg er de fijngesneden rode pepers (of de sambal oelek), de laos,
eventueel de trassie, de kleingesneden kemirienoten en wat zout bij..
Wrijf alles met een houten lepel goed fijn tot u een kruidenpapje
heeft.
Doe dit kruidenpapje bij de dobbelsteentjes vlees en giet er dan nog wat
asemwater (of citroensap) over.
Doe het hete water in een kopje en los de santen hierin op.
Giet ook deze dikke santen bij het vlees.
Vermeng alles goed en laat het vlees minstens 2 uur in de marinade staan,
voor u de saté aan de stokjes rijgt en ze gaat roosteren.
Serveer de saté warm
150 gr bacon
2 uien
2 varkenshaasjes á 250 gr
zout, peper
25 gr boter
1 teentje knoflook
1 theelepel majoraan
1/8 liter droge witte wijn
125 gr crème fraîche
Snijd de bacon in stukjes.
Snipper de ui fijn.
Wrijf het vlees in met zout en peper.
Verhit de boter, bak hierin de bacon ± 3 minuten zachtjes uit en
schep de bacon dan uit de pan.
Bak in het bakvet het vlees snel aan beide kanten bruin.
Voeg de ui toe en bak hem mee.
Voeg het uitgeperste teentje knoflook toe en bak het mee.
Strooi er de majoraan over.
Voeg de wijn en 2 eetlepels water toe.
Stoof het vlees met het deksel op de pan in 20 minuten zachtjes gaar. Keer
het vlees af en toe.
Voeg de crème fraîche en de bacon aan het vlees toe en
verwarm die ± 2 minuten mee.
Snijd het vlees in dikke plakjes en serveer de saus er apart bij.
2 eetlepels olie
30 gr boter
2 varkenshaasjes, samen 500 gr
2 eetlepels mosterd
200 gr niet te dun gesneden rauwe ham
24 gedroogde pruimen
8 plakjes bladerdeeg
1 eierdooier
zout, versgemalen peper
Verhit de boter in een braadpan en laat de boter in de olie smelten.
Braad de varkenshaasjes een paar minuten rondom aan en neem ze uit de
pan.
Roer wat zout en peper door de mosterd en bestrijk de varkenshaasjes met
dit mengsel.
Leg de varkenshaasjes met de punten over elkaar heen, zodat ze overal even
dik zijn.
Leg de plakken ham dakpansgewijs naast elkaar en houd 2 plakken over.
Leg de varkenshaasjes op de ham en dek ze af met de opengesneden
pruimen.
Sla de plakken ham over de pruimen en dek ze af met de achtergehouden
ham.
Leg de plakjes bladerdeeg licht overlappend in 2 rijen van 4 naast elkaar
en druk de randen met de deegrol stevig op elkaar, zodat een deeglap van
± 50 x 25 cm ontstaat.
Leg de ingepakte varkenshaasjes met de pruimen naar beneden op het deeg,
bestrijk de deegranden met water en pak de varkenshaasjes in het
bladerdeeg.
Druk de naden stevig op elkaar.
Leg het pakketje met de naad naar beneden op een velletje bakpapier in de
koelkast tot het de oven in gaat.
Prik er 3 gaatjes in om de stoom tijdens het bakken te laten ontsnappen en
garneer desgewenst met figuurtjes die u uit het bladerdeeg heeft
gesneden.
Verwarm de oven voor op 200°C, bestrijk het bladerdeeg met de
eierdooier en bak het in ± 30 minuten gaar.
Snijd het dan met een kartelmes in dikke plakken en serveer het direct.
1 sjalotje
600 gr varkenshaasjes
zout, peper
75 gr boter
35 gr bloem
31/2 dl melk
1 eetlepel cognac of sherry
1 kuipje Bressot met Ham á 125 gr
10 sprietjes bieslook
Pel en snipper het sjalotje.
Wrijf de varkenshaas in met zout en peper.
Verhit 50 gr boter in een braadpan en bak de varkenshaas in 20 minuten
zachtjes gaar.
Smelt 25 gr boter in een pan en fruit het sjalotje.
Voeg al roerend scheutje voor scheutje de melk toe en blijf roeren tot een
gladde saus ontstaat.
Roer de cognac erdoor en laat de saus ± 3 minuten zachtjes
koken.
Roer de verse roomkaas met de ham voorzichtig door de saus en verwarm de
saus zachtjes tot de kaas is gesmolten.
Snijd de varkenshaasjes in plakken en rangschik deze op 4 warme
borden.
Geef de saus erboven fijn.
1 varkenshaasje van ± 250 gr
peper, zout
50 gr boter
1/2 ui
1 dl sinaasappelsap
1 dl bouillon
1/2 theelepel mosterd
een scheutje oranje curaçao
een scheutje schenkroom
15 gr bloem
Wrijf het vlees in met peper en zout en braad het op een matig vuur in
± 15 minuten aan alle kanten mooi bruin en gaar.
Neem het haasje uit de pan en houd het warm.
Fruit in de achtergebleven braadboter het fijngesneden uitje, strooi er de
droge bloem over en laat die ook lichtbruin kleuren.
Voeg dan onder goed roeren in gedeelten de bouillon en het sap toe.
Voeg de mosterd, de likeur en de schenkroom toe en giet de saus over het
varkenshaasje.
(2 personen)
1 varkenshaasje (± 300 gr)
1 zakje mix voor satémarinade (40 gr, Conimex)*
3 eetlepels olie
1 eetlepel ketjap manis
1 eetlepel gembersiroop (Royal Mail)
1 kleine rode Spaanse peper
25 gr ongezouten pinda's
1 bosuitje
100 gr satésaus (pot)
Snijd het varkenshaasje in plakjes van ± 1 cm dik.
Roer in een kom de marinademix, 1 eetlepel olie, de ketjap en de
gembersiroop door elkaar.
Schep de plakjes vlees erdoor en laat ze ± 15 minuten staan.
Maak de Spaanse peper schoon, verwijder de zaadjes en snijd de peper in
dunne reepjes.
Hak de pinda's fijn en snijd het bosuitje in dunne ringetjes.
Verwarm 2 borden voor.
Verhit in een pan 1 eetlepel olie en bak de peperreepjes en de bosui
daarin ± 1 minuut zachtjes.
Voeg 80 ml water en de satésaus toe en verwarm het geheel al
roerend tot een gladde saus ontstaat.
Verhit in een koekenpan 1 eetlepel olie en bak de plakjes vlees in
± 4 minuten bruin en gaar; keer ze halverwege.
Roer de rest van de koude marinade en de gehakte pinda's door de
satésaus en warm nog ± 1 minuut goed door.
Leg de plakjes varkenshaas op de warme borden en schenk er de
satésaus over en ernaast.
Serveer met rijst of nasi goreng, kroepoek, komkommersla en atjar
tjampoer.
* Mix voor satémarinade
Met deze marinademix maakt u snel een geurige marinade voor kip- of
varkenssaté. Natuurlijk kunt u het gemarineerde vlees ook op een
andere manier verwerken, bijvoorbeeld gewoon bakken of roosteren. Of door
nasi goreng verwerken. De mix voor satémarinade (40 gr, Conimex) is
samengesteld uit geurige kruiden en specerijen. U hoeft er alleen wat
ketjap en olie door te roeren.
2 varkenshaasjes á ± 200 gr
peper, zout, gemberpoeder
50 gr boter
2 bosuitjes
1/2 eetlepels ketjap
2 theelepels honing
1 zakje jus met uitjes (Knorr)
1/2 dl sinaasappelsap
2 eetlepels geroosterde sesamzaadjes (Zonnatura)
Wrijf de varkenshaasjes naar smaak in met gemberpoeder, peper en zout.
Verhit de boter en bak de varkenshaasjes in ± 12 minuten rondom
bruin en
rosé.
Maak intussen de bosuitjes schoon en snijd ze in stukjes.
Neem het vlees uit de pan en houd het warm.
Bak de bosui al omscheppend 3 minuten.
Voeg de ketjap, de honing, het sinaasappelsap, de sesamzaadjes, 2 dl
koud
water en de inhoud van het zakje jus toe en breng het aan de kook.
Kook op laag vuur 1 minuut.
Snijd het vlees in plakjes en serveer het met de jus.
Lekker met gegratineerde aardappelpuree en roergebakken spinazie.
500 gr varkenshaas
2 uien
2 tenen knoflook uit de knijper
4 eetlepels ketjap manis
2 gepofte kemirienoten
1 theelepel laos
1/2 theelepel koenjit
1/2 theelepel gemberpoeder of 1 theelepel geraspte verse gemberwortel
1 theelepel ketoembar
1/4 theelepel djinten
2 eetlepels vloeibare tamarinde
2 eetlepels Javaanse suiker of 4 eetlepels bruine suiker
2 serehstengels
2 djeroek poeroetbladen
4 theelepels sambal oelek
Maak de uien schoon en snipper ze fijn.
Maak een marinade van de uien, knoflook, ketjap, kemiries, laos, koenjit,
gember, ketoembar, djinten, tamarinde en de suiker.
Voeg de sereh en djeroek poeroet toe.
Snijd de varkenshaas in dobbelstenen.
Voeg deze aan de saus toe, schep het vlees goed om, zodat de saus
wordt
opgenomen en laat het vlees een uurtje marineren.
Dep het dan droog, rijg het aan pennen of satéstokjes en rooster of
grilleer het vlees gaar.
Kook 250 gr rijst volgens de gebruiksaanwijzing gaar.
Verhit in een wok 4 eetlepels olie en fruit hierin 1 uitgeperst teentje
knoflook en 1 fijngesnipperde ui.
Voeg 250 gr varkensvleesreepjes toe, bak die ± 5 minuten mee en
breng op smaak met zout.
Roer er 2 theelepels sambal, 1 theelepel gemberpoeder, 2 eetlepels
tomatenketchup en 2 eetlepels ketjap manis door.
Voeg de rijst toe en laat nog ± 4 minuten zachtjes bakken.
800 gr gekookte rijst
200 gr varkensfricandeau
2 rode pepers
1 ui
3 teentjes knoflook
2 theelepels trassie
5 theelepels sambal oelek
0,3 dl olie
3 eetlepels ketjap manis
1 prei
1 mespunt peper
1 mespunt zout
Snijd de fricandeau in kleine blokjes en de prei in fijne ringen.
Maal de ui, de knoflook en de pepers fijn en fruit dit met de trassie in
de olie aan.
Voeg dit mengsel aan het vlees toe en laat dit samen met de prei even
garen.
Bak de rijst hierin op.
Voeg de sambal oelek en de ketjap toe en maak af met peper en zout.
750 gr schouderkarbonade
400 gr grote uien
8 teentjes knoflook
1 theelepel gemberpoeder
1 eetlepel azijn
4 eetlepels ketjap
1 flinke eetlepel bakgember
peper, zout
Zet het vlees op met een bodempje water, de fijngesneden uien, de geperste
knoflook, zout, peper en gemberpoeder en laat het koken tot het vet begint
uit te braden.
Breng op smaak met ketjap, peper en azijn en laat het vlees verder
sudderen tot het gaar is.
Lekker met rijst, maar ook met stokbrood.
1 kg mager varkensvlees
1 grote ui
1 theelepel knoflookpoeder
1 theelepel gemberpoeder
4 eetlepels ketjap
1 bouillontablet
zout, peper
Bak het vlees en de ui aan en doe er daarna de kruiden bij.
Laat het zachtjes pruttelen en langzaam indikken.
500 gr varkensvlees in dobbelstenen
1 grote fijngesneden ui
2 fijngesneden teentjes knoflook
1/2 theelepel djahé
boter
25 gr laksa (of 1 kopje heel fijne vermicelli)
2 dl water
zout, peper
ketjap manis
Fruit de ui, de knoflook en de djahé in wat boter lichtbruin.
Doe er de vleesblokjes bij en kruid met zout en peper.
Voeg, als de vleesblokjes rondom bruin zijn, wat ketjap, het water en de
laksa toe en laat alles op laag vuur doorkoken tot de saus goed is
gebonden.
Gebruik niet teveel water.
250 gr varkenshaas
3 rode uien of 1/2 gewone ui
2 teentjes knoflook
1 theelepel ketoembar
1 mespunt laos
1 eetlepel suiker
1 eetlepel ketjap
het sap van 1/2 citroen
zout, peper
1 eetlepel heet water
1/4 cm santen
Snijd het vlees in niet te kleine dobbelsteentjes.
Snipper de uien en de teentjes knoflook Op een houten snijplank heel
fijn.
Leg er de ketoembar, de laos en wat zout bij en wrijf alles met een houten
lepel fijn tot u een kruidenpapje heeft.
Doe dit kruidenpapje met de ketjap, de suiker, het citroensap, zout en
peper naar smaak bij de dobbelsteentjes vlees.
Doe het hete water in een kopje, los de santen daarin op en giet ook dit
over het vlees.
Vermeng het vlees nu goed met de kruiden en laat het zeker 2 uur in deze
marinade staan, voordat u het aan de stokjes rijgt en gaat roosteren.
Serveer de saté warm.
Deze saté kunt u ook maken van mals schapenvlees of kip.
Kook de kip eventueel in weinig water met wat zout gaar en snijd het vlees
dan in stukjes.
500 gr bami
200 gr varkensfricandeau
4 teentjes knoflook
1 ui
1 prei
1/2 spitskool
2 eetlepels ketjap manis
1/2 bos selderij
2 mespunten zout
1 dl olie
1 mespunt peper
Kook de bami in ruim kokend water met 1 theelepel zout gaar.
Giet de bami af, roer deze met de helft van de olie glad en laat
afkoelen.
Snijd het vlees in kleine blokjes en de prei en de spitskool in fijne
reepjes.
Hak de selderij.
Snijd de knoflook en de ui fijn en fruit ze in de rest van de olie
aan.
Voeg het vlees toe en laat dit met de prei garen.
Voeg er de afgekoelde bami aan toe en bak die op.
Doe er tenslotte de spitskool en de ketjap bij en breng de bami op smaak
met peper, zout en de gehakte selderij.
Voor de marinade:
1 eierdopje (50 gr) olie
1 eierdopje azijn
1 eierdopje ketjap manis
1 eetlepel (bruine basterd)suiker
1 mespunt sambal (oelek)
zout, peper
En verder:
400 gr varkensfilet in blokjes
2 dl tomatenketchup
2 dl chilisaus
1-2 potjes atjar tjampoer
olie om in te bakken
Maak de marinade van de olie, azijn, ketjap, sambal, suiker, zout en peper
en leg het gesneden vlees erin.
Laat dit minstens 2 uur in de koelkast staan.
Laat de atjar uitlekken.
Maak een mengsel van de ketchup en de chilisaus.
Bak het vlees met de marinade in de olie en voeg er, als dit gaar is, het
ketchup-chilisausmengsel bij.
Verdeel de atjar over de bodem van een grote schaal en schep het vlees met
de saus erop.
Geef er rijst bij.
(2 personen)
250 gr mals varkensvlees (schouderkarbonade, fricandeau, of mooi mager spek)
Voor de marinade:
1 teentje knoflook
1/2 geraspte ui
1 1/2 eetlepel ketjap
citroensap en citroenschil
sambal oelek naar smaak
1/2 theelepel djahé
een scheutje sherry
1 1/2 eetlepel olie
Voor het sausje:
2 eetlepels gembernat of 2 eetlepels bakgember
sambal oelek naar smaak
1/2 kopje tomatenketchup
1/2 eetlepel ketjap
een scheutje azijn
1 kopje water
zout, peper
maïzena om te binden
Voor de garnering:
2 eetlepels atjar tjampoer
snijd het vlees in plakken van 2-3 cm, kerf ze met tussenruimtes van 2 cm
in en wrijf het vlees in met peper en zout.
Maak de marinade:
Fruit de geraspte ui en de knoflook, voeg de andere ingredinten toe en
breng alles aan de kook.
Laat de marinade wat afkoelen en leg er dan het vlees minstens 2 uur
in.
droog het vlees met keukenpapier goed af.
Olie het vlees, verwarm de grill voor en leg het vlees in het midden van
de oven onder de grill.
Rooster het krokant (iedere kant ± een kwartier).
Maak intussen het sausje:
Voeg aan het water alle ingrediënten toe, breng het aan de kook en
bind het met maïzena of aardappelmeel.
Leg wat atjar tjampoer op een vleesschaaltje.
Leg daarop het vlees en overgiet dit alles met het sausje.
(scherp gekruid varkensvlees)
500 gr mager varkensvlees
4 witte uien
2 tenen knoflook
2 rode lomboks
2 theelepels gemberpoeder
1 theelepel laospoeder
2 theelepels kentjoer
2 theelepels ketoembar
1 theelepel djinten
2 eetlepels olie
1/2 theelepel serehpoeder
2 blaadjes salam
zout
25 gr dikke santen
Snijd het vlees in blokjes.
Pel en snipper de uien en de knoflook.
Maak de lomboks schoon en snijd ze in stukjes.
Maak de uien, knoflook en lomboks in een vijzel of met de staafmixer fijn
en meng er de gember, laos, kentjoer, ketoembar en djinten door.
Gebruikt u schijfjes in plaats van poeder, plet ze dan licht met de
stamper van de vijzel.
Verhit de olie in een wadjan of braadpan en fruit de uienmassa en de
sereh.
Bak de blokjes vlees rondom bruin.
Voeg een beetje kokend water en de salambladen toe en laat het vlees
± 15 minuten zachtjes gaar stoven.
Voeg naar smaak zout toe, rasp de santen en laat die in de saus oplossen.
Dit gerecht kan ook met 500 gr riblappen worden gemaakt. Laat het vlees in dat geval in 1 1/2-2 uur gaar koken.
2 varkenshaasjes van ± 300 gr
1 eetlepel olie
1 eetlepel boter
zout, peper
500 gr champignons
1 eetlepel boter
het sap van 1/2 citroen
1 blokje leverpastei, liefst met truffels
1 theelepel tijm of enkele takjes verse tijm
1 bosje peterselie
enkele blaadjes lavas (maggiplant) of enkele druppels bouillonaroma
125 gr boter
1 pak diepvriesbladerdeeg
bloem voor het uitrollen
1 gesplitst ei
Verwarm de oven voor op 225°C.
Laat de olie in een braadpan heet worden en wentel er beide haasjes
door.
Bak ze op iets minder hoog vuur rondom bruin en voeg intussen de boter in
klontjes toe.
Neem de haasjes als ze bruin zijn uit de pan, strooi er peper en zout over
en laat ze afkoelen.
Giet de braadboter in een kopje en laat in dezelfde vleespan een nieuw
stukje boter smelten.
Schud er de gewassen, goed uitgelekte en in vieren gesneden champignons
bij.
Druppel er een beetje citroensap over, roer een paar maal om en laat ze in
± 10 minuten gaar sudderen.
Giet het vocht bij de braadboter.
Snijd of hak de champignons heel klein.
Doe de leverpastei in een kom en voeg er de tijm, de kleingesneden
peterselie en de lavas of het bouillonaroma, de boter en de champignons
aan toe.
Roer dit door tot het een gelijkmatig mengsel is en doe er naar smaak
peper en zout bij.
Zet het 15 minuten in de koelkast, zodat het steviger wordt.
Rol het bladerdeeg uit tot een rechthoek, die groot genoeg is om er beide
varkenshaasjes in te wikkelen.
Strijk het champignonmengsel erover uit en laat daarbij rondom 3 cm van
het deeg vrij.
Leg er naast elkaar de beide varkenshaasjes zò op dat het dikke
gedeelte van het ene haasje tegen het dunne gedeelte van het andere
ligt.
Sla er aan weerszijden de uiteinden van het deeg over, bestrijk de
vrijgelaten deegranden met eiwit en druk ze op elkaar.
De varkenshaasjes moeten rondom in het deeg zijn verpakt.
Bestrijk het deeg over het hele oppervlak met de even losgeklopte
eierdooier.
Maak de bakplaat nat, leg er de gevulde deegrol op, schuif hem onderin de
oven en bak de varkenshaasjes ± 1/2 uur.
Verdeel het omhulsel en het vlees aan tafel in passende stukken.
Er hoeven geen aardappelen bij.
Geef er sla of een andere groente bij.
Varkenshaas met bier
(Filet Mignon de Porc d'Arlon)
2 varkenshaasjes
1 liter bouillon
1 dl pilsener bier
15 gr suiker
0,3 dl azijn
1 wortel
1 meiraapje
1 prei
1/2 selderijknol
zout, peper
100 gr boter
Laat de bouillon tot 2 1/2 dl inkoken.
Maak de groenten schoon en snijd ze in julienne.
Smelt 50 gr boter in een pan en voeg de groenten erbij.
Doe het deksel op de pan en laat ze een kwartiertje zachtjes stoven.
Houd ze, als ze bijna gaar zijn, warm.
Bestrooi de varkenshaasjes intussen met peper en zout.
Verhit de rest van de boter in een andere pan en sauteer de varkenshaasjes
aan alle kanten snel bruin.
Temper het vuur en laat ze 20 minuten zachtjes verder sauteren.
Neem ze uit de pan.
Voeg de suiker bij de braadboter, laat even karameliseren, deglaceer dan
met het bier en de azijn en voeg de ingekookte bouillon bij de saus.
Snijd de varkenshaasjes in plakken, leg ze op een serveerschaal, omring ze
met het groentemengsel en schenk er wat van de saus over.
Serveer direct.
2 varkenshaasjes
1 ei
zout, peper
2 eetlepels mosterd
75 gr blanke amandelen
2 oude witte boterhammen
1 theelepel gedroogde tijm
4 eetlepels olijfolie
Sla de dunne kant van de varkenshaasjes terug en steek ze met een
cocktailprikker vast (of bind ze vast met slagerstouw), zodat de
varkenshaas overal even dik is.
Klop het ei los met een 1/2 theelepel zout, 1/2 theelepel peper en 1/2
eetlepel mosterd.
Hak de amandelen in heel kleine stukjes.
Verwijder de korsten van de boterhammen, maal het brood tot kruimels en
meng het met de amandelen en de tijm.
Haal de varkenshaasjes eerst door het ei en wentel ze daarna door het
amandelmengsel, zodat ze helemaal zijn bedekt.
Verhit de olijfolie in een ruime koekenpan en bak de varkenshaasjes hierin
op matig vuur tot ze rondom egaal bruin en van binnen mooi rosé
zijn (± 15
minuten, afhankelijk van de dikte).
Neem de varkenshaasjes uit de pan en laat ze, afgedekt met folie, 5
minuten rusten.
Zet het vuur onder de pan hoog, blus de jus af met een scheutje water en
roer er de rest van de mosterd door.
Snijd het vlees in plakken van 1 1/2 cm en leg ze op 4 voorverwarmde
borden.
Serveer de jus apart in een sauskom.
1 rode paprika
2 geperste teentjes knoflook
1/4 theelepel gemalen piment
400 gr varkenshaas in stukjes van ± 4 cm
zout, peper
1 kg kokkels of mosselen
2 eetlepels olijfolie
1 eetlepel boter
1 citroen in partjes
1 eetlepel fijngesneden selderij
Verwarm de oven voor op 200°C en rooster de paprika in de oven
± 30 minuten.
Laat hem in een afgesloten plastic zak 5 minuten uitdampen.
Verwijder de schil en de zaadlijsten en pureer het vruchtvlees.
Vermeng de paprikapuree met de knoflook en de piment en smeer het vlees
hiermee in.
Laat het afgedekt in de koelkast 24 uur marineren.
Leg de kokkels 2 uur in zout water, zodat het zand eruit spoelt, of was de
mosselen.
Verhit de olijfolie en de boter.
Braad het vlees rondom bruin en laat het in ± 15 minuten gaar
worden.
Breng het met zout en peper op smaak.
Laat de schelpen uitlekken en voeg ze aan het vlees toe.
Verwarm het gerecht met het deksel op de pan ± 5 minuten tot de
schelpen open gaan; schud de pan elke minuut om.
Garneer met partjes citroen en selderij.
Geef er dikke frites bij.
1/2 dl droge witte wijn
1/2 eetlepel citroensap
1/2 dessertlepel gemalen komijn
2 geperste teentjes knoflook
1 laurierblad
peper
500 gr varkensvlees in blokjes
15 gr spekvet
olijven en partjes citroen om te garneren
Maak een marinade van de wijn, het citroensap, de komijn, knoflook,
laurier en peper en marineer het vlees hierin 1 nacht.
Dep het vlees droog en bewaar de marinade.
Smelt het spekvet en bruin het vlees.
Voeg de marinade toe en laat het, met een deksel op de pan ± 45
minuten sudderen.
500 gr in dunne plakjes gesneden hamlappen
100 gr in reepjes gesneden spek
2 in ringen gesneden uien
1 in ringen gesneden prei
1 kleine, in roosjes verdeelde bloemkool
250-350 gr krieltjes of kleingesneden aardappel
1 eetlepel fijngehakte peterselie
1 uitgeperst teentje knoflook
1 eetlepel (sla-)olie
zout, versgemalen peper
versgehakte marjolein of 1 theelepel gedroogde
± 1 liter bouillon
Doe alle ingrediënten in een grote ovenschaal en schep alles goed
door elkaar.
Schenk er zoveel bouillon bij dat de ingrediënten voor de helft onder
staan.
Zet de deksel op de schaal.
Zet de schotel midden in een op 240°C voorverwarmde oven en laat het
gerecht in ± 1 uur gaar stoven.
Roer de schaal eventueel halverwege de stooftijd een keer goed om.
Bestrooi het gerecht vlak voor het opdienen desgewenst nog met wat
fijngesneden peterselie.
500 gr varkensvlees
3 eetlepels suiker
1 teentje knoflook
peper
4 eetlepels ketjap
3 fijngehakte preien
2 eetlepels sesamzaadjes
1 theelepel gember (of 1 fijngehakt nootje)
2 theelepels olie om in te bakken
Rooster de sesamzaadjes ± 1 minuut in een droge hete koekenpan.
Snijd het vlees in blokjes en doe ze in een kom.
Roer er alle overige ingrediënten door en laat het dan een half uur
staan.
Bak het vlees daarna gaar en laat het met wat water even sudderen.
4 varkensfiletlapjes á 150 gr
zout, versgemalen zwarte peper
verse basilicum
1 theelepel groene peperkorrels (potje)
2 takjes peterselie
bakboter
1 pakje tomato frito (Heinz)
1 eetlepel slagroom
Sla het vlees tussen plasticfolie platter, wrijf het in met zout en peper
naar smaak en laat dit 5 minuten intrekken.
Snijd voor de vulling zoveel basilicumblaadjes in reepjes, dat het 4 volle
eetlepels zijn en schep dit om met de peperkorrels en de fijngeknipte
peterselie.
Verdeel dit over het vlees en rol het vlees strak op (vouw hierbij de
zijkanten iets naar binnen, zodat de vulling er niet uit loopt) en zet het
met keukengaren vast.
Braad de rolletjes in de verhitte boter rondom aan en schenk er de tomato
frito bij.
Laat het vlees in ± 20 minuten gaar worden.
Roer de slagroom door de saus.
Serveer de rolletjes met de saus en garneer met basilicumblaadjes.
Lekker met spaghettini (fijne spaghetti) en veldsla met vinaigrette.
Basilicum, dat ook wel bazielkruid of koningskruid wordt genoemd, neemt
een belangrijke plaats in de kruidenkeuken in.
Basilicum heeft een pikant, heel duidelijk aroma en een uitgesproken
smaak. Het blad in reepjes snijden of scheuren en pas op het laatste
moment aan bereide schotels toevoegen.
De combinatie van basilicum met tomaat is onovertroffen, maar ook in
visschotels, soepen en sauzen, aubergine-, paprika- en
aardappelgerechten, bij lamsvlees en op pizza's smaakt basilicum heerlijk.
Basilicum is bovendien een smaakbepalend ingrediënt in de klassieke
pestosaus. Basilicum is een eenjarige, vrij kwetsbare plant, die het goed
doet in potten.
4 varkensschnitzels á 50 gr
.25 rode paprika
2 zoetzure augurken (pot)
4 plakjes Coburgerham (vleeswaren)
zout, peper
2 eetlepels bloem
2 eetlepels (olijf)olie
1 dl witte wijn
1/2 dl Room Culinair (pakje á 200 ml, Campina)
vershoudfolie
4 cocktailprikkers
aluminiumfolie
Leg de schnitzels naast elkaar op een snijplank, dek ze met vershoudfolie
af en rol of sla ze plat.
Was de paprika en snij hem in dunne reepjes.
Snijd de augurken in de lengte in flinterdunne plakjes.
Leg op iedere schnitzel een plakje ham en verdeel de augurk hierover.
Leg de paprika in het midden, dwars op de augurk.
Rol de schnitzels vanaf de korte kant op, steek ieder rolletje met een
cocktailprikker vast, bestrooi de vleesrolletjes met zout en peper en
wentel ze door de bloem.
Verhit de olie in een koekenpan en bak de vleesrolletjes in ± 5
minuten rondom mooi bruin.
Verwarm intussen de wijn, blus de vleesrolletjes ermee af en laat ze
afgedekt op matig vuur in ± 8 minuten gaar worden.
Haal de vleesrolletjes uit de pan en houd ze onder aluminiumfolie
warm.
Roer de Room Culinair door het in de pan achtergebleven vocht en laat het
± 2 minuten licht binden.
Serveer de rolletjes met de saus erover.
350 gr varkensvlees
1 ui
250 gr (winter)wortelen
1 prei
1 gele paprika
50 gr taugé
2 gembernootjes
olie
1 eetlepel maïzena
het sap van 1 sinaasappel
1 eetlepel azijn
1 eetlepel ketjap
zout, peper
Snijd het vlees, de ui, wortel, prei en paprika in reepjes.
Was de taugé en snijd de gember in stukjes.
Verhit in een braadpan wat olie en bak het vlees hierin goudbruin.
Voeg dan de groenten toe, roer er 2 dl water bij en breng alles aan de
kook.
Roer de maïzena met het sinaasappelsap, een eetlepel gembersiroop, de
azijn en de ketjap tot een papje en bind hiermee al roerend het
kookvocht.
Verwarm alles nog 2 minuten en breng het gerecht op smaak met zout en
peper.
Serveer er gekookte mie (300 gr) bij.
4 rijpe perziken
1 tomaat
1 kleine rode Spaanse peper
1 sjalotje
1 eetlepel. (olijf)olie
1 teentje knoflook
1 theelepel chilipoeder
1 theelepel gemalen koriander
1/2 theelepel kaneelpoeder
1/2 theelepel djinten
1 theelepel kruidenbouillonpoeder
2 varkenshaasjes (á 250 gr)
25 gr boter
zout, peper
verse bieslook
Breng in een pan ruim water aan de kook.
Schil de perziken en verwijder de pitten.
Snijd 3 perziken in stukjes.
Kruis de tomaat in, dompel hem enkele seconden in kokend water onder,
spoel hem onder koud stromend water af en ontvel hem.
Snijd de tomaat in vieren en verwijder de pitjes.
Maak het pepertje schoon, was het, verwijder de pitjes en snijd het in
dunne reepjes.
Pel en snipper het sjalotje.
Verhit in een braadpan de olie en fruit het sjalotje daarin ca 1 minuut
zachtjes.
Pel de knoflook en pers hem erboven uit.
Voeg de chilipoeder, koriander, kaneelpoeder en de djinten toe en bak die
al omscheppend ca 1 minuut mee.
Roer er de perzikstukjes, de tomaat, de helft van de peperreepjes, het
bouillonpoeder en 1 1/2 dl water door.
Breng het geheel aan de kook en laat het afgedekt ca 10 minuten zachtjes
sudderen.
Pureer dit met een staafmixer of in een keukenmachine tot een gladde
saus.
Verwarm 5 borden voor.
Snijd de varkenshaasjes in plakken van ca 3 cm dik.
Verhit de boter in een koekenpan en bak de plakken varkenshaas in ca 4
minuten bruin en gaar; keer ze halverwege.
Leg ze op een warm bord, bestrooi ze met zout en peper en houd ze onder
aluminiumfolie warm.
Roer de perziksaus door het bakvet en laat dit ca 2 minuten zachtjes
sudderen.
Snijd de vierde perzik in 12 partjes en knip de bieslook in stukjes van ca
1 cm.
Schenk de saus op de borden en leg de plakken varkenshaas er stergewijs
midden op.
Leg de perzikpartjes in de saus en strooi er de bieslook en de rest van de
peperreepjes in.
Geef er rijst en een salade bij.
400 gr varkesspoelet of kleingesneden fricandeau
3 dl sinaasappelsap
1 dl droge vermout of witte wijn
1 flinke mespunt tijm
1 flinke mespunt rozemarijn
1 mespuntje geraspte nootmuskaat
1-2 geperste teentjes knoflook
5 eetlepels olijfolie of andere olie
40 gr rozijnen
1 stukje van 4 cm dunne citroen- of sinaasappelschil
40 gr bloem
peper, zout
50 gr boter
50 gr gesnipperde ui
100 gr panklare champignons
1 grote rode en 1 groene paprika
100 gr verse of geconserveerde blokjes ananas
2 bananen
kerrie
worcestershiresaus
Vermeng in een kom het sinaasappelsap en de wijn.
Roer in een kopje een papje van tijm, rozemarijn, nootmuskaat,
knoflook en enkele druppels olie. Roer het papje met 2 eetlepels van de
olie door het sinaasappelsap met de wijn en doe daar het poelet in. Zet de
kom 2 uur op een koele plaats.
Wrijf in een zeef de steeltjes los van de rozijnen. Spoel de steeltjes
daarna weg en was de rozijnen met lauwwarm water af.
Laat de rozijnen, ruim onder water met de citroen- of
sinaasappelschilletjes, ± 3 minuten zacht koken.
Sluit het pannetje en neem het van het fornuis.
Laat de marinade in de zeef uit het poelet lekken.
Dep het vlees droog.
Strooi peper en zout op het vlees en wentel het door de bloem.
Verwarm de rest van de olie in de vleespan.
Bak daarin het vlees even aan en voeg de boter of margarine
toe.
Fruit met het vlees de ui glazig en temper de warmtebron.
Snijd de champignons overlangs in plakjes.
Was de paprika's en snijd deze overlangs twee keer door.
Verwijder de stelen en neem het zaad weg.
Snijd het vruchtvlees in niet te kleine stukken.
Neem het stukje schil bij de rozijnen weg en voeg die met het
kooknat bij het vlees.
Schep de plakjes champignon en paprika door de inhoud van de
pan.
Leg na 3 minuten de stukjes ananas op het vlees.
Pel de bananen en roer die in een kom met 1/2 theelepel kerrie
tot moes.
Klop hier de marinade door en schep de inhoud van de kom door
die van de pan.
Laat het vlees nog 10 minuten zacht sudderen en helemaal gaar
worden.
Proef het gerecht en maak het pikant van smaak met peper, zout, kerrie en
worcestershiresaus.
Tip: u kunt het varkenspoelet vervangen door stukjes kipfilet.
(4 personen)
1 varkensfiletrollade (ca 700 gr)
2 eetlepels olie
40 gr boter
zout, peper
keukenpapier
aluminiumfolie
(Neem de rollade ca 30 minuten van tevoren uit de koelkast).
Dep de rollade droog met keukenpapier.
Verhit in een (braad)pan de olie en 30 gr boter.
Bak de rollade in ca 5 minuten rondom bruin.
Voeg de rest van de boter toe en braad de rollade op laag vuur met het
deksel schuin op de pan in 35 á 45 minuten zachtjes gaar.
Keer regelmatig (de rollade is gaar als het vlees stevig aanvoelt en niet
terugveert als u erop drukt).
Neem de rollade uit de pan en bestrooi hem met zout en peper. Verpak de
rollade in aluminiumfolie en laat hem ca 15 minuten rusten.
Verwijder dan het aluminiumfolie en snijd de rollade met een scherp mes in
plakken.
Tip: Gebruik een spatel of een vleestang om de rollade te keren. Als u met een vork in het vlees prikt, ontstaan er gaatjes waardoor vleessappen verloren gaan.
(warme saus, 4 personen)
1/4 kleine courgette
1/4 kleine gele paprika
8 groene olijven met piment
1 eetlepel (olijf)olie
1 pakje sugosauskruiden (370 gr)
Maak de courgette schoon, was hem en snijd hem in kleine blokjes.
Maak de paprika schoon, was hem en snijd hem in kleine blokjes.
Snijd de olijven in dunne plakjes.
Verhit in een pan de olie en bak de courgette en de paprika al omscheppend
ca 5 minuten.
Roer de sugo en de olijven erdoor en verwarm de saus al roerend ca 3
minuten zachtjes.
(warme saus, 4 personen)
1 stengel bleekselderij
1 eetlepel walnoten
75 gr gorgonzola
1 pakje roomsaus culinair (voor 0,25 liter, Maggi)
1 1/2 dl droge witte wijn
Maak de bleekselderij schoon, was hem en snijd hem in dunne plakjes.
Hak de walnoten grof.
Snijd de gorgonzola in stukjes.
Breng in een pan het sauspoeder met de wijn en 1 dl koud water al roerend
aan de kook.
Voeg de gorgonzola toe en laat die al roerend smelten.
Roer de bleekselderij erdoor en strooi de walnoten erover.
(koude saus, 4 personen)
2 eetlepels groene pesto (potje)
5 eetlepels mayonaise
zout, (versgemalen) zwarte peper
6 kerstomaatjes
1 takje peterselie
1 eetlepel kappertjes (potje)
Roer in een kom de pesto en de mayonaise door elkaar.
Breng op smaak met zout en peper.
Was de tomaatjes, halveer ze, verwijder met een theelepel de zaadjes en
snijd het vruchtvlees in dunne partjes.
Knip in een kopje de peterselie fijn.
Roer de tomaatpartjes en de kappertjes door de pestosaus en strooi er de
peterselie over.
(warme saus, 4 personen)
2 sinaasappels
3 eetlepels dry sherry
2 bosuitjes
15 gr boter
1 zakje jus speciaal met pittige kruiden (voor 1/4 liter, Knorr)
Halveer 1 sinaasappel en pers hem uit.
Doe het sap over in een maatbeker.
Voeg de sherry toe en vul met koud water aan tot 2 1/2 dl.
Schil de andere sinaasappel dik tot op het vruchtvlees en snijd hem in de
lengte in 4 parten.
Snijd deze parten in dunne plakjes.
Maak de bosuitjes schoon en snijd ze in dunne ringetjes.
Verhit in een pan de boter en bak daarin de bosui al omscheppend ca 2
minuten.
Voeg het sinaasappelsap en de juspoeder toe en breng het geheel al roerend
(met een garde) aan de kook.
Laat de sinaasappeljus ca 1 minuut onafgedekt zachtjes doorkoken.
Roer er dan de sinaasappelplakjes door.
(warme saus, 4 personen)
1/4 kleine komkommer
2 eetlepels gezouten pinda's
1 pakje satésaus (á 2 zakjes elk voor 0,150 liter,
Knorr)
1 theelepel sambal oelek
50 gr taugé
Verwarm een platte schaal voor.
Was de komkommer en snijd hem in dunne reepjes.
Hak de pinda's grof.
Maak met beide zakjes sauspoeder en 2 1/2 dl water satésaus volgens
de gebruiksaanwijzing en roer er de sambal door.
Schenk de saus op de warme schaal, rangschik de komkommer en de
taugé erop en strooi er de Pinda's over.
Serveer direct.
(warme saus, 4 personen)
100 gr fijne champignons
75 gr katenspek (plakjes)
1 1/2 dl droge rode wijn
1 zakje jachtsaus (voor 1/4 liter, Knorr)
10 sprietjes bieslook
keukenpapier
Veeg de champignons schoon met keukenpapier en snijd ze in dunne
plakjes.
Snijd het katenspek in smalle reepjes.
Laat in een droge koekenpan het spek al omscheppend ca 3 minuten zachtjes
bakken.
Voeg de champignons toe en bak ze ca 4 minuten mee.
Voeg de wijn, 1 dl koud water en het sauspoeder toe en breng het geheel al
roerend aan de kook en laat de saus ca 1 minuut zachtjes doorkoken.
Knip de bieslook erboven fijn.
Tip: Deze zes snelle sauzen kunt u ook heel goed serveren bij
andere vleessoorten. Denk bijvoorbeeld eens aan varkensfiletlapjes,
rosbief, varkensfricandeau, ossehaas, karbonade en kalfs- of
varkensschnitzel.
1 varkensrollade (ca 1 kg)
1 eetlepel geraspte sinaasappelschil
1 theelepel grof gemalen zwarte peper
200 gr boter
2 eetlepels bloem
1 eetlepel fijne mosterd
1 1/2 dl droge witte wijn
1 1/2 dl vers geperst, gezeefd sinaasappelsap
1 1/2 dl bouillon
2 schoongeboende sinaasappelen
Wrijf het vlees flink in met peper en sinaasappelrasp.
Verhit 150 gr boter en braad het vlees rondom aan.
Temper de warmtebron en laat het vlees in 1 uur zachtjes gaar braden
(bedruip regelmatig met de braadboter).
Neem na het braden de rollade uit de pan.
Giet zoveel boter uit de pan dat ongeveer 4 eetlepels overblijven.
Roer de bloem erdoor en voeg de mosterd, wijn en bouillon toe.
Roer alles goed door en vergeet daarbij de aanbaksel op de bodem niet.
Roer het sinaasappelsap door de saus en laat die even doorkoken.
Zeef de saus en voeg naar smaak zout toe.
Snijd de sinaasappelen in dikke plakken en verwarm ze in een bodempje
water.
Snijd het vlees in dikke plakken, leg ze dakpansgewijs op een schaal en
leg de sinaasappelplakken ernaast.
Schenk er een beetje saus over en serveer de rest apart.
(8 personen)
1 varkensrollade van ca 1 kg
1 zachtzure appel, geschild, van klokhuis ontdaan en in kleine blokjes
gesneden
75 gr rozijnen
50 gr boter
1 1/2 dl bouillon
1 1/2 dl droge witte wijn
2 eetlepels honing
1 eetlepel maïzena
1/2 dl room
zout, witte peper uit de molen
Steek een vrij lang en smal mes overlangs in de rollade en draai dit goed
rond, zodat in het vlees een holte ontstaat. Vermeng de blokjes appel met
de rozijnen en vul de holte van de rollade met dit mengsel.
Verhit de boter in een pan en bak hierin bij vrij veel hitte de rollade
snel rondom bruin.
Voeg de bouillon en de wijn toe en breng het geheel aan de kook.
Temper het vuur, leg het deksel op de pan en laat de rollade 1 uur
zachtjes door stoven.
Roer de honing door het stoofvocht en laat alles nog 30 minuten zachtjes
door stoven.
Neem de rollade uit de pan en snijd hem in plakken.
Leg de plakken vlees op een schaal en houd ze warm.
Kook het stoofvocht van het vlees bij veel hitte tot de helft van het
volume in.
Leng in een kommetje de maïzena aan met de room en bind hiermee het
stoofvocht.
Laat de saus 5 minuten zachtjes koken.
Breng de saus op smaak met zout en peper.
Schenk wat van de saus over het vlees en geef de rest er apart bij.
1 ei
2 kleine uien
4 takjes peterselie
3 takjes selderij
1 1/2 theelepel tijm
zout, peper
4 ongepaneerde varkensschnitzels á 100 gr
50 gr boter
1/2 eetlepel maïzena
1/2 dl koffieroom
Kook het ei in 10 minuten hard, laat het schrikken, pel en halveer
het.
Wip er boven een diep bord de dooier uit en prak die fijn.
Snipper het eiwit fijn.
Pel de uien en snipper ze heel fijn. Knip de peterselie en selderij
fijn.
Voeg het eiwit, 1 eetlepel ui, 3/4 deel van de peterselie, het
selderijmengsel, tijm, zout en peper aan de dooier toe en prak alles goed
door elkaar.
Spreid het vlees uit en verdeel er het ei-kruidenmengsel over; rol het
vlees op en bind het met rolladetouw of stevig garen vast.
Verhit in een braadpan de boter en bak de vleesrolletjes in 5 minuten
rondom lichtbruin; voeg de rest van de ui toe en bak 3 minuten zachtjes
mee.
Voeg 1 1/2 dl water toe en stoof de rolletjes met het deksel schuin op de
pan in 10 minuten zachtjes gaar.
Roer de maïzena met 1 eetlepel koud water tot een glad papje en schep
er de koffieroom door.
Leg de vleesrolletjes op een schaal, voeg al roerend het maïzenapapje
aan het stoofvocht toe en blijf roeren tot een lichtgebonden saus
ontstaat.
Roer er de rest van het peterselie-selderijmengsel door.
Schenk de saus rondom de vleesrolletjes.
2 eetlepels appelstroop
1 eetlepel Zaanse mosterd
1 theelepel kaneelpoeder
1 varkensfiletrollade (± 700 gr)
1 ui
2 stengels bleekselderij
150 gr gewelde abrikozen
1 dl appelcider
1/8 liter slagroom
zout, peper
1 braadzak
een lage ovenschaal (inh. ± 2 liter)
aluminiumfolie
Verwarm de oven voor op 200°c.
Roer de appelstroop, de mosterd en het kaneelpoeder door elkaar en
bestrijk de rollade hiermee.
Snipper de ui grof en snijd de bleekselderij in dunne plakjes.
Schep de ui, de bleekselderij en de abrikozen in de braadzak door
elkaar.
Leg de rollade erop en schenk de cider erbij.
Sluit de braadzak met de binder af en leg hem in de ovenschaal.
Prik enkele gaatjes in de bovenkant van de braadzak.
Braad de rollade 40 minuten in de oven.
Knip hierna een gaatje in de braadzak en schenk het vocht in een
steelpan.
Laat het op hoog vuur 5 minuten inkoken.
Haal intussen de rollade uit de braadzak en houd deze op een bord onder
het aluminiumfolie warm.
Schep de slagroom door het ingekookte vocht en laat dit nog 3 minuten
koken.
Breng op smaak met zout en peper.
Leg het abrikozenmengsel op een platte schaal, snijd de rollade in plakken
en leg deze op de abrikozen.
Serveer de saus apart.
Lekker met broccoli en aardappelpuree.
8 eetlepels olie
4 eetlepels rijstazijn
4 eetlepels sojasaus
1 teentje knoflook
een stukje verse gember
peper, zout
4 varkenslapjes
2 eetlepels olie
1 courgette
4 lente-uitjes
2 klontjes boter
Meng de olie met de azijn en de sojasaus en kruid met gember- en knoflook
uit de knijper en peper en zout.
Laat het vlees hierin minstens 30 minuten marineren.
Was de courgette en snijd de groente in de lengte in reepjes. Stoof die
beetgaar in een klontje boter.
Maak de lente-uitjes schoon, snijd ze in de lengte doormidden en stoof ze
beetgaar in een andere pan.
Laat het vlees uitlekken, beleg elk lapje met 1/4 van de courgettereepjes,
rol het vlees op en steek het vast met een cocktailprikker.
Kruid het met peper en zout.
Bak de rolletjes in de hete olie bruin en neem ze uit de pan.
Deglaceer met een scheutje marinade en dien het vlees op met de saus en de
gestoofde lente-uitjes.
Geef er gebakken rijst of bami bij.
3 theelepels bouillon
50 gr boter
1 laurierblad
1 theelepel maïzena
1 1/2 dl rode wijn
1 doorregen rollade van 500 gr
3 grote tomaten
1 ui
Doorregen rollade is een opgerold stuk doorregen varkensvlees zonder been,
dat wordt opgebonden met rolladetouw.
Het vlees is meestal afkomstig van de buik of schouder.
Een rollade is bijna altijd panklaar, dat wil zeggen dat hij al is
gezouten en gekruid.
Rollades kunnen op twee manieren worden bereid; gebraden en gestoofd.
Een doorregen rollade kan op beide manieren worden bereid.
Pel de ui en snipper hem grof.
Ontvel de tomaten en snijd ze in kleine stukjes.
Dep de rollade met keukenpapier droog.
Verhit de boter in een hapjespan met anti-aanbaklaag.
Schroei de rollade aan alle kanten snel dicht en neem hem dan uit de
pan.
Bak de ui zachtjes in het bakvet.
Voeg de tomaten en het laurierblad toe en schep enkele malen goed om.
Leg de rollade terug in de pan.
Verwarm de wijn licht en schenk hem bij het vlees.
Stoof de rollade met het deksel op de pan in ± 65 minuten gaar.
Voeg, als er te veel vocht verdampt, extra water toe.
Neem het vlees uit de pan en laat het, verpakt in aluminiumfolie, ±
10 minuten rusten alvorens het vlees aan te snijden.
Voeg de bouillon aan het stoofvocht toe en breng het aan de kook.
Meng de maïzena met 1 eetlepel water en giet dit in de pan.
Laat de saus nog enkele minuten pruttelen en zeef haar.
Snijd de rollade aan, leg enkele plakken op de borden en schenk er wat van
de saus over.
Serveer de rest van de saus er apart bij.
Lekker met gekookte spruitjes en gekookte aardappelen.
Ribkarbonaadjes zonder bot noemt men filetlapjes. Lekker mals
vlees, dat gemakkelijk bakt en snel klaar is.
4 varkensfiletlapjes van ± 125 gr per stuk
zout, peper, nootmuskaat
30 gr bakboter
* 2 eetlepels (olijf)olie
50 gr bacon
1 eetlepel gedroogde salie of ± 10 blaadjes verse salie
2 Italiaanse of vleestomaten
1/2 dl witte vermout
1 dl slankroom
witte sauspoeder (variatiesaus)
Wrijf de lapjes in met wat zout, peper en nootmuskaat en bak ze in een
verhit mengsel van bakboter en olie aan beide kanten 4 minuten.
Snijd de bacon in reepjes.
Neem de filetlapjes uit het bakvet en houd ze warm.
Bak de baconreepjes en de salie (snijd verse blaadjes in reepjes) kort in
het bakvet.
Snijd de tomaten in plakken, bak die om en om, leg ze op de filetlapjes en
verdeel de bacon en de salie erover.
Roer de vermout en de room bij het bakvet en breng de saus aan de
kook.
Laat inkoken tot sausdikte of bind bij met 1-2 eetlepels sauspoeder.
Serveer het vlees met lintmacaroni en sperziebonen.
Vervang voor de variaties de ingrediënten na *.
Met ananas en gember
Wrijf de filetlapjes in met zout, peper en gemalen koriander, bak ze
goudbruin en gaar (met arachide-olie) en houd ze warm.
Bak 4 schijven ananas in het bakvet om en om en leg ze op de filets.
Roer 1 dl sojasaus, 1 dl ananasvocht, 2 eetlepels geraspte verse gember, 1
teentje knoflook uit de pers en 1 in ringen gesneden dunne prei bij het
bakvet en laat de saus kort koken. Bind met een papje van 2 eetlepels
maïzena.
Serveer het vlees met (basmati)rijst en spinazie.
(2-3 personen)
2 geperste teentjes knoflook
2 eetlepels fijngeraspte gemberwortel
2 dl Chinese sojasaus
2 eetlepels honing
3 strengen spareribs (met 6-8 ribbetjes)
Vermeng de knoflook, gemberwortel, sojasaus en honing.
Wrijf de spareribs hiermee in en laat ze ± 5 uur marineren.
Leg de spareribs in een braadslee en braad ze 45-60 minuten in een op
190°C voorverwarmde oven.
Keer de spareribs tijdens het braden regelmatig en bedruip ze tussendoor
steeds met de marinade.
1 teentje knoflook
3 schijfjes gemberwortel
2 dl sojasaus
1 eetlepel suiker
1 eetlepel sherry
Hak de knoflook en de gember fijn en meng ze met de andere ingrediënten.
Variaties:
- Wrijf de spareribs eerst in met 1 theelepel zout en 1 theelepel suiker,
laat ze 1 uur staan en voeg dan de marinade toe.
- Gebruik 1 1/2 dl sojasaus en 1/2 dl sherry.
- Gebruik 1 theelepel suiker en 1/2 theelepel vijfkruidenpoeder.
- Vervang de sherry door cognac.
- Voeg 2 eetlepels honing en 2 eetlepels hoisinsaus toe (dikke roodbruine
saus, gemaakt van sojabonen, kruiden, knoflook en chilipoeder. Smaakt zoet
en pikant).
2 kg spareribs
5 dl zoete ketjap
3 dl ketchup
1 eetlepel mosterd
1/2 eetlepel Provençaalse kruiden
5 geperste tenen knoflook
2 kleine citroenen met schil, in achten gesneden
suiker naar smaak
Doe alle ingrediënten, behalve de ribs, met 1/2 liter water in een
grote pan en breng dit aan de kook.
Voeg de ribs toe, breng opnieuw aan de kook en laat alles met het deksel
op de pan 20 minuten hard doorkoken.
Neem de ribs uit de pan en kook de vloeistof in tot hij goed stroperig
is.
Schenk de hete vloeistof over de ribs, laat alles afkoelen en zet het 24
uur in de koelkast.
Bak de ribs krokant in een hete oven, onder de grill of op de barbecue en
serveer ze met knoflookboter.
2 kg spareribs
1 ui
3 tenen knoflook
2 eetlepels zoete sojasaus
2 eetlepels zoute sojasaus
1/2 theelepel zout
1/2 theelepel grofgemalen zwarte peper
4 eetlepels olie
3 eetlepels bruine basterdsuiker of rietsuiker
Voor de saus:
4 eetlepels bruine basterdsuiker of rietsuiker
1 theelepel zout
4 eetlepels zoete sojasaus
1 fijngesnipperde grote ui
1 ragfijn gehakte teen knoflook
1 eetlepel verse gemberwortel
(eventueel kokos + water)
Snijd de spareribs doormidden en leg ze in een diepe pan.
Voeg de ui, de knoflook, 1 eetlepel zoete en 1 eetlepel zoute sojasaus,
het zout en de peper toe en schenk er kokend water bij tot het vlees net
onder staat.
Laat dit ± 50 minuten zachtjes koken.
Neem het vlees dan uit de pan, laat het goed uitlekken en dep het met
keukenpapier droog.
Vermeng 1 eetlepel zoete sojasaus, 1 eetlepel zoute sojasaus en de
bruine
basterdsuiker of rietsuiker tot de suiker geheel is opgelost.
Smeer de spareribs hiermee in en leg ze op een met water bevochtigde
bakplaat.
Verwarm de oven voor op 250°C en bak de spareribs in 15 minuten rondom
bruin.
Doe de ingrediënten voor de saus in een pannetje en laat dit ±
5 minuten
zachtjes koken tot een stroperig sausje is ontstaan.
Schenk de saus over de spareribs of geef hem er apart bij.
1/2 kg krabbetjes
250 gr magere varkenslappen
4-6 eetlepels olie
2-3 eetlepels water
1/2 theelepel peper
3 theelepels gemberpoeder
zout
10 eetlepels gesnipperde uien
4 gesnipperde teentjes knoflook
2 eetlepels gehakte bakgember
1 eetlepel gembervocht
2 eetlepels azijn
4 eetlepels ketjap
Wrijf het vlees in met peper, gemberpoeder en zout en laat dit een uur
intrekken.
In plaats van gemberpoeder kunt u ook gemberwortel gebruiken. Rasp dan
± 1 eetlepel van de geschilde wortel.
Braad het vlees in de olie tot het lichtbruin ziet en bak daarna de
uien
en de knoflook mee.
Voeg er het water, de gesneden bakgember en het gembervocht, de azijn en
de ketjap aan toe en laat het gerecht doorsudderen tot het vlees zacht
is.
Serveer het warm.
Het gerecht is erg geschikt om een dag van tevoren te worden gemaakt, zodat de gembersmaak geheel in het vlees is gedrongen.
1 kg varkensribbetjes
frituurvet of -olie
Voor de marinade:
4 eetlepels sojasaus
1 eetlepel droge sherry
1 theelepel bruine basterdsuiker
1 theelepel maïzena
1 teentje knoflook
Voor de saus:
2 eetlepels bruine basterdsuiker
3 eetlepels sojasaus
1 eetlepel droge sherry
1 eetlepel azijn
1 theelepel maïzena
Meng de ingrediënten voor de marinade door elkaar.
Pers het teentje knoflook uit en roer dat door de marinade.
Hak de varkensribbetjes in kleine stukken (of laat dit de slager
doen).
Meng de ribbetjes goed door de marinade en laat ze afgedekt op een koele
plaats een dag marineren.
Verhit het frituurvet tot 180°C, frituur de ribbetjes tot ze krokant
en goudbruin van kleur zijn en laat ze op keukenpapier uitlekken.
Doe de ingrediënten voor de saus in een pan en breng de saus aan de
kook.
Zet het vuur dan laag, voeg de ribbetjes toe en roer, zodat het vlees
rondom goed met de saus in aanraking komt.
Laat nog een paar minuten pruttelen.
4 eetlepels honing
4 eetlepels tomatenpuree
1 eetlepel sojasaus
4 teentjes knoflook
1/2 theelepel zout
1/2 theelepel peper
1 mespunt paprikapoeder
2 kg spareribs
2 eetlepels olie
Verwarm de marinade, leg het vlees erin en laat het een dagje
intrekken.
Braad het vlees vervolgens 20-25 minuten in een op 200°C voorverwarmde
oven.
1 1/2 kg ribbetjes
3/4 kop bloem
2 theelepels kruidenzout
1 theelepel peper
1/2 kop olie
2 koppen uien
1 1/2 kop warm water
8 opgehoopte eetlepels donkerbruine suiker
1/3 kop ketchup
1/4 kop rode wijnazijn
2 fijngehakte teentjes knoflook
2 grote laurierbladen
Vermeng de bloem met het kruidenzout en de peper en wentel er de ribbetjes
in.
Bruin het vlees in de olie en haal het uit de pan.
Voeg de uien toe en bak ze goudbruin.
Leg de ribbetjes op de uien.
Vermeng het water, de bruine suiker, de ketchup, azijn, knoflook en
laurier en giet dit over de ribbetjes.
Doe een deksel op de pan en bak 2 1/2 uur in de op 190°C
voorverwarmde oven.
Verwijder voor het serveren de laurierbladen.
4 haaskarbonades
2 1/2 eetlepel Zaanse mosterd
1 blikje ananasstukjes op eigen sap (netto 227 gr)
25 gr boter
2 theelepels bloem
1 bekertje zure room (125 ml)
zout, peper
aluminiumfolie
Besmeer de karbonades met 1 1/2 eetlepel mosterd.
Laat in een zeef boven een kom de ananasstukjes uitlekken (bewaar het sap)
en snijd de stukjes klein.
Verhit in een koekenpan de boter.
Bak de karbonades in ca 10 minuten bruin en gaar, keer ze halverwege.
Leg de karbonades op een bord en houd ze onder aluminiumfolie warm.
Voeg de ananasstukjes met het sap en de rest van de mosterd aan het bakvet
toe.
Breng het geheel aan de kook en roer de aanbaksels los.
Laat ca 1 minuut onafgedekt zachtjes sudderen.
Roer in een kom de bloem met 2 theelepels koud water glad, meng de zure
room erdoor, voeg dit al roerend aan het ananasmengsel toe en blijf roeren
tot een glad gebonden saus ontstaat (laat niet meer koken).
Breng op smaak met zout en peper.
Leg de karbonades in de saus en verwarm ze ca 2 minuten zachtjes mee.
Serveer met gebakken aardappelgolfjes en broccoli.
Wrijf 500 gr ontbeende schouderkarbonade aan één stuk in met
zout en peper.
Maak een marinade van 2 eetlepels citroensap, 8 eetlepels sherry, 1/2
eetlepel paprikapoeder, 1 theelepel gemberpoeder, 1 geperste knoflookteen,
1 gesnipperde ui en 1 laurierblad en laat de karbonade hierin 5 uur staan.
Keer het vlees af en toe om.
Droog de karbonades goed met keukenpapier af en bak ze in een kwartier op
een matig vuur in boter bruin.
Giet de marinade erbij en laat de karbonades met het deksel op de pan nog
45 minuten op een laag vuur sudderen.
Neem e karbonades uit e pan, maar laat het vocht nog 5 minuten
doorkoken.
Voeg desgewenst nog een eetlepel water toe.
Zeef het vocht en bind het heel licht met 1 theelepel maïzena,
aangelengd met 1 eetlepel water.
Voeg peper en zout naar smaak toe.
4 ribkarbonades
zout, versgemalen zwarte peper
2 eetlepels bloem
1/2 dl olijfolie
2 kleingesneden uien
1 uitgeknepen teentje knoflook
3 ontvelde tomaten
50 gr gerookte ham in dunne reepjes
1 dl droge witte wijn
1 laurierblad
1 eetlepel peterselie
1 geprakt hardgekookt ei
10 ontpitte zwarte olijven
Bestrooi het vlees met zout en peper, wentel het door de bloem en schud
het overtollige bloem eraf.
Verhit de olijfolie tot er damp afkomt, bak de karbonades aan beide kanten
bruin en leg ze daarna in een vuurvaste schaal.
Fruit de uien en de knoflook in de resterende olie tot de uien glazig
zijn.
Verwarm de oven voor op 175°C.
Snijd de tomaten in vieren en verwijder het zaad.
Doe ze bij de uien samen met de wijn, 1 dl water, de peterselie, het
laurierblad, zout en peper.
Laat het vocht tot sausdikte inkoken en giet het over het vlees.
Til het vlees even op om er wat saus onder te laten lopen.
Dek de schaal af met aluminiumfolie en laat het vlees in de oven in 30
minuten gaar worden.
Verwijder het folie en haal het laurierblad uit de saus.
Garneer de schotel voor het opdienen met de olijven en het ei.
Geef er stokbrood en een salade bij.
1 pakje aardappelpuree (130 gr, Maggi)
4 bosuitjes
4 schouderkarbonades
2 eetlepels boter
zout, peper
2 eetlepels olie
800 gr panklare andijvie
nootmuskaat
5 plakken jonge kaas
(1/2 eetlepel olie om in te vetten)
een lage ovenschaal ± 20 x 30 cm
Verwarm de grill op de hoogste stand voor..
Bereid de aardappelpuree volgens de gebruiksaanwijzing op de
verpakking.
Maak de bosuitjes schoon en snijd ze in ringetjes.
Bestrooi de karbonades met zout en peper.
Verhit de boter in een koekenpan en bak de karbonades in ± 15
minuten gaar; keer ze halverwege.
Verhit intussen de olie in een hapjespan.
Fruit de bosuitjes ± 1 minuut zachtjes.
Voeg de andijvie beetje voor beetje toe en laat die op hoog vuur al
omscheppend ± 5 minuten slinken.
Laat de andijvie in een vergiet uitlekken.
Breng het gerecht op smaak met zout, peper en nootmuskaat.
Vet de ovenschaal in.
Schep de aardappelpuree erin en strijk die uit.
Schep de andijvie erop en verdeel er de plakjes kaas over.
Schuif de schaal ± 10 cm onder de hete grill en laat de kaas in
± 4 minuten smelten.
Leg de karbonades op 4 borden en schep er de andijvieschotel naast.
4 schouderkarbonades
1 flesje bière d'Aubel
3 teentjes knoflook
2 venkelknollen
2 tomaten
½ citroen
1 eetlepel honing
tijm
peper, zout
boter
Marineer de karbonades een paar uur in Aubel (de inhoud van 1 flesje), met
wat peper en tijm.
Snijd de venkel in ringen en bak die in wat boter aan.
Voeg de fijngesneden tomaat, de knoflook (uit de knijper) en de
uitgeperste citroen toe.
Laat alles even door bakken, voeg wat peper en zout toe en verdeel het
geheel over de bodem van een braadslee.
Droog de karbonades goed af, bestrooi ze met peper en zout en bak ze in
wat boter aan.
Blus ze af met de marinade en leg ze naast elkaar op de venkel.
Roer de honing door de marinade en verdeel die over de braadslee.
Laat het vlees in ± 45 minuten in een op 200°C voorverwarmde
oven gaar worden.
Keer de karbonades na 25 minuten.
Giet het vocht af en bind het eventueel.
Lekker met nieuwe aardappelen en een bokaal "Aubel".
Wrijf 4 (schouder)karbonades in met 1 eetlepel mosterd en wat peper en
zout.
Verhit 2 eetlepels boter in een hapjespan en bak het vlees rondom
bruin.
Voeg 1 blik gepelde tomaten met sap, 1/2 bouillonblokje, 1 theelepel tijm
en wat peper en zout toe en stoof de karbonades zachtjes in ± 25
minuten gaar met het deksel half op de pan.
Garneer eventueel met verse takjes tijm.
Lekker met sperziebonen en aardappeltjes met tijm.
4 haaskarbonades
2 eetlepels olijfolie
2 teentjes knoflook
2 bosuitjes
zout, versgemalen peper
2 dl vleesbouillon
2 eetlepels fijngehakte peterselie
2 eetlepels fijngehakte basilicum
Laat de karbonades uit de koelkast eerst op kamertemperatuur komen en
wrijf ze dan in met olie.
Verwarm een droge koekenpan voor, leg de karbonades in de pan en bak ze op
matig vuur in 6-8 minuten gaar.
Keer ze regelmatig.
Pel intussen de teentjes knoflook en hak ze fijn.
Snijd de bosuitjes in dunne ringetjes.
Zet het vuur hoog en bak de karbonades in nog 2-3 minuten mooi bruin.
Strooi er zout en peper over en houd ze op een bord onder aluminiumfolie
warm.
Schenk een klein scheutje olijfolie in de koekenpan en fruit de knoflook
en de ui even aan.
Voeg de bouillon toe en laat die in 2-3 minuten tot een mooie jus
inkoken.
Roer de kruiden erdoor en voeg naar smaak zout en peper toe.
Leg de karbonades op 4 warme borden en schep de kruidenjus erover.
Lekker met gebakken aardappelen en sperziebonen.
4 varkenskarbonades á 175 gr
75 gr boter
1 1/2 eetlepel bloem
1 1/2 dl (kruiden)bouillon
1 1/2 dl Westmalle Dubbel
2 eetlepels grove mosterd
½ dl slagroom
1 eetlepel bieslook
zout, versgemalen peper, kerriepoeder
Dep de karbonades met keukenpapier droog en wrijf ze in met wat zout,
peper en kerriepoeder.
Verhit de boter, wacht tot het schuim begint weg te trekken en bak de
karbonades aan weerszijden bruin.
Zet het vuur laag, bak de karbonades in ± 15 minuten zacht gaar en
houd ze daarna warm.
Verwijder de helft van de bakboter, voeg de bouillon toe en blijf roeren
tot een vrij gladde saus is verkregen.
Laat de saus 5 minuten zachtjes koken, schenk haar door een zeef in een
andere pan en breng haar opnieuw aan de kook.
Roer er de mosterd door en schenk er, onder voortdurend roeren, de
Westmalle Dubbel bij.
Laat alles nog enkele minuten zachtjes pruttelen en voeg naar smaak zout
toe.
Roer er tenslotte de (verwarmde) room door.
Leg de karbonades op voorverwarmde borden, schep de saus ernaast en
bestrooi de saus met bieslook.
TIP: Deze karbonades smaken goed bij alle soorten wintergroenten.
Geef er gekookte aardappelen of aardappelpuree bij. En natuurlijk serveert
u er een bokaal Westmalle Dubbel bij op 10 -14°C.
50 gr boter
4 dik gesneden ribkarbonades
zout, peper
1 fijngesneden sjalotje
600-800 gr geschilde aardappelen
800 gr wortelen in stukjes
1 kleine bloemkool in grote roosjes
300 gr peultjes
1 stuk mager gezouten spek van 300 gr in 4 plakken
1 eetlepel donkere basterdsuiker
Verhit de boter in een grote braadpan en bak de karbonades hierin in 8
minuten rondom bruin.
Bestrooi de karbonades met zout en peper en neem ze uit de pan.
Bak de sjalot 5 minuten in het achtergebleven bakvet.
Voeg de aardappelen toe (de bodem van de pan moet met aardappelen zijn
bedekt), schenk er zoveel water bij tot de aardappelen half onder staan en
voeg zout toe.
Leg de wortelen, de bloemkool en de peultjes op de aardappelen en verdeel
er de karbonades en het spek over.
Breng het geheel aan de kook en laat het op middelhoog vuur 1 uur
koken.
Neem de karbonades en het spek uit de pan, leg ze op een voorverwarmde
schaal en dek af met aluminiumfolie.
Neem de pan van het vuur, bestrooi de groenten met de suiker en laat ze
afgedekt nog 15 minuten zachtjes koken.
Serveer de groenten en de aardappelen op de schaal met het vlees en het
spek.
(2 personen)
4 schijven ananas
2 schouderkarbonades
zout, peper
1 theelepel gemberpoeder
25 gr boter
1 eetlepel mosterd
1/2 theelepel koenjit
1/2 theelepel kerriepoeder
2 eetlepels suiker
1 dl azijn
1/2 eetlepel maïzena
Snijd de ananas in kleine stukjes.
Wrijf het vlees in met zout, peper en gemberpoeder.
Verhit de boter in een koekenpan en bak de karbonades in ± 20
minuten aan
beide kanten bruin en gaar.
Roer intussen de mosterd, de koenjit, het kerriepoeder en de suiker
door
elkaar.
Breng de azijn aan de kook en roer het mosterdmengsel erdoor.
Roer de maïzena glad met 1 eetlepel water en bind het mosterdmengsel
hiermee.
Neem de saus van het vuur en roer de ananas erdoor.
Breng de piccalilly op smaak met ± 1/2 theelepel zout en laat hem
tot lauw afkoelen.
Schep het vlees op 2 borden en schep de piccalilly ernaast.
Lekker met gekookte aardappelen en worteltjes met honing en geitenkaas.
(2 personen)
1 stevige appel, bijvoorbeeld Cox Orange
2 ribkarbonades
zout, peper
1 theelepel gemberpoeder
35 gr boter
1/2 eetlepel bruine basterdsuiker
1 dl appelsap
(scheutje calvados)
Schil de appel, verwijder met een appelboor het klokhuis en snijd de appel
in plakken.
Wrijf het vlees in met zout, peper en gemberpoeder.
Verhit 25 gr boter in een koekenpan en bak het vlees in ± 20
minuten gaar.
Keer het af en toe.
Verhit de rest van de boter in een andere koekenpan en bak de schijven
appel in ± 5 minuten lichtbruin, keer ze halverwege.
Neem het vlees uit de pan en voeg de bruine suiker, het appelsap en
eventueel een scheutje calvados toe.
Breng de jus aan de kook en roer de aanbaksels los.
Leg de karbonades op 2 borden en rangschik de plakken appel erop.
Doe de jus in een juskom.
Serveer met aardappelpuree en rode bietjes met gember.
(2 personen)
2 ribkarbonades
zout, peper
1/2 eetlepel Franse mosterd
1 theelepel tijm
25 gr boter
1 sinaasappel
4 eetlepels cranberrycompote
2 eetlepels rode port
allesbinder
Bestrooi de karbonades met zout en peper.
Bestrijk ze met de mosterd en bestrooi ze met de tijm.
Verhit de boter in een koekenpan en bak de karbonades in ± 20
minuten aan beide kanten bruin en gaar.
Was intussen de sinaasappel en rasp de helft van de schil.
Pers de sinaasappel uit.
Verwarm het sap al roerend met de cranberrycompote en de port en bind de
saus licht met allesbinder.
Roer de sinaasappelrasp erdoor.
Leg de karbonades op 2 borden en schep de saus ernaast.
Serveer ze met roomaardappeltjes.
(2 personen)
2 rijpe perziken
1 theelepel citroensap
2 eetlepels slaolie
1 eetlepel bruine basterdsuiker
2 eetlepels tomatenketchup
2 theelepels kerriepoeder
zout, peper
2 schouderkarbonades
Schil de perziken, halveer ze en verwijder de pit.
Snijd de halve perziken elk in 3 partjes en besprenkel die met het
citroensap.
Meng de slaolie met de basterdsuiker, de tomatenketchup, het kerriepoeder,
zout en peper en bestrijk de karbonades met dit mengsel.
Verwarm de grill voor op de hoogste stand.
Leg de karbonades op het rooster onder de hete grill en laat ze in
± 20
minuten aan beide kanten bruin en gaar worden.
Leg halverwege de grilleertijd de partjes perzik naast de karbonades op
het rooster.
Leg de karbonades en de partjes perzik op 2 borden.
Lekker met een koolsalade met knoflook en gebakken aardappelen.
(2 personen)
1 ui
1 wortel
1 stengel bleekselderij
2 schouderkarbonades
zout, peper
2 eetlepels olijfolie
1 teentje knoflook
1 theelepel Provençaalse kruiden
1 blikje stukjes gepelde tomaat (nettogewicht 400 gr)
1 dl rode wijn
Maak de ui, de wortel en de bleekselderij schoon en snijd ze klein.
Wrijf de schouderkarbonades in met zout en peper.
Verhit de olijfolie in een koekenpan en bak de karbonades in ± 5
minuten
aan beide kanten bruin.
Bak de groenten ± 2 minuten mee.
Pers de knoflook erboven uit.
Voeg de kruiden, de tomaten met vocht en de wijn toe en stoof de
karbonades met het deksel schuin op de pan in ±15 minuten zachtjes
gaar.
Lekker met gesmoorde venkel.
400 gr witte bonen
1 liter bouillon
2 grofgesneden grote uien
peper, zout
1 laurierblaadje, tijm
4 eetlepels olie
1 eetlepel gesnipperde peterselie
3 eetlepels paneermeel
25 gr boter
400 gr schouderkarbonades zonder been
250 gr vers mager spek of pekelspek
100 gr salami, boerenmetworst of cervelaatworst
Week de bonen een nacht in ruim water.
Breng de bouillon aan de kook, voeg hier de bonen, uien, peper en zout,
het laurierblaadje en tijm aan toe en laat alles, goed afgedekt, ±
1 uur sudderen.
Snijd het vlees in dobbelstenen, braad die in de hete boter rondom aan en
blus af met wat van de bouillon.
Voeg het vlees aan de bouillon toe, zorg dat alles net onder staat en laat
het vlees in een goed gesloten pan in 1 uur gaar sudderen.
Snijd de worst in stukjes.
Doe de bonen, het vlees en het spek bij elkaar en schep er de worst
door.
Breng alles over in een grote vuurvaste schaal, strooi er het paneermeel
over en leg hier en daar wat vlokjes boter.
Zet de schaal 10 minuten in een op 250°C voorverwarmde oven en strooi
vlak voor het serveren de peterselie over het geheel.
4 dikke ribkarbonades
zout, peper
4 plakken ham
4 plakken lichtbelegen kaas
2 eieren
olie
paneermeel
50 gr boter
1/2 citroen in partjes
Verwarm de oven voor op 175°C.
Snijd het vlees aan de zijkant tot aan het been in en wrijf de binnenkant
in met zout en peper.
Drapeer er een plak ham en een plak kaas in en prik het met een
cocktailprikker dicht.
Klop in een diep bord de eieren met zout, peper en een beetje olie
los.
Strooi het paneermeel op een plat bord.
Haal het vlees eerst door het eimengsel en wentel het dan door het
paneermeel.
Verhit de boter in een koekenpan en bak het vlees in ± 10 minuten
lichtbruin; keer het halverwege.
Doe het vlees over in een ovenschaal en laat het in het midden van de oven
nog 5-10 minuten garen.
Garneer met partjes citroen.
Lekker met een gemengde salade met Emmentaler.
4 varkensfilets
boter
4 eetlepels piccalilly
2 eetlepels sherry
zout, peper
Wrijf het vlees in met peper en zout en bak het in de boter bruin en
gaar.
Neem het uit de pan en houd het op een schaal warm.
Voeg aan de bakboter wat water toe en roer alle aanbaksels los.
Doe er de piccalilly en de sherry bij en laat alles even doorkoken.
Serveer de saus apart bij het vlees.
1 ui
2 grote rode paprika's
ca 8 gr verse oregano
4 ongepaneerde varkensschnitzels
zout
2 theelepels pikante paprikapoeder
60 gr boter
1 teentje knoflook
1 theelepel kruidenbouillonpoeder
1 bekertje crème fraîche (125 ml)
(versgemalen) zwarte peper
keukenmachine
aluminiumfolie
Pel en snipper de ui.
Maak de paprika's schoon, was ze en snijd ze in stukken.
Knip in een kopje de oregano fijn.
Pureer in een keukenmachine of met een staafmixer de paprika en de oregano
met 3 eetlepels water.
Halveer de schnitzels en bestrooi ze met zout en 1 theelepel
paprikapoeder.
Verhit in een grote koekenpan 1/3 deel van de boter.
Bak de helft van de schnitzels in ca 4 minuten bruin en gaar, Keer ze
halverwege.
Leg ze op een bord en houd ze onder aluminiumfolie warm.
Bak op dezelfde manier de rest van de schnitzels.
Verhit in het bakvet de rest van de boter.
Bak de ui al omscheppend ca 2 minuten.
Pel de knoflook en pers hem erboven uit.
Voeg de rest van de paprikapoeder toe en laat nog ca 1/2 minuut al
omscheppend bakken.
Voeg de paprikapuree en de bouillonpoeder toe en breng het geheel al
roerend aan de kook.
Laat onafgedekt ca 2 minuten zachtjes sudderen.
Voeg de crème fraîche toe en verwarm al roerend nog ca 2
minuten tot een gladde saus ontstaat.
Breng op smaak met zout en peper.
Leg de schnitzels in de saus en verwarm ze nog ca 1 minuut mee.
Serveer met pasta en snijbonen.
4 schnitzels
zout, peper
bloem
boter
4 kleine uien
200 gr champignons
1 eetlepel citroensap
4 eetlepels fijngehakte tuinkruiden (peterselie, kervel, bieslook,
dragon)
4 plakken jongbelegen kaas
Wrijf het vlees in met peper en zout, bak het in de boter gaar en leg het
in een vuurvaste schaal.
Fruit in de braadboter de gesnipperde uien en de kleingesneden champignons
en smoor ze zachtjes gaar.
Breng op smaak met citroensap, tuinkruiden en nog wat peper en zout.
Verdeel dit mengsel over het vlees, leg de plakken kaas erop en laat de
kaas in een hete oven smelten.
4 varkensschnitzels
paprikapoeder, peper, zout
1 bakje champignons
1 kleine rode paprika
boter
1 theelepel citroensap
1 dl bouillon
1/4 liter slagroom
1 eetlepel gehakte peterselie
Bestrooi de schnitzels met peper, zout en paprikapoeder en bak ze in de
hete boter gaar.
Houd ze warm op een schaal.
Snijd de champignons in plakjes en de paprika in blokjes en fruit ze in de
achtergebleven boter.
Voeg het citroensap, de bouillon en de slagroom toe en laat het mengsel
enkele minuten pruttelen.
Giet de saus over de schnitzels en strooi er peterselie over.
4 schnitzels
zout, peper, slakkenkruiden
Boursin of Roquefort
boter
Wrijf het vlees in met zout, peper en slakkenkruiden en bak het in de
boter gaar.
Leg op elke schnitzel een plakje kaas.
Leg het vlees in een vuurvaste schaal en laat de kaas onder een hete grill
of boven in een hete oven smelten.
(2 personen)
2 eetlepels geschaafde amandelen
300 gr broccoli
2 ongepaneerde varkensschnitzels
zout, peper
2 eetlepels boter
1 pakje roomkaas met kruiden (80 gr)
150 gr Umer
Rooster de amandelen in een droge koekenpan in ± 2 minuten
lichtbruin.
Maak de broccoli schoon.
Snijd de stronk in dunne plakjes en verdeel de roosjes in kleinere
stukjes.
Kook de stukjes broccoli ± 5 minuten in water met zout.
Giet ze af.
Snijd het vlees in dunne reepjes.
Bestrooi het vlees met zout en peper.
Verhit de boter in een koekenpan.
Bak het vlees al omscheppend in ± 3 minuten lichtbruin.
Voeg de broccolistronkjes en -roosjes toe en bak het geheel al omscheppend
± 3 minuten.
Roer de roomkaas met de umer los en schep het mengsel door het
gerecht.
Verwarm het geheel ± 2 minuten en breng op smaak met peper.
Strooi als laatste de amandelen erover.
Lekker met spaghetti.
(2 personen)
200 gr varkenspoelet (schouder)
boter
500 gr prei
1/2 theelepel kerrie
1/2 blikje tomatenpuree
een restje jus
zout, peper
citroensap of azijn
Bak het poelet in de boter bruin.
Voeg de kleingesneden prei toe en bak deze met de kerrie even mee.
Voeg de tomatenpuree, het restje jus en wat zout en peper toe. Laat het
gerecht 3 kwartier sudderen tot het vlees gaar is. Maak de ragoût op
smaak met wat citroensap of azijn en bind desgewenst bij met wat bloem of
maïzena.
Dien het gerecht op met droge rijst of aardappelpuree.
500 gr in blokjes gesneden varkensvlees
650-750 gr schoongemaakte prei
75 gr boter
3 dl bouillon van tablet
1 blikje tomatenpuree
1 laurierblad
1 eetlepel aardappelmeel of maïzena
zout, peper
300 gr rijst
eventueel geraspte kaas
Verhit de boter in een braadpan en bak het vlees daarin bruin.
Voeg de bouillon toe en roer de tomatenpuree erdoor.
Leg het laurierblad erbij en voeg zout en peper toe.
Roer alles goed door, zet het vuur laag en laat alles ± 1 uur
stoven.
Snijd intussen de prei in ringen en voeg ze na een half uur toe.
Kook de rijst volgens de gebruiksaanwijzing gaar.
Verwijder na 1 uur het laurierblad en breng desgewenst op smaak met
peper.
Haal het vlees en de groente uit de pan en doe ze over in een
voorverwarmde schaal.
Breng het stoofvocht aan de kook en bind het met aardappelmeel of
maïzena.
Klop er nog een klein klontje boter door en schenk dan de saus over het
vlees.
Strooi er desgewenst vlak voor het serveren nog wat geraspte kaas over.
20-24 niet te dikke verse asperges
zout
4 plakjes diepvries(roomboter)bladerdeeg
5 eieren
250 gr beenham aan een stukje
1 zakje hollandaise saus
1 zakje frisée-sla
verse peterselie
een stukje heel oude kaas
Leg de asperges 10 minuten in koud water, schil ze van de kop af naar
beneden dun en snijd het droge stukje van de onder kant.
Kook de asperges onder water heel zachtjes 10-15 minuten, Draai het vuur
uit en laat de asperges zo nog 15-20 minuten staan.
Halveer intussen de bladerdeeglapjes, rol elk lapje wat langer, leg ze op
bakpapier op de bakplaat en bestrijk ze met losgeklopt ei.
Bak ze bij 200°C 12 minuten.
Kook de andere eieren 8 minuten, laat ze schrikken en pel ze.
Snijd de beenham in dunne plakjes.
Bereid de hollandaise saus volgens de aanwijzingen.
Leg op elk bord een bladerdeeglapje (eikant onder), een plukje
frisée, stukjes beenham, 1/4 van de asperges, een schepje saus, wat
peterselie en geschaafde, verbrokkelde kaas en dek af met een
bladerdeeglapje.
Leg er de in kwarten gesneden eieren en wat frisée bij.
Lintmacaroni met asperges en zalm: kook asperges als boven en snijd ze in
schuine stukken van 5 cm. Kook de schillen mee.
Zeef het kookvocht, laat het inkoken tot 1/4 liter en bereid hiermee een
zakje roomsaus, met 4 eetlepels(verse of diepvries) dille. kook
lintmacaroni beetgaar, laat ze kort uitlekken en meng met de helft van de
saus en 100 gr verbrokkelde Gorgonzola.
Kwast 8 zalmforelmoten (600-800 gr) met olijfolie in en bak ze aan beide
kanten 2 minuten.
Mediterrane groenten met asperges: kook Asperges als boven.
Bak in repen gesneden rode paprika, gesnipperd sjalotje, 200 gr halve
(kastanje)-champignons en 500 gr half-gare krieltjes in olijfolie.
Doe er tot slot bakje halve kerstomaatjes bij.
Vermeng roomsaus uit zakje van het vuur af met 1 theelepel
pesto-pommodoro, 3 eetlepels verse of diepvries basilicum en peper uit de
molen.
Serveer met grof geschaafde parmezaanse kaas en ciabatta.
1 grote ui
1 grote rode paprika
2 grote vastkokende aardappelen
500 gr hamlappen
150 gr chorizo aan een stukje
3 eetlepels (olijf)olie
1 1/2 dl Portugese droge rode wijn
zout, peper
Pel de ui en snijd hem in ringen.
Maak de paprika schoon, was hem en snijd hem in lange repen.
Schil de aardappelen, was ze en snijd ze in plakjes van ± 3 mm.
Snijd de chorizo in blokjes.
Verhit de olie in een braadpan en bak de chorizo zachtjes ± 2
minuten.
Voeg het vlees toe en bak het al omscheppend in ± 3 minuten
bruin.
Bak de ui en de paprika ± 2 minuten mee.
Voeg de aardappelplakjes, de wijn en 1 dl water toe, breng het aan de kook
en stoof het vlees in ± 30 minuten zachtjes gaar.
Breng op smaak met zout en peper en serveer met bruin stokbrood.
350 gr hamlappen
50 gerookt spek
1 ui
1 teentje knoflook
100 gr boter
2 dl oud bruin (bier)
3 eetlepels rozijnen
zout
400 gr tagliatelle
4 eetlepels pijnboompitten
1/8 liter slagroom
75 gr (vers)geraspte Parmezaanse kaas
Snijd de hamlappen in blokjes en het gerookte spek in kleine stukjes.
Pel de ui en de knoflook en snipper ze fijn.
Verhit de boter in een pan en bak de ui en de knoflook zachtjes 2
minuten.
Voeg het vlees toe en bak het in ± 3 minuten rondom bruin.
Voeg het bier toe en stoof het vlees met het deksel op de pan in ±
50 minuten gaar.
Neem na een half uur het deksel van de pan en laat het bier inkoken.
Week intussen de rozijnen ± 15 minuten in heet water.
Kook de tagliatelle in ruim water met zout volgens de gebruiksaanwijzing
beetgaar.
Verwarm de grill voor op de hoogste stand en vet een ovenschaal in.
Giet de rozijnen af, dep ze droog en schep ze met de pijnboompitten door
het vlees.
Bak nog 1 minuut.
Smelt de rest van de boter.
Giet de tagliatelle af en schep de gesmolten boter erdoor.
Schep de helft van de tagliatelle in de ovenschaal, verdeel er het
vleesmengsel over en leg de rest van de tagliatelle erop.
Roer de slagroom en de Parmezaanse kaas door elkaar en schenk dit over de
tagliatelle.
Laat de tagliatelle in het midden van de grill in ± 3 minuten
lichtbruin kleuren.
600 gr magere hamlappen
1 ui
1 prei
2 stengels bleekselderij
75 gr boter
1 teentje knoflook
zout, peper
1 laurierblaadje
1 flesje Kriek Lambic
2 appels
Snijd het vlees in stukken van ± 3 cm.
Pel en snipper de ui.
Verwijder van de prei het lelijke blad en de worteltjes, snijd hem in
ringen en was hem in een vergiet.
Was de bleekselderij, trek de draden eraf en snijd hem in stukjes.
Verhit in een braadpan de boter en bak het vlees in ± 8 minuten
rondom bruin.
Pel de knoflook en pers hem erboven uit.
Strooi er zout en peper over.
Bak de ui, prei en bleekselderij ± 3 minuten mee.
Voeg het laurierblaadje en de Kriek Lambic toe.
Laat alles met het deksel op de pan ± 1 uur zachtjes stoven.
Schil intussen de appels, verwijder de klokhuizen, snijd ze in stukjes en
voeg die aan het vlees toe.
Verwarm dan het vlees in ± 15 minuten door en door.
Verwijder het laurierblaadje en breng op smaak met zout en peper.
Serveer met gebakken aardappelen of met frites.
Ook wat veldsla smaakt er lekker bij.
Dressing voor veldsla
3 eetlepels (natuur)azijn
3 eetlepels olijfolie (eerste persing)
1 theelepel groene mosterd
een klein beetje knoflook
wat peper uit de molen
eventueel wat fijngesneden olijven
Vermeng de ingrediënten goed en verdeel de dressing over de veldsla.
(2 personen)
300-400 gr doorregen varkensvlees (bij voorkeur ontbeende
halskarbonade)
2 uien
1 teentje knoflook
50 gr boter
1 dun preitje
1 1/2 dl bouillon
1 1/2 dl bockbier (bij voorkeur het najaarsbockbier van Hertog Jan of Oer
Bock van de Arcense Bierbrouwerij)
2 plakjes kruid- of ontbijtkoek
Maak het vlees met keukenpapier droog, snijd het in dobbelstenen en strooi
er wat zout en peper over.
Snipper de uien zo fijn mogelijk, hak het knoflookteentje ragfijn en snijd
het preitje in uiterst smalle ringen (gebruik uitsluitend het witte en
licht geelgroene deel).
Verhit de boter en wacht tot het schuim begint weg te trekken.
Bak het vlees er onder voortdurend omscheppen 5 minuten in.
Voeg dan de uien, knoflook en prei toe en laat alles, alweer onder
voortdurend omscheppen, nog 3-4 minuten bakken.
Schenk er de bouillon en 1 1/2 dl bockbier bij, schep alles om en wacht
tot het vocht aan de kook is gekomen.
Leg het deksel op de pan, temper het vuur en laat het gerecht in ±
70 minuten zachtjes gaar stoven.
Snijd intussen 2 dunne plakjes ontbijt- of kruidkoek in piepkleine blokjes
en schep die 20 minuten voor het einde van de stooftijd door het
gerecht.
Schep het gerecht met een zekere regelmaat om.
Voeg, als er te veel vocht dreigt te verdampen, extra bouillon toe.
Dien het gerecht op in een voorverwarmde schaal en geef er een frisse
groene salade en pommes frites bij.
1 fijngesneden sjalotje
55 gr boter
45 gr bloem
3 dl melk
150 gr kleingesneden gekookte ham, zonder vet
peper, (zout)
1 ei
paneermeel
Bak de sjalot in de boter goudbruin.
Voeg de bloem droog toe en daarna onder goed roeren de melk. Vermeng de
saus met de ham en breng haar op smaak met peper en eventueel zout.
Zie verder onder "Croquetten van kalfsvlees", vanaf *.
1 bos bospeen
zout
15 gr verse peterselie
8 plakjes iets dikker gesneden rauwe ham (± 160 gr)
25 gr boter
Was de wortels, maak ze schoon, snijd ze in luciferdunne reepjes en
halveer de reepjes.
Kook de wortelreepjes in een pan met ruim water en zout in ± 4
minuten beetgaar.
Knip intussen de peterselie in een kopje fijn.
Spoel de wortelreepjes in een vergiet onder koud water af en laat ze
uitlekken.
Halveer de plakjes ham, leg ze op een plank en bestrooi ze met de
peterselie.
Verdeel de wortelreepjes in 16 gelijke porties, leg elke portie op een
hamplakje en rol de ham om de wortel.
Verhit de boter in een koekenpan en bak de wortelbundeltjes in
± 5 minuten rondom knapperig bruin.
Serveer er krielaardappeltjes bij.
3 bosuitjes
50 gr ham in plakjes
25 gr boter
1 pak tuinerwtjes extra fijn (450 gr, diepvries, Iglo)
1 theelepel tijm
zout, (versgemalen zwarte) peper
Maak de bosuitjes schoon en snijd ze in dunne ringetjes.
Snijd de ham in dunne reepjes.
Smelt de boter in een pan, schep de uiringetjes, erwtjes en tijm erdoor en
laat afgedekt ± 10 minuten zachtjes smoren. Schep af en toe om.
Schep de hamreepjes erdoor en warm die ± 2 minuten mee.
Breng op smaak met zout en peper.
Serveer er cordon bleu en gebakken aardappeltjes bij.
100 gr ham
50 gr champignons
60 gr boter
70 gr bloem
2 dl vleesbouillon
1/4 dl melk
1/4 dl slagroom
Maak een blanke roux van de boter en de bloem en laat die afkoelen.
Snijd de champignons in dunne schijfjes en blancheer die in een pannetje
met water en wat citroensap (daardoor blijven ze mooi van kleur).
Snijd de ham in Kleine blokjes.
Breng de bouillon en de melk aan de kook en voeg een beetje hiervan aan de
roux toe.
Roer alles glad en voeg dan de rest toe.
Maak er een gladde massa van en breng die nog even aan de kook.
Meng er de ham, de champignons en de slagroom door en laat alles nog even
koken.
Breng de ragoût eventueel met zout en peper op smaak.
500 gr mager varkensvlees
40 gr boter
1 gele paprika in reepjes
2 uien in grove ringen
30 gr bloem
1/2 liter bouillon (van tablet)
1 dl droge witte wijn
dragon
peper, zout
1/8 liter crème fraîche
500 gr doperwten
Snijd het vlees in dunne reepjes en braad het zacht in de boter.
Voeg de ui en de paprika toe en smoor ze enkele minuten mee.
Roer de bloem erdoor en giet er al roerend de bouillon en de wijn bij tot
een gebonden saus ontstaat.
Maak de saus af met crème fraîche, peper, zout en dragon en
laat het geheel nog ± 20 minuten zacht door stoven.
Voeg de laatste 5 minuten de doperwten toe.
(varkenspastei)
(± 10 personen)
Rillettes is een smeuïg vleesmengsel van varkensvlees, kippen-,
konijnen- of ganzenvlees. De grote stukken vlees worden heel lange tijd
langzaam in vet gekookt tot het vlees bijna is gekarameliseerd.
Rillettes wordt altijd koud geserveerd, vaak in combinatie met
geroosterd
brood.
750 gr mager varkensvlees in dobbelsteentjes
500 gr vet varkensvlees in dobbelsteentjes
± 15 gr zout
5 gr peper
nootmuskaat
piment
1 laurierblad
2 takjes tijm
een ovenvaste pan met dikke bodem
Verwarm de oven voor op 160°C.
Breng in een pan de beide vleessoorten, met het zout, de peper, een
snufje
nootmuskaat, een snufje piment, de tijm, het laurierblad en 2 1/2 dl water
langzaam aan de kook.
Zet de pan met het deksel in het midden van de oven en laat het vlees in
4-5 uur zacht braden; roer het af en toe om.
Voeg, zodra het vocht is verdampt, wat water toe.
Laat het vlees zacht sudderen, het vet mag niet koken.
Laat het vlees uitlekken, bewaar het vet.
Haal de laurier en de tijm eruit.
Trek het vlees met 2 vorken in draadjes.
Vermeng het vet, als het bijna is afgekoeld, met het vlees en breng het
geheel op smaak met zout en peper.
Doe de rillettes in een schaal of in kleine potjes en dek die goed af.
Laat de pastei voor het serveren 2 dagen rusten.
Geef er geroosterd brood of stokbrood bij.
De pastei blijft in de koelkast ± 1 week goed, maar kan ook worden ingevroren.
Variatie: Vervang een deel van het magere varkensvlees door ganzen- of
eendenvlees.
Doe 500 gr schouderkarbonades met been en 500 gr kalfsschenkel met been of
varkenspootjes en een kalfsknoest in een grote pan en giet er zoveel
kokend water over dat het vlees net onder staat.
Voeg wat zout toe en laat alles op laag vuur 3 uur koken tot het vlees
van
het bot valt.
Haal alles uit het vocht en zeef dit.
Zet de bouillon koel weg, zodat het gestolde vet er later makkelijk kan
worden afgeschept.
Verwijder de botten uit het vlees en draai het vlees, de zacht geworden
knoest, het zwoerd, enz. door de vleesmolen.
Schep het vet van de afgekoelde bouillon, laat deze op hoog vuur tot
± 1 dl inkoken en voeg er dan 1 1/2 dl azijn, 1 mespunt
kruidnagelpoeder, 1 mespunt nootmuskaat en peper bij.
Snijd 5 flinke augurken in kleine stukjes en voeg deze, samen met het
vleesmengsel, bij de bouillon.
Laat alles op matig vuur nog 3 minuten pruttelen en doe alles in 2 of 3
met koud water omgespoelde kommen.
Zet deze koel weg en laat de zure zult opstijven.
Een klassieke Franse groentesoep-maaltijd, waarin meerdere
vleessoorten
worden gebruikt, gecombineerd met geurige wintergroenten.
4 dunne casselerribkarbonades (samen 300 gr)
250 gr gerookt mager spek aan een stuk
350 gr winterwortel
1 ui
1 kruidnagel
1 blaadje laurier
1 takje tijm
1 tak peterselie
1 teentje knoflook
45 gr bakboter of reuzel
250 gr (pittig gekruide) dunne saucijsjes
500 gr spitskool
750 gr aardappelen
150 gr sperziebonen
1 blik boterbonen
8 sneetjes stokbrood
Dijon-mosterd
Kook de karbonaadjes met het gerookte spek onder water 5 minuten en
controleer op zout.
Giet eventueel het water af, breng het vlees opnieuw onder water aan de
kook, giet het water af en dep het vlees droog.
Snijd de winterwortel in plakjes of reepjes.
Besteek de ui met de kruidnagel, bind de laurier, tijm en peterselie
samen, pel de knoflook niet.
Verhit de bakboter in een braadpan, voeg het vlees, de worteltjes, de ui
en de kruiden toe, bak alles al omscheppend even en strooi er een flinke
draai peper over.
Giet er dan zoveel water op, dat het net onder staat, breng het gerecht
aan de kook en laat het afgedekt 1 uur sudderen.
Was de saucijsjes onder heet water en prik ze in.
Was de spitskool en snijd hem in zessen.
Schil de aardappelen, haal de bonen af, laat de boterbonen uitlekken.
Voeg de worstjes en de groenten toe en laat de potée 30 minuten
koken.
Rooster de sneetjes stokbrood en verdeel ze over 4 soepkommen of
-borden.
Giet het vocht uit de pan voorzichtig in een tweede pan af, snijd wat
groenten kleiner, doe die in de soepkommen, vul aan met bouillon en
serveer dit als soep vooraf.
Houd de rest warm en serveer die daarna als hoofdgerecht.
Geef er Dijonmosterd bij.
(2 personen)
250 gr gekookte wijnzuurkool
1 kleine appel
1 laurierblaadje
1 ui
50 gr boter
1/2 pot vleesfond (á 380 ml)
3 jeneverbessen
4 plakken casselerrib van ± 1/2 cm dik elk
4 knakworstjes
1 zakje minikrieltjes
Laat de zuurkool in een vergiet uitlekken.
Schil de appel en snijd hem in kleine blokjes.
Scheur het laurierblaadje in grove stukken.
Pel de ui en snipper hem fijn.
Verhit in een braadpan 25 gr boter en laat de ui daarin ± 3 minuten
zachtjes bakken.
Voeg de zuurkool toe en bak die al omscheppend ± 3 minuten mee.
Voeg de appel, de fond, de jeneverbessen en het laurierblad toe en leg de
plakjes casselerrib en de worstjes er bovenop.
Laat de zuurkool afgedekt 15-20 minuten zachtjes stoven.
Kook intussen in een andere pan de krielaardappeltjes in weinig water in
12-15 minuten gaar.
Giet ze af en meng er de rest van de boter door.
Schep de zuurkool op een schaal en leg er de krielaardappeltjes omheen.
(2 personen)
1 stevige appel (Jonagold)
250 gr wijnzuurkool
3/4 dl witte wijn (Riesling)
1 theelepel karwijzaad
2 eetlepels zure room
2 plakken casselerrib á 75 gr
250 gr gekookte worst
4 plakjes ontbijtspek
Verwarm de grill voor op de hoogste stand.
Schil de appel, verwijder het klokhuis met een appelboor en snijd de
appel
in ringen.
Doe de zuurkool met de wijn in een pan en schep er de zure room en het
karwijzaad door.
Breng de zuurkool aan de kook, leg er de plakken appel en casselerrib op
en verwarm de zuurkool op halfhoog vuur ± 15 minuten tot de
zuurkool en de casselerrib gaar zijn.
Snijd de gekookte worst schuin in dunne plakjes en leg ze met de
plakjes
spek op het grillrooster.
Schuif dit met de lekbak eronder ± 5 cm onder de hete grill en
grilleer de worst en het spek ± 4 minuten.
Keer de plakjes halverwege.
Schep de zuurkool op 2 borden en leg de appelplakken, de casselerrib, de
worst en het ontbijtspek eromheen.
Lekker met aardappelpuree.
2 zakjes aardappelpuree á ± 135 gr
4 dl halfvolle melk
2 eieren
300 gr plakjes casselerrib
1 blik tomaatblokjes (inh. 400 gr)
zout, peper
2 eetlepels fijngesneden basilicum
1 bolletje mozzarella in plakjes
Verwarm de oven voor op 225°C.
Bereid de aardappelpuree met de melk volgens de aanwijzingen op het pak en
klop de eieren erdoor.
Schep de puree in een ingevette ovenschaal en strijk hem glad.
Laat de Tomaatblokjes uitlekken, vang het vocht op.
Verdeel de casselerrib en de tomaatblokjes over de puree, bestrooi met
zout, peper en basilicum en verdeel er de mozzarella over.
Schenk er 1 dl van het tomatenvocht over.
Bak het gerecht in het midden van de oven in 15 minuten goudbruin en laat
de kaas smelten.
Lekker met gestoofde venkel.
1 knolselderij á ± 800 gr
60 gr boter
1 theelepel tijm
2 eetlepels fijngeknipte selderij
350 gr macaroni
1 eetlepel olie
100 gr katenspek
100 gr casselerrib
1 1/2 dl melk
100 gr Mon Chou
50 gr geraspte oude Goudse kaas
3 eetlepels paneermeel
zout, versgemalen peper
Schil de knolselderij, was hem en snijd hem in vierkante blokjes van
± 3 cm.
Verhit de helft van de boter in een pan en roerbak de blokjes knolselderij
hierin.
Voeg de tijm, de selderij en naar smaak peper en zout toe en laat het
geheel zachtjes 15 minuten stoven.
Kook intussen de macaroni in ruim kokend water met zout en de olie volgens
de gebruiksaanwijzing op het pak gaar.
Snijd het spek en de casselerrib in stukjes en roer ze door de
knolselderij.
Schenk de melk bij de knolselderij en verkruimel er de Mon Chou boven.
Verhit het mengsel al roerend tot de kaas is gesmolten en breng op smaak
met zout en peper uit de molen.
Laat de macaroni in een vergiet uitlekken.
Beboter een ovenschaal en schep hier de helft van het knolselderijmengsel,
de helft van de macaroni, de rest van het knolselderijmengsel en tot slot
de rest van de macaroni in.
Vermeng de geraspte kaas met het paneermeel en strooi dit over de
macaroni.
Leg hier en daar een klontje boter op het kaas-paneermengsel en bak de
schotel in het midden van een op 200°C voorverwarmde oven in 15
minuten goudbruin.
1 kg aardappelen
zout, peper
75 gr boter
2 dl melk
500 gr zuurkool
2 grote appels in plakken
4 plakken casselerrib of 1 rookworst
1 1/2 dl kippenbouillon
Kook de aardappelen in water met zout gaar, giet ze af en maak er met 50
gr boter en de melk een smeuïge puree van.
Verwarm de oven voor op 180°C.
Verdeel de zuurkool over de bodem van een ingevette ovenschaal en leg er
de plakken appel en casselerrib tussen.
Schenk de bouillon erover en bedek de schotel met de aardappelpuree.
Verdeel er 25 gr boter over en laat de zuurkoolschotel in het midden van
de oven in 45 minuten gaar worden.
600 gr varkensvlees
boter of olie
2 uien
2 flinke wortels
1 rode en 1 groene peper
1 groene paprika
150 gr champignons
2 tenen knoflook
1 blikje ananasstukjes
1 banaan
1 zakje zoetzure saus (bijvoorbeeld ku lo yuksaus, Conimex)
Voor de marinade:
een flinke scheut ketjap
2 tenen knoflook
1 theelepel sambal
ketoembar
wat water
Maak de marinade door de ingrediënten goed te mengen, giet de
marinade over het vlees en laat dit een paar uur intrekken.
Bak het vlees daarna in de verhitte boter of olie lichtbruin.
Snipper de uien.
Snijd de paprika en de champignons in plakjes.
Maak de wortels schoon en snijd ze in blokjes.
Snijd de pepers en de teentjes knoflook in kleine stukjes.
Fruit de uitjes licht in wat boter en voeg ze bij het vlees.
Doe hetzelfde met de champignons en de paprika.
Meng alles goed door elkaar en voeg de wortelstukjes toe.
Doe hierna de stukjes peper en de knoflook bij het vlees en laat het met
het deksel op de pan 10 minuten sudderen.
Vermeng intussen het zakje zoetzure saus met warm (gekookt) water en laat
het trekken.
Voeg de saus na 10 minuten bij het vlees en laat alles sudderen tot het
vlees gaar is.
Voeg 10 minuten voor het serveren de uitgelekte ananas en vlak voor het
serveren de in stukjes gesneden banaan toe.
Lekker met rijst (zorg dan wel dat er genoeg vocht in de pan zit) of met
gebakken aardappelen met sla.
500 gr varkensvlees
6 rode Spaanse pepers
4 teentjes knoflook
2 uien
1/2 blok santen
2 dl water
olie
Kruiden:
1 schijfje laos
4 cm sereh
1 theelepel trassie
2 theelepels asem
zout
Snijd het vlees in dobbelsteentjes.
Fruit de gesneden ui, knoflook, pepers, laos, sereh en trassie in een
braadpan.
Voeg het vlees en de asem toe.
Voeg, als het vlees bruin wordt, de aangelengde santen toe.
Als de jus dik genoeg is en het vlees gaar, is het gerecht klaar.
250 gr varkensvlees in blokjes
1 ui
2 preien
1 1/2 dl bouillon
1 bosje selderij
1 theelepel djahé
1/4 selderijknol (±a 150 gr)
2 eetlepels olie
200 gr champignons
1 theelepel suiker
100 gr taugé
1 eetlepel ketjap
4 worteltjes
2 eetlepels sherry
100 gr savooiekool
1 mespunt ve-tsin
zout
Zout het vlees licht en bak het in de olie langzaam bruin.
Fruit na ± 10 minuten de gesnipperde uien en djahé heel even
mee.
Laat de schoongemaakte en gewassen groenten goed uitlekken.
Snijd de selderijknol in blokjes.
Halveer de preien en in snijd ze in reepjes.
Snijd de champignons in plakjes.
Snipper de kool.
Snijd de worteltjes in plakjes.
Doe de prei, de selderijknol, de worteltjes en de savooiekool bij het
vlees in de pan en laat alles 5 minuten door bakken.
Bak dan de champignons, de taugé en de gesneden selderij even
mee.
Voeg de bouillon, suiker, ketjap, sherry en ve-tsin toe en laat zachtjes
smoren tot de groenten gaar zijn.
Als er veel vocht is, kunt u dit met wat maïzena binden.
Serveer met rijst, mie of mihoen.
(heet varkensvlees)
500 gr in kleine reepjes gesneden varkensvlees
2 grote fijngesneden uien
1 fijngesneden teentje knoflook
een snufje gemberpoeder (djahé)
trassie
zout, peper, nootmuskaat
sambal naar smaak
2 eetlepels ketjap
1/2 kopje water
Fruit de trassie, knoflook, uien, gember en sambal in wat slaolie.
Voeg, als de uien bruin zijn, de kruiden, de ketjap, het water en de
stukjes vlees toe en bak het vlees gaar.
Laat het geheel op een klein vuur sudderen tot het vocht is verdampt.
Roer er sambal naar smaak door.
1 kg aardappelen
1 1/2 dl melk
1 ei
100 gr boter
zout, peper, nootmuskaat
1 savooiekool
400 gr varkensgehakt
2 eetlepels tomatenpuree
1 eetlepel bloem
1 theelepel gedroogde tijm
1 1/2 dl witte wijn
4 eetlepels broodkruim
2 eetlepels geraspte Goudse kaas
Kook de aardappelen gaar, laat ze even uitstomen en maak er met de melk,
40 gr boter, wat zout, peper en nootmuskaat een fijne puree van.
Roer het ei even los.
Maak de savooiekool schoon door de buitenste lelijke bladeren te
verwijderen; snijd de kool daarna doormidden en snijd de helften in smalle
repen.
Verwarm de oven voor op 180°C.
Breng 2 liter water aan de kook, voeg de koolreepjes en 2 theelepels zout
toe en laat dit 5 minuten koken.
Doe alles over in een vergiet en laat de kool goed uitlekken.
Verhit 40 gr boter in een hapjespan en bak het gehakt, onder voortdurend
roeren, tot het helemaal uit elkaar is gevallen en een andere kleur begint
te krijgen.
Schep de tomatenpuree erdoor en strooi er de bloem, de tijm, zout en peper
over.
Laat dit alles onder voortdurend omscheppen nog 2 minuten bakken.
Schenk er de wijn bij, roer alles krachtig door elkaar en laat het nog
10-12 minuten sudderen.
Spreid de kool over de bodem van een dik beboterde ovenvaste schaal uit,
verdeel er het gehakt over en dek alles met een dikke laag aardappelpuree
af.
Bestrooi het gerecht met een mengsel van broodkruim en geraspte kaas.
Leg er hier een daar kleine boterkrulletjes op (totaal 20 gr) en zet de
schaal in het midden van de oven.
Zodra zich een mooie goudbruine korst heeft gevormd (na ± 40
minuten), kunt u het gerecht opdienen.
400 gr in dobbelsteentjes gesneden mager varkensvlees
peper, zout
1 grote ui
50 gr boter
1 teentje knoflook
1 klein blikje tomatenpuree
1/2 theelepel karwijzaad
4 grote aardappelen
Bestrooi het vlees met peper en zout.
Fruit de fijngesnipperde ui in de boter, voeg dan de fijngesneden knoflook
toe en braad het vlees in dit mengsel bruin.
Doe er de tomatenpuree en het karwijzaad bij en giet zoveel water in de
pan, dat het vlees net onder staat.
Schil de aardappelen, snijd ze in plakken, leg die op het vlees en laat
het geheel een half uurtje stoven.
Geef er een verse groente bij.
(Berlijns gerecht)
500 gr grofgehakte uien
750 gr varkensvlees in blokjes
500 gr aardappelen
peterselie
zout, zwarte peper
1/8 liter hete vleesbouillon
250 gr roomkwark (40%)
1/8 liter melk
1 theelepel kummel
1 theelepel maïzena
boter
Schil de aardappelen en snijd ze in schijven.
Hak de peterselie grof.
Bestrijk een hoge vuurvaste vorm goed met boter, leg er eerst de uien, dan
het vlees en tenslotte de aardappelen in en strooi op iedere laag wat zout
en peper.
Strooi de peterselie erover en schenk er de bouillon op.
Smoor het gerecht zachtjes met het deksel 1 1/2 uur en roer daarbij
niet.
Verwarm de oven voor op 220°C.
Roer de kwark los met de melk, de kummel en de maïzena en bestrijk de
aardappelen in de vorm hiermee.
Gratineer het gerecht in de oven in 10 minuten goudbruin.
Lekker met een groentesalade.
750 gr varkensschenkelstukken met been
1 liter water
zout
80 gr boter
1 ui
1 rode paprika
2 eetlepels bloem
2 laurierblaadjes
8 jeneverbessen
1/2 theelepel karwijzaad
1/4 liter droge witte wijn
1 eetlepel mosterd
500 gr wijnzuurkool
Kook de varkensschenkelstukken in het water met zout tot het vlees van het
been loslaat.
Bak ze dan in de boter met de ui, de rode paprika en de bloem en stoof dit
1/2 uur met de laurierblaadjes, de jeneverbessen, het karwijzaad, de wijn,
de mosterd en de wijnzuurkool.
Serveer met aardappelpuree.
(6 personen)
1 1/2 kg varkenslende, ontbeend, ontvet en opgerold
1/2 theelepel zeezout
1 theelepel gemberpoeder of laurierpoeder (of een mengsel)
5 grote, gepelde, in vieren gesneden knoflooktenen
3 uien in ringen
3 dl warme melk
1 1/2 dl rode wijn
1 kg aardappelen
1 1/2 dl kookwater
Bestrijk het vlees met zout en kruiden.
Maak met de punt van een smal scherp mes op gelijke afstand 20 kleine
insnijdingen in de boven- en zijkanten van het vlees en stop in elke
insnijding een stukje knoflook.
Beleg de bodem van een braadslee met de uiringen en leg het vlees
erop.
Schuif het onafgedekt in een op 200°C voorverwarmde oven en braad het
vlees 1 uur.
Giet er na 10 minuten de helft van de melk bij en na nog eens 40 minuten
de andere helft.
Verpak het vlees in aluminiumfolie en houd het warm.
Kook intussen de aardappelen gaar.
Deglaceer de aanbaksels in de braadslee met de rode wijn, breng deze aan
de kook en laat 3-4 minuten inkoken.
Voeg het kookwater van de aardappelen toe en laat, onder af en toe roeren,
nog 5 minuten koken.
Roer de saus met de mixer saus.
Snijd het vlees in dunne plakjes en serveer die met de saus en een
assortiment groenten.
400 gr varkensgehakt
3 eieren
1 dl melk
peper
1 theelepel zout
100 gr bloem
50 gr boter
Meng alle ingrediënten goed door elkaar en vorm er 8 ovale schijfjes
van.
Verhit de boter in een koekepan en bak ze in ± 15 minuten gaar.
Als u er kleine ovale schijfjes van vormt, is het ook een lekker hapje
bij
een glas wijn.
Serveer met in de oven gebakken aardappelen:
Verwarm de oven voor op 225°C.
Schil en snijd 4 grote aardappelen in de lengte in 8 partjes.
Blancheer ze 3 minuten in kokend water, giet ze af en dep ze droog.
Smeer een vuurvaste schaal royaal in met boter en leg de aardappelpartjes
erin.
Bedruip de aardappelpartjes met 4 eetlepels gesmolten boter, bestrooi ze
met zout en bak ze 30 minuten in het midden van de oven.
Keer de aardappelen halverwege.
250 gr ongekruid varkensgehakt
1 ei
10 gr fijngehakte gemberwortel
1 teentje knoflook uit de knijper
1 eetlepel fijngehakte korianderblaadjes
zout, versgemalen peper
1 kleine krop Chinese kool (± 500 g)
1/4 liter olie
2 uien
3 eetlepels gevogeltefond
2 eetlepels rijstwijn
3 eetlepels sojasaus
1 eetlepel fijngehakte kervel
Vermeng het gehakt in een kom met het ei, de gember, de knoflook en de
koriander en breng het op smaak met peper en zout.
Kneed het gehakt nogmaals goed door en vorm er 8 balletjes van.
Was de Chinese kool, verdeel de krop in bladeren, houd er 4 apart en snijd
de rest in grove stukken.
Verhit de olie in een pan en bak de balletjes in 8-10 minuten
goudbruin.
Laat ze op keukenpapier uitlekken.
Verdeel de kool in 4 porties en bak deze achtereenvolgens telkens 2-3
minuten in de hete olie.
Doe de bladeren telkens in een pan en kruid ze met peper en zout.
Pel de uien, snijd ze in ringen, bak deze in de olie goudbruin en leg ze
op de kool.
Leg de gehaktballetjes daar weer op.
Giet de gevogeltefond, de rijstwijn en de sojasaus in de pan, breng aan de
kook, sluit de pan en smoor het gerecht op zacht vuur 10 minuten.
Doe de 4 resterende koolbladeren na 7 minuten in de pan en laat ze
slinken.
Schik de kool en de balletjes op de borden en bestrooi het gerecht voor
het serveren met plukjes kervel.
1 dessertlepel kerrie
1 teentje knoflook
1 eetlepel boter
200 gr kalfsgehakt
200 gr mager varkensgehakt
1 ei
zout, peper
4 eetlepels paneermeel
1 eetlepel koffiemelk
boter
Voor de saus:
1 gesnipperd uitje
1 eetlepel bloem
2 theelepels kerrie
1 dl bouillon van tablet
1 dl melk
1/2 dl ketjap
(maïzena)
Fruit de kerrie en de uitgeperste knoflook in de boter.
Laat dit wat afkoelen, haal het uit de pan en meng het met het ei, peper,
zout, het paneermeel en de koffiemelk door het gehakt.
Vorm er 4 grote ballen van en bak die in wat hete boter goudbruin.
Zet het vuur wat lager en laat het gehakt in 15 minuten gaar worden.
Neem de ballen uit de pan en houd ze warm.
Fruit het uitje in de bruine boter en strooi er de bloem en de kerrie
over.
Giet er langzaam de bouillon en de melk bij, roer goed en breng de saus op
smaak met de ketjap en peper.
Bind de saus eventueel met maïzena.
(6 personen)
het kruim van 2 sneetjes volkorenbrood
1/2 dl melk
1 eetlepel plantaardige olie
1 kleingesneden grote ui
2 kleingesneden teentjes knoflook
750 gr half-om-halfgehakt
60 gr geraspte Parmezaanse kaas
4 eetlepels fijngesneden peterselie
2 eieren
1 1/2 theelepel venkelzaad
3/4 theelepel zout
1 1/2 theelepel zwarte peper
verwarm de oven voor op 190°C.
week het broodkruim in een kommetje melk en zet het opzij.
Verhit de olie op halfhoog vuur in een koekenpan, smoor de ui en de
knoflook in 5 minuten glazig en laat ze daarna tot lauw afkoelen.
Vermeng het gehakt met de kaas, de peterselie, de eieren, het venkelzaad,
zout, peper, het broodkruim en het ui-knoflookmengsel.
Doe het gehakt over in een ingevette cakevorm en bak het in 50-55 minuten
goudbruin en gaar.
(± 24 stuks)
Voor de broodjes:
50 gr of 2 zakjes gist
4 dl water
4 theelepels suiker
1 kg tarwebloem
3 grote eieren
een snufje zout
vetvrij papier
Voor de vulling:
2 kleine uien
5 teentjes knoflook
50 gr boter
750 gr half-om-halfgehakt of magere varkenslappen
3 dessertlepels ketjap manis
3 dessertlepels azijn
Boemboes voor de vulling:
3 plakjes djahé
2 theelepels suiker
1 theelepel ve-tsin
zout en peper naar smaak
Week de gist in 3 dl lauw water met suiker en laat het mengsel 10 minuten
rusten.
Kneed de bloem met de eieren, het zout, de gist en de rest van het water
heel goed door en laat het deeg onder een vochtige theedoek op een warme
plaats 1 uur rijzen.
Kneed het deeg daarna opnieuw en laat het nogmaals 30 minuten rijzen.
De vulling:
Rasp de uien, maak de knoflook fijn en fruit ze in de boter glazig.
Voeg het gehakt toe en fruit het tot het rul is, of neem in plaats daarvan
in fijne reepjes gesneden varkenslappen en bak die om en om.
Voeg daarna de boemboes toe, fruit die even mee en breng het geheel op
smaak met ketjap en azijn.
Laat alles afkoelen en verwijder de djahé (als vers gebruikt).
Vorm ± 24 ballen van het deeg; maak ze met de hand plat, vul ze met
1 eetlepel vulling en maak de ballen dan dicht (het deeg moet rondom de
vulling zitten).
Leg de broodjes op een stuk vetvrij papier en laat ze onder een theedoek
opnieuw ± 20 minuten rijzen.
Verwarm een stomer ± 10 minuten voor en stoom de broodjes in
± 25 minuten gaar.
U kunt de broodjes in de vriezer bewaren.
(12 stuks)
Voor het deeg:
200 gr bloem
50 gr maïzena
1 ei
1 mespunt zout
(arachide)olie om in te bakken
Voor de vulling:
250 gr magere varkenslappen
2 uien
150 gr prei
150 gr Chinese, spits- of witte kool
75 gr taugé
3 eetlepels (arachide)olie
2 eetlepels ketjap manis
1-2 theelepels sambal oelek of sambal tjampoer
1/2 theelepel knoflookpoeder
1/2 theelepel ve-tsin
6-8 eetlepels (arachide)olie om in te bakken
N.B.: Gebruik eventueel kant-en-klare diepvriesloempiavellen.
Om te bakken kunt u sla- of maïsolie gebruiken, maar arachide-olie is
fijner van smaak.
Zeef de bloem en de maïzena in een kom.
Voeg het losgeroerde ei, 4 dl koud water en zout toe en roer alles tot een
glad beslag.
Voeg eventueel nog 1-2 eetlepels koud water toe.
Laat het beslag 10 minuten staan en roer het daarna opnieuw glad.
Bestrijk een niet te grote koekenpan met anti-aanbaklaag met olie.
Schep er 2 kleine lepels beslag in en laat het beslag over de hele bodem
lopen.
Bak de loempiavelletjes op laag vuur aan weerskanten droog; ze mogen niet
kleuren.
Bak op deze wijze 12 velletjes en laat ze volkomen koud worden.
Snijd het vlees, de uien, de prei en de kool in smalle reepjes.
Was de taugé en verwijder zoveel mogelijk de zaadhulsjes.
Verhit de olie, voeg de reepjes vlees er in gedeelten aan toe en laat ze,
onder voortdurend omscheppen, 2 minuten bakken.
Voeg de uien toe en laat het geheel bakken tot de uien glazig zijn.
Voeg de ketjap toe en schep alles enkele malen goed om.
Doe de sambal, het knoflookpoeder, de ve-tsin en de groenten erbij en laat
alles onder voortdurend omscheppen nog eens enkele minuten bakken.
Neem de pan van het vuur en laat het geheel koud worden.
Spreid de loempiavellen uit, verdeel de vulling erover, vouw de velletjes
om de vulling en plak de deegranden met losgeroerd eiwit of water goed
dicht.
Bak de loempia's in hete olie aan alle kanten goudbruin en knapperig.